32 149 Internationale arbeidsmobiliteit en sociale zekerheid

Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2013

Tijdens de Regeling van werkzaamheden van 3 september jl. heeft dhr. Omtzigt (CDA) verzocht om openbaarmaking van de adviezen omtrent de MKOB (Handelingen II 2012/13, nr. 105, Regeling van werkzaamheden).

De grondslag van het wetsvoorstel MKOB is – naast het leveren van een bijdrage aan het oplossen van de budgettaire problematiek – te vinden in de kabinetsnota «Internationale arbeidsmobiliteit en sociale zekerheid».1 Daarin heeft het toenmalige kabinet aangekondigd naar wegen te zoeken om de tegemoetkomingen die hun oorsprong hebben in de specifiek Nederlandse context, strikt te beperken tot degenen die getroffen zijn. Dit voornemen is voorts aangekondigd in de begroting 2010 van SZW. Die context betrof de oorspronkelijke doelstelling om ouderen met een (fiscaal) verzilveringsprobleem te compenseren.

De MKOB wordt toegekend aan binnenlands belastingplichtigen die de leeftijd hebben bereikt waarop recht op de ouderenkorting, bedoeld in de Wet IB 2001 en de Wet LB 1964, kan ontstaan. De MKOB sluit aan bij de fiscaliteit en volgt de fiscale rechtsgang. Enerzijds is de MKOB daarom niet vormgegeven als een uitkeringsregeling wegens ouderdom, maar als een instrument ter compensatie van koopkrachtvermindering als gevolg van beleidsmaatregelen in de fiscale sfeer. De oorspronkelijke doelstelling om ouderen met een (fiscaal) verzilveringsprobleem te compenseren past hierin. Dit zijn de argumenten voor het uitgangspunt dat de MKOB niet zou hoeven te worden geëxporteerd.

Anderzijds is er van meet af aangegeven dat er een juridisch risico is. Er is discussie te voeren over de vraag of ook met deze vormgeving de MKOB geëxporteerd zou moeten worden, zoals ook aan de orde is geweest in de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel.

Onderkend werd dat er gerechtelijke procedures zouden volgen, waarin gesteld zou worden dat de MKOB wel moest worden aangemerkt als een uitkering bij ouderdom, die op grond van Europees recht (Verordening (EG) nr. 883/2004) en bilaterale verdragen geëxporteerd zou moeten worden.

Politiek is gekozen om de MKOB vorm te geven als een regeling die de mogelijkheid biedt om bij algemene maatregel van bestuur (amvb) een tegemoetkoming te regelen ter compensatie van binnenlands koopkrachtverlies als gevolg van fiscale beleidsmaatregelen

Een (ook door de Raad van State genoemd) alternatief met minder juridische risico’s – de tegemoetkoming inkomensafhankelijk maken en beperken tot personen met een verzilveringsprobleem – was overwogen, maar is vooral afgewezen in verband met de aanzienlijke uitvoeringskosten.

Het niet exporteren van de koopkrachttegemoetkoming heeft in Nederland tot rechtszaken geleid. Daarnaast is de Europese Commissie een infractieprocedure tegen Nederland gestart bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. De rechtbank Haarlem heeft in diverse uitspraken beslist dat de MKOB een uitkering bij ouderdom is die valt onder de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bilaterale sociale zekerheidsverdragen. De kans dat de hoogste (Europese) rechter tot een dergelijk oordeel zal komen is aanwezig. Er verstrijkt een aanzienlijke tijd alvorens de hoogste (Europese) rechter uitsluitsel zal geven of de MKOB geëxporteerd moet worden, vanwege de financiële risico’s die dit met zich meebrengt, is besloten om een bedrag ter hoogte van de koopkrachttegemoetkoming met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2011 – de datum van inwerkingtreding van de MKOB – alsnog te doen toekomen aan alle AOW-gerechtigden woonachtig in de EU/EER/Zwitserland en verdragslanden die niet MKOB-gerechtigd zijn.

In het bovenstaande is, zoals gebruikelijk bij persoonlijke beleidsopvattingen voor intern beraad, in geobjectiveerde vorm een weergave gegeven van de juridische adviezen die met betrekking tot de MKOB zijn gegeven. Ik meen u met deze brief afdoende geïnformeerd te hebben over de juridische adviezen met betrekking tot de MKOB.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstuk 32 149, nr. 1

Naar boven