Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32141 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32141 nr. B |
Vastgesteld 16 maart 2010
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De commissie heeft met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel en stemt in grote lijnen in met het voorgestelde. Zij heeft nog enige vragen over de vijfjaarstermijn voor bestaande pensioenfondsen, over artikel 28, over het zogenaamde ringfencenen over de medezeggenschap.
Vijfjaartstermijn bestaande pensioenfondsen
Het wetsvoorstel beoogt door aanpassingen in de Pensioenwet (PW) te realiseren dat bestaande ondernemingspensioenfondsen samengaan tot een multi-opf, waardoor een ondernemingspensioenfonds voor meerdere ondernemingen of groepen financieel afgescheiden pensioenregelingen kan uitvoeren.
De commissie begrijpt dat onder bestaande pensioenfondsen wordt verstaan pensioenfondsen die ten minste gedurende vijf jaar verbonden waren aan een onderneming.
Deze termijn van vijf jaar is met name in het wetsvoorstel opgenomen om te voorkomen dat het multi-opf teveel in concurrentie met verzekeraars gaat treden. Dit roept de volgende vragen op.
Als een pensioenfonds gesplitst wordt, doordat de onderneming zich splitst in een of meerdere onderdelen, geldt dan voor het nieuw ontstane pensioenfonds (of pensioenfondsen) dat dit een nieuwe rechtspersoon is op grond van artikel 2 334a BW? Of kan een dergelijk «nieuw» pensioenfonds toetreden tot een multi-opf, omdat het fonds materieel al ten minste vijf jaar bestaat?
Als een onderneming gesplitst wordt en een van de nieuwe ondernemingen wil een eigen pensioenfonds oprichten, moet dan eerst een pensioenfonds worden opgericht en kan dit pensioenfonds na vijf jaar toetreden tot een multi-opf of kan dit fonds gelijk toetreden?
In geval van fusie met een reeds bijdragende onderneming kan de fusiepartner dan wel toetreden tot het multi-opf, ongeacht de periode dat een eventueel pensioenfonds bestaat?
Volgens het gewijzigd voorstel van wet wordt aan artikel 28 een lid toegevoegd, luidende: «3. Indien een ondernemingspensioenfonds op grond van artikel 123, tweede of derde lid, gescheiden vermogens aanhoudt, worden de voorgaande twee leden toegepast per afgescheiden vermogen.»
Artikel 28 lid 1 luidt: «Een pensioenfonds informeert elk kwartaal schriftelijk de deelnemersraad en, bij het ontbreken daarvan, de deelnemers, de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden wanneer sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het pensioenfonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens artikel 131 geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen.»
Betekent de toevoeging van lid 3 aan artikel 28 dat in lid 1 «afgescheiden vermogen» moet worden gelezen in plaats van «pensioenfonds», zo vragen de leden van de commissie.
Als het oorspronkelijke pensioenfonds reeds meerdere afgescheiden vermogens had, bijvoorbeeld omdat er twee of meer regelingen waren/zijn, wordt onder afgescheiden vermogen dan verstaan het totale vermogen behorende bij de desbetreffende onderneming? Kan er bij een afgescheiden vermogen sprake zijn van premieachterstand?
Nadrukkelijk wordt in de memorie van toelichting gemeld dat het multi-opf voor meerdere ondernemingen of groepen financieel afgescheiden pensioenregelingen kan uitvoeren, het zogenaamde ringfencen. De leden van de commissie begrijpen dat het bestuur de regelingen en gelden – administratief – gescheiden kunnen houden. Hoe moet een buitenstaander echter het multi-opf zien? Als een crediteur een rekening te vereffenen heeft met het pensioenfonds (multi-opf), is dan duidelijk dat slechts een «ring» aansprakelijk gesteld kan worden? Waarom kan niet het totale multi-opf aansprakelijk worden gesteld? Wat is de juridische entiteit van het multi-opf?
Wat gebeurt er met een regeling waar geen nieuwe toetreders meer zijn? Als het vermogen van de «slapende» ring op is, kunnen pensioengerechtigden dan aanspraak maken op financiën uit een andere ring? Het gaat ten slotte om één, weliswaar multi, ondernemingspensioenfonds
De leden van de commissie hebben ten aanzien van het ringfencen nog een laatste vraag. Ten aanzien van de in het wetsvoorstel vervatte opdracht tot ringfencing bij de vorming van of toetreding tot een multi-opf, die de regering op advies van de Raad van State in de plaats heeft gesteld van de aanvankelijk voorziene optie van ringfencing, vragen deze leden of dit niet te ver gaat. Zij begrijpen niet wat er tegen zou kunnen zijn als twee ondernemingen zouden besluiten hun pensioenfondsen geheel te integreren, inclusief de opgebouwde vermogens, mits daarbij natuurlijk de opgebouwde rechten worden geëerbiedigd. Deze leden vragen de regering daarom een nadere uitleg waarom de fusie van pensioenfondsen op deze wijze vrijwel onmogelijk wordt gemaakt.
Ten aanzien van de deelnemersraden, die voorzien in de medezeggenschap van actieve (slapende) deelnemers en gepensioneerden, is het de leden van de commissie opgevallen dat een vraag van de VVD-fractie in de Tweede Kamer in het voorlopig verslag1 niet beantwoord is. Deze vraag betreft de indruk die mogelijk uit de memorie van toelichting kan ontstaan dat er bij een multi-opf in feite sprake is van twee deelnemersraden: een op het niveau van de afzonderlijke pensioenregeling en een op het niveau van het nieuw gevormde pensioenfonds(bestuur). Deze vraag komt de leden van de commissie niet onredelijk voor omdat in een multi-opf de deelnemersraad slechts ruimte heeft voor één werknemers- en één werkgeversvertegenwoordiger per aangesloten pensioenregeling, en het daardoor min of meer voor de hand ligt dat de oorspronkelijke deelnemersraden van de «oude» fondsen gehandhaafd worden om althans een adequate medezeggenschap op het niveau van de eigen pensioenregeling te handhaven. De leden van de commissie zijn ook geïnteresseerd in het antwoord van de regering in dezen omdat zij menen dat de medezeggenschap van de deelnemers bij voorkeur in deelnemersraden en niet in het bestuur verankerd moet worden en daarom met des te meer klem moet worden toegezien op de effectiviteit van deze raden. De leden van de commissie vragen de regering daarom nog eens nader in te gaan op vraag in hoeverre de medezeggenschap van deelnemers betrekking heeft op het beheer van de eigen pensioenregeling en in welke mate op het beheer van het pensioenfonds als geheel (multi-opf). Kan in dit licht de keuze voor één samengestelde deelnemersraad bij de multi-opf een gelukkige worden genoemd?
De leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien de antwoorden met belangstelling tegemoet.
Samenstelling:
Van den Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA), (vice-voorzitter), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Vedder-Wubben (CDA), Kneppers-Heijnert (VVD), Westerveld (PvdA), Biermans (VVD), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), (voorzitter), Leijnse (PvdA), Hillen (CDA), Thissen (GroenLinks), Goyert (CDA), Quik-Schuijt (SP), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Vac. (PvdA), Elzinga (SP), Vac. (SP), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32141-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.