32 140 Herziening Belastingstelsel

Nr. 238 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2025

Op 19 maart 2025 heb ik met uw Kamer gedebatteerd over box 3. Verschillende leden van uw Kamer hebben aandacht gevraagd voor de belastingdruk bij verhuurders van onroerende zaken in box 3. De aanleiding hiervoor is de voorgenomen verhoging van het forfait op overige bezittingen in de jaren tot de beoogde invoering van het stelsel op basis van werkelijk rendement per 1 januari 2028. Ik heb toegezegd uw Kamer te informeren over eventuele verzachtende opties. Met deze brief geef ik hier opvolging aan.

Tijdens het commissiedebat op 19 maart 2025 is over verschillende eventuele opties gesproken:

  • Het forfait voor overige bezittingen niet of slechts gedeeltelijk verhogen in 2026 en 2027;

  • Kostenaftrek mogelijk maken in de tegenbewijsregeling in 2026 en 2027;

  • Het actualiseren van de leegwaarderatiotabel.

Ik heb toegezegd om uw Kamer nadere informatie toe te sturen zodat deze opties door u gewogen kunnen worden. De opties zijn uitgewerkt in de bijgevoegde fiches. In de fiches wordt ingegaan op fiscaal-juridische overwegingen, budgettaire gevolgen en gevolgen voor de uitvoering. De budgettaire gevolgen van de maatregelen moeten conform de begrotingsregels gedekt worden.

Zoals toegelicht in de Kamerbrief van 13 december 2024 (Kamerstuk 32 140, nr. 216) zal het kabinet de voorgestelde maatregel om het forfait op overige bezittingen te verhogen integraal wegen tijdens de voorjaarsbesluitvorming.

Ik kijk ernaar uit om verder met u van gedachten te wisselen over box 3 tijdens de wetsbehandeling van de tegenbewijsregeling box 3 en het toekomstige box 3-stelsel.

De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen

Naar boven