Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2024
Conform de afspraken uit het coalitieakkoord1 en de schriftelijke toezegging uit de brief die namens ons beiden op 5 juli 2022
naar uw Kamer werd gestuurd2, bieden wij u middels deze brief het onderzoek van Ecorys naar de verkenning van
een brede suikerbelasting op voedingsmiddelen aan.
In het coalitieakkoord is afgesproken dat wordt bezien hoe op termijn een suikerbelasting
kan worden ingevoerd. In dit kader hebben de Ministeries van Financiën en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport het onderzoeksbureau Ecorys onderzoek laten uitvoeren naar een brede
suikerbelasting op voedingsmiddelen. Het onderzoeksrapport is op 8 mei 2024 opgeleverd
en vindt u als bijlage bij deze brief.
In het onderzoek is gekeken naar de mogelijkheden voor een brede suikerbelasting op
voedingsmiddelen andere dan alcoholvrije dranken. Voor alcoholvrije dranken bestaat
sinds 1993 al een belasting met een vlak tarief. Op vrijdag 26 april 2024 hebben wij
uw Kamer in een separate brief geïnformeerd over de mogelijkheden voor een gedifferentieerde
verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van het suikergehalte.3
Het onderzoek naar een brede suikerbelasting op voedingsmiddelen is gericht op de
vraag of een dergelijke belasting een effectief instrument is voor het verminderen
van de consumptie van suiker via voedingsmiddelen. In het onderzoek is ingegaan op
de vraag hoe een dergelijke belasting kan worden vormgegeven zodat wordt bijgedragen
aan dit gezondheidsdoel. Uit het onderzoek blijkt dat een suikerbelasting kan bijdragen
aan het verminderen van consumptie van suiker via voedingsmiddelen en dat het effect
van een suikerbelasting op de suikerconsumptie het grootst is onder de top twintig
procent suikerconsumenten (de mensen die het meeste suiker consumeren). Logischerwijs
is ook de gezondheidswinst het grootst bij deze groep mensen.
Onder voorwaarden kan een dergelijke belasting juridisch houdbaar worden vormgegeven.
De varianten van een brede suikerbelasting op voedingsmiddelen die Ecorys heeft doorgerekend
hebben een budgettaire opbrengst tussen de € 700 miljoen en € 1,2 miljard.
Tijdens het debat over de Toekomstvisie agrarische sector van woensdag 27 maart hebben
de leden Van Campen en Tielen een motie ingediend om opvolging van dit onderzoek aan
een volgend kabinet te laten gelet op de lastendruk van een dergelijke suikerbelasting
op huishoudens.4 Het kabinet heeft deze motie «oordeel kamer» gegeven en deze motie is door uw Kamer
aangenomen. Het kabinet zal geen vervolg geven aan het onderzoek naar een brede suikerbelasting
gelet op haar demissionaire status. Het kabinet voert daarmee deze aangenomen motie
uit. Eventuele verdere opvolging van het onderzoek is daarmee aan uw Kamer of aan
een nieuw kabinet.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen