32 138 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 44 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN J. B. TE L.2 BETREFFENDE BELASTINGAANSLAGEN, BESLAGLEGGING EN INVORDERING

Vastgesteld 20 mei 2010

Klacht

Verzoeker klaagt over onduidelijkheid over de hem opgelegde belastingaanslagen, niet verwerkte teruggaven, de beslaglegging op roerende zaken en een versnelde invordering van de belastingaanslag.

Feiten

Verzoeker heeft in 2007 een vaststellingsovereenkomst gesloten met de Belastingdienst waarin afspraken zijn vastgelegd ter oplossing van de bestaande geschillen over naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffing tot en met 2004 enerzijds en een vordering uit onrechtmatige daad anderzijds. Beide partijen zijn de afspraken nagekomen. Van elke verandering in de belastingaanslagen zowel uit de vaststellingsovereenkomst als later opgelegde aanslagen heeft de Belastingdienst een kennisgeving aan verzoeker gezonden. Op 26 oktober 2009 heeft de ontvanger van de Belastingdienst voor vijf belastingaanslagen beslag gelegd op roerende zaken. Ingevolge artikel 10 eerste lid onder e van de Invorderingswet is de belastingaanslag versneld ingevorderd. Deze belastingaanslagen zijn vastgesteld aan de hand van de aangiften van verzoeker; de openstaande schuld betreft vooral naheffingsaanslagen loonheffing en omzetbelasting.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij schade heeft geleden door het achterhouden van zijn boekhouding door de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) en door het ontbreken van de boekhouding over het tijdvak 2004 tot 2007, zodat hij geen gebruik kan maken van aftrekposten. Ook is dividendbelasting gevorderd terwijl verzoeker geen aandelen heeft. Hij klaagt over de beslaglegging op onroerende goederen die niet zijn eigendom zijn en over de versnelde invordering.

De ontvanger van de Belastingdienst heeft voor vijf belastingaanslagen, die betrekking hebben op het tijdvak na de vaststellingsovereenkomst, beslag gelegd op roerende zaken die zich bevonden op het adres van verzoeker. Aan de wettelijke vereisten voor de beslaglegging van de Invorderingswet was voldaan. Er was sprake van een situatie waarin het verschuldigde bedrag terstond en tot het volle bedrag inbaar is. Dat verzoeker geen eigenaar zou zijn van een deel van de zaken waarop beslag is gelegd, is niet gebleken uit een beroepschrift van een derde eigenaar en evenmin uit andere door verzoeker aangetoonde omstandigheden. De staatssecretaris erkent dat de Belastingdienst in 2008 de verkeerde benaming voor de belastingaanslag heeft gebruikt. In plaats van dividendbelasting was sprake van belasting van personenauto's en motorrijwielen; dit is verzoeker ook meegedeeld.

Volgens vast beleid wordt aan een onderneming geen uitstel van betaling verleend voor een belastingschuld omdat dit concurrentieverstorend werkt. Bovendien lopen de belastingschulden loonheffing en omzetbelasting nog steeds op.

Oordeel van de commissie3

Niet gebleken is dat de Belastingdienst onzorgvuldig heeft gehandeld door de beslaglegging en invordering. Deze zijn in overeenstemming met de wet- en regelgeving en het vaste invorderingsbeleid. Verzoeker heeft geen omstandigheden aangetoond die het zouden rechtvaardigen om daarvan af te wijken. Ook is niet aangetoond dat de Belastingdienst verantwoordelijkheid zou dragen voor het ontbreken van de boekhouding.

Voor de onjuiste benaming van de belasting zijn verontschuldigingen aangeboden.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) Anker (CU) en P. Linhard (PvdA) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Neppérus (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven