nr. 18
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN J.
B. TE Z.2 BETREFFENDE AFZIEN VAN PENSIOENRECHTEN
Vastgesteld 10 december 2009
Klacht
Verzoeker klaagt dat zijn verzoek om af te mogen zien van een deel van
zijn pensioenrechten op grond van het teruglopen van de waarde van de effectenportefeuille
van zijn pensioen B.V. is afgewezen.
Feiten
Verzoeker ontvangt een pensioenuitkering uit zijn pensioen B.V. De waarde
van de effectenportefeuille van de B.V. is sterk gedaald als gevolg van de
economische crisis. Verzoeker heeft daarom gevraagd om vermindering van de
pensioenuitkering toe te staan. Dit verzoek is zowel door de Belastingdienst
als door het ministerie van Financiën afgewezen.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat hij heeft verzocht om zijn pensioenuitkering met
ingang van 1 januari 2009 tijdelijk te verlagen met 25% totdat
de effectenportefeuille van zijn pensioenbeheer B.V. zich heeft hersteld.
Hij vraagt om een deel van de pensioenvoorziening aan te merken als een niet
voor verwezenlijking vatbaar recht op basis van het Besluit van 22 april
2004.
De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat het afzien van pensioen
door de directeur grootaandeelhouder geen grond is om te spreken van een dwingend
maatschappelijke reden. De wetgever heeft het afzien van voor verwezenlijking
vatbare pensioenrechten bewust gekwalificeerd als een oneigenlijke handeling
die leidt tot heffing over de hele pensioenaanspraak.
Oordeel van de commissie3
De staatssecretaris heeft terecht geen toepassing gegeven aan de hardheidsclausule.
Niet gebleken is dat de Belastingdienst verzoeker onzorgvuldig heeft bejegend
omdat hij heeft gehandeld overeenkomstig de bestaande wet- en
regelgeving die immers tot doel heeft om oneigenlijk gebruik van voor pensioenen
gereserveerde middelen te voorkomen, ook ingeval van een pensioen B.V..
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
3De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) Anker (CU) en P. Linhard (PvdA)
en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA),
Neppérus (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).