32 138
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 16
VERSLAG OVER HET VERVOLGVERZOEKSCHRIFT1 VAN R.W. EN M.W. TE Z.2 BETREFFENDE HET HANDELEN VAN DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 10 december 2009

Klacht

Verzoekers klagen dat de Belastingdienst zich niet heeft gehouden aan het oordeel van de commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven van 15 november 2007 «dat de executoriale verkoop van de woning is opgeschort door de indiening van het onderhavige verzoekschrift en niet zal worden hervat totdat alle aangiften over de jaren 2003 en volgende, met hulp van een nieuwe boekhouder ingediend, zijn verwerkt» en dat in november 2008 opnieuw beslag is gelegd op hun woning.

Feiten

Omdat de administratie van verzoekers over de jaren 2002 tot en met 2005 in het ongerede was geraakt, heeft de Belastingdienst met verzoekers afspraken gemaakt over de belastingheffing voor de jaren 2002 en 2006. Over de jaren 2005 en 2006 zijn de aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd aan de hand van de aangiften van de boekhouder van verzoekers. Op 17 april 2009 heeft onder leiding van een medewerker van de Nationale ombudsman een bemiddelingsgesprek tussen verzoekers en de Belastingdienst plaatsgevonden. Op 7 mei 2009 zijn tussen verzoekers en de Belastingdienst afspraken gemaakt over de belastingheffing voor de jaren 2002 tot en met 2006. De aanslagen zijn vervolgens door de inspecteur van de Belastingdienst herbeoordeeld en zo nodig aangepast aan de aangiften. Over de aanslagen zijn door verzoekers herhaaldelijk inlichtingen gevraagd die hun zijn verstrekt. Nu staat een belastingschuld open waarvoor in november 2008 beslag is gelegd.

Overwegingen

Verzoekers voeren aan dat, omdat niet alle aangiften over de jaren 2003 en volgende zijn verwerkt, er geen executoriaal beslag op hun woning mag worden gelegd ingevolge het verslag van de commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven van 15 november 2007.

De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat voor de jaren waarvoor de administratie van verzoekers buiten hun schuld in het ongerede is geraakt, een praktische oplossing is gevonden. Verzoekers hebben de afgelopen jaren herhaaldelijk om uitleg gevraagd. Zowel de Belastingdienst als het ministerie van Financiën hebben deze vragen beantwoord. Ook de vragen die zijn gesteld tijdens het gesprek van de Belastingdienst met verzoekers bijgestaan door de Nationale ombudsman, zijn schriftelijk beantwoord. De openstaande belastingschuld zal moeten worden betaald om dwangmaatregelen te voorkomen.

Oordeel van de commissie1

Niet is gebleken dat de Belastingdienst na het verslag van de commissie van 15 november 2007, waarmee de Kamer zich heeft verenigd op 29 november 2007, onzorgvuldig of onbehoorlijk heeft gehandeld. Verzoekers hebben niet aangetoond dat zij geen antwoorden op hun vragen hebben gekregen. De Belastingdienst en het ministerie van Financiën hebben uitvoerig geantwoord; kopieën van de brieven met de antwoorden zijn ook aan de commissie gezonden. Als verzoekers het niet eens zijn met de opgelegde aanslagen, staan voor hen de rechtsmiddelen van bezwaar bij de inspecteur en beroep bij de rechter open.

Ook is niet gebleken dat de Belastingdienst zich niet heeft gehouden aan het oordeel van deze commissie omdat de executoriale verkoop werd opgeschort «totdat alle aangiften over de jaren 2003 en volgende (lees 2005) met de hulp van een nieuwe boekhouder ingediend, zijn verwerkt». Deze voorwaarde is nu vervuld; de commissie heeft zich niet uitgelaten over een invorderingsmaatregel na dat moment.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
1

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) Anker (CU) en P. Linhard (PvdA) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Neppérus (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven