nr. 4
NADER RAPPORT1
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 11 september 2009,
aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Financiën, mede
namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 september
2009, no. 09.002220, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan ons te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 7 september 2009, no. W06.09.0340/III bied ik U,
mede namens de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, hierbij aan.
Het kabinet is de Raad erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het
advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.
Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen.
Aanvullingen en verbeteringen
Het wetsvoorstel is met betrekking tot de inkomensafhankelijke bijdrage
Zorgverzekeringswet aangevuld met een regeling voor jonge werknemers met een
kleine baan. Deze regeling is vergelijkbaar met de ter zake in het Belastingplan
2010 opgenomen regeling met betrekking tot de premies werknemersverzekeringen.
Tevens is een samenloopbepaling opgenomen met betrekking tot het bij koninklijke
boodschap van 27 augustus 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging
van de Wet werk en bijstand, de Algemene Ouderdomswet en de Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de overheveling van
de uitvoering van de aanvullende bijstand voor personen van 65 jaar of ouder
van de gemeenten naar de Sociale verzekeringsbank en het aanbrengen van enkele
andere aanpassingen in de Algemene Ouderdomswet en tot wijziging van enkele
sociale verzekeringswetten in verband met de gelijkstelling binnen de sociale
zekerheid van voormalige pleeg- en stiefkinderen met eigen kinderen (32 037).
Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal redactionele
en technische verbeteringen in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting
aan te brengen.
Ik moge U, mede namens de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager