nr. 24
AMENDEMENT VAN HET LID SAP
Ontvangen 18 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:
B. In artikel 2.10 wordt de tarieftabel
vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en
woning van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met
het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te
nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het
in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
II
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C. In artikel 2.10a wordt de tarieftabel
vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en
woning van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met
het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te
nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het
in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
III
Artikel III, onderdeel D, komt te luiden:
D. In artikel 20a, eerste lid, wordt
de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het
in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend
door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het
belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
IV
Artikel III, onderdeel E, komt te luiden:
E. In artikel 20b, eerste lid, wordt
de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan | maar niet meer dan | bedraagt de belasting het
in kolom III ver- melde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend
door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het
belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
---|
I | II | III | IV |
– | € 18 218 | – | 2,25% |
€ 18 218 | € 32 738 | € 409 | 10,80% |
€ 32 738 | € 54 367 | € 1 977 | 42,00% |
€ 54 367 | – | € 11 061 | 52,00% |
V
Artikel XX, onderdeel A komt te luiden:
A. Artikel 22, eerste lid, wordt als
volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt voor de puntkomma toegevoegd: voor zover
sprake is van nuttige toepassing als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van
de Wet milieubeheer.
2. Na onderdeel c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: ca. oude
stortplaats: een stortplaats die staat vermeld op de lijst, bedoeld in artikel
8.53 van de Wet milieubeheer.
VI
Artikel XX, onderdeel B, onder 1., komt te
luiden:
1. In het eerste lid wordt «€ 89,71» vervangen
door «€ 97,14» en wordt «nihil» vervangen
door «€ 25,00 per 1000 kilogram».
Toelichting
In de in Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) opgenomen afvalstoffenbelasting
bedraagt het tarief in geval van het verbranden van afvalstoffen nihil op
grond van artikel 28, eerste lid, van de Wbm. Dit nihiltarief wordt vervangen
door een tarief ter hoogte van € 25. Hierdoor wordt zowel bij het
storten als bij het verbranden van afvalstoffen afvalstoffenbelasting geheven
ter zake van de afgifte ter verwijdering van afvalstoffen aan een inrichting
als bedoeld in artikel 23 van de Wbm.
Wat wordt verstaan onder verwijdering is geregeld in artikel 22, eerste
lid, onderdeel b, van de Wbm: storten of verbranden van afvalstoffen, met
uitzondering van verbranden met een hoofdgebruik als brandstof of een hoofdgebruik
voor een andere wijze van energieopwekking. Het verbranden van afvalstoffen
in zogenoemde afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) wordt gezien als
verwijdering en niet als nuttige toepassing, ondanks dat de energie die vrijkomt
bij de verbranding wordt gebruikt. Ter verduidelijking is daarom aan de definitiebepaling
toegevoegd, dat de uitzondering alleen geldt voor zover sprake is van nuttige
toepassing als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer.
Uitgaande van de ruim 6 miljoen ton aan afvalstoffen die in 2008 is verwijderd
door verbranding in de Nederlandse AVI’s, bedraagt de geraamde budgettaire
opbrengst van deze maatregel ongeveer € 150 miljoen. Deze opbrengst
wordt voor een zo groot mogelijk deel (€ 87 miljoen) teruggesluisd
middels een verlaging van het tarief van de eerste schijf van de loon- en
inkomstenbelasting met 0,05%-punt. Door de afrondingssystematiek is
een grotere terugsluis niet mogelijk. Tegelijkertijd geeft deze € 63 miljoen
de mogelijkheid om de toekomstige belastingderving wanneer door de minister
van VROM gedefinieerd is bij welke centrales afval verbrand wordt met een
nuttige toepassing op te vangen.
Sap