Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32128 nr. 19 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32128 nr. 19 |
Ontvangen 16 november 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel IV vervalt.
Artikel XXV, onderdeel E, komt te luiden:
E. Artikel 67c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «€ 4 537» vervangen door: € 4 920.
2. In het vierde lid wordt «Artikel 20, eerste lid, tweede volzin» vervangen door: Artikel 20, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, tweede volzin.
Artikel XXVII wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel A komt te luiden:
A. Na artikel 52 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 52a Voorwaarden premievrijstelling arbeid in kleine banen
1. De werkgever is geen premies op grond van dit hoofdstuk verschuldigd over het loon van een werknemer ingeval het loon per maand niet meer bedraagt dan het voor de werknemer geldende bedrag, opgenomen in de derde kolom van de volgende tabel (kleinebanentabel).
Indien de werknemer de leeftijd heeft bereikt van | maar nog niet de leeftijd van | is dit artikel van toepassing ingeval het loon per maand niet meer bedraagt dan |
---|---|---|
18 jaar | € 275 | |
18 jaar | 19 jaar | € 325 |
19 jaar | 20 jaar | € 375 |
20 jaar | 21 jaar | € 425 |
21 jaar | 22 jaar | € 500 |
22 jaar | 23 jaar | € 600 |
2. Bij de bepaling of het eerste lid van toepassing is, worden tantièmes, gratificaties en andere beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend niet in aanmerking genomen.
3. Indien het loontijdvak een ander tijdvak is dan een maand wordt het in de kleinebanentabel opgenomen bedrag door herleiding bepaald. Bij die herleiding wordt een jaar op 260 dagen, een maand op 65/3 dag, een week op 5 dagen en een tijdvak dat korter is dan een dag op een dag gesteld.
4. Bij het begin van het kalenderjaar worden de bedragen van de kleinebanentabel, opgenomen in het eerste lid, bij ministeriële regeling vervangen door andere bedragen. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001. De bedragen worden afgerond op een veelvoud van € 25. Indien in het voorafgaande kalenderjaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.
b. Het in onderdeel B opgenomen artikel 122g komt te luiden:
Artikel 122g Beëindiging premievrijstelling arbeid in kleine banen
Artikel 52a vervalt met ingang van 1 januari 2011, tenzij voor die datum een voorstel van wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingediend, dat een vergelijkbare regeling bevat voor arbeid in kleine banen.
Artikel XXVIII vervalt.
Deze nota van wijziging bevat een aanpassing van de kleinebanenregeling. Daarnaast bevat deze nota van wijziging een voorstel om het mogelijk te maken om een verzuimboete op te leggen in geval van een naheffingsaanslag aan een ander dan de belastingplichtige of inhoudingsplichtige.
Met deze nota van wijziging wordt een aantal wijzigingen aangebracht in de kleinebanenregeling. Die regeling geldt als gevolg van deze wijzigingen nog alleen voor het jaar 2010 en behelst alleen nog de vrijstelling van de premies werknemersverzekeringen en het op 0% stellen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor kleine banen. De regeling in beginsel vervalt op 1 januari 2011. Daarbij is een horizonbepaling opgenomen. Het kan daardoor zijn dat de regeling nog langer voortduurt indien een voorstel is gedaan voor een wettelijke regeling waarmee een vergelijkbare faciliteit aan werkgevers wordt gegeven, maar welke regeling nog niet in werking is getreden.
De oorspronkelijke structurele administratieve lastenverlichting van € 12,5 miljoen komt hiermee te vervallen. Voor 2010 wordt nog wel een incidentele administratieve lastenverlichting gerealiseerd van € 0,35 miljoen door het vervallen van de inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en daardoor het vervallen van teruggaaf bij meerdere dienstbetrekkingen.
Verzuimboete bij naheffingsaanslag aan ander dan de belastingplichtige of inhoudingsplichtige
In het voorstel van wet wordt een aantal maatregelen met betrekking tot de verzuimboeten voorgesteld. Doel van deze maatregelen is om de functie van de verzuimboete – naleving van fiscale verplichtingen – te versterken. Daartoe wordt onder meer door indexatie de hoogte van de verzuimboeten bijgesteld, zodat deze voldoende overeen blijft stemmen met de ernst van het feit. Voor de effectiviteit van een boete is daarnaast van belang dat adequaat kan worden opgetreden tegen de daadwerkelijke overtreder. Op dit punt bestaat echter nog een handhavingstekort, waarvoor in deze nota van wijziging een oplossing wordt voorgesteld.
Er zijn situaties waarin te weinig belasting is geheven ten gevolge van het niet naleven van bepalingen van de belastingwet door een ander dan de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige. In die situaties kan de naheffingsaanslag aan die ander worden opgelegd. In de Algemene wet inzake rijksbelastingen is bovendien bepaald dat bij een dergelijke naheffingsaanslag aan de ander ook een vergrijpboete wegens een betaalvergrijp kan worden opgelegd. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor bij leaserijders die, in strijd met hun «verklaring geen privé gebruik», toch de leaseauto op kalenderjaarbasis voor meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden gebruiken. Een vergrijpboete is in deze situaties niet altijd een adequate reactie. Het opleggen van een vergrijpboete betekent dat de overtreder het zware verwijt van grove schuld of opzet wordt gemaakt. Daarnaast bedraagt de vergrijpboete een percentage van – kort gezegd – de naheffingsaanslag. Ook na de voorgeschreven individuele straftoemeting kan dit een aanzienlijk bedrag zijn. Daarom wordt nu voorgesteld om in de situaties waarin aan een ander een naheffingsaanslag wordt opgelegd, ook het opleggen van een verzuimboete aan die ander mogelijk te maken.
Artikel IV (artikel 35o van de Wet op de loonbelasting 1964)
Met deze wijziging wordt het voorstel voor het opnemen van de kleinebanenregeling uit de Wet op de loonbelasting 1964 verwijderd.
Artikel XXV (artikel 67c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)
Met deze wijziging wordt in artikel 67c, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ook artikel 20, tweede lid, tweede volzin, van die wet van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarmee kan de verzuimboete wegens het niet, gedeeltelijk niet, of niet tijdig betalen van een aangiftebelasting ook worden opgelegd aan een ander dan de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige. Eenzelfde mogelijkheid voor de vergrijpboeten is al geregeld in artikel 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Deze verzuimboete bedraagt – na de voorgestelde indexatie – ten hoogste € 4 920. Dit is het wettelijk maximum. De hoogte van de in elk individueel geval op te leggen boete wordt bepaald aan de hand van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.
Artikel XXVII, onderdelen A en B (artikel 52a en 122g van de Wet financiering sociale verzekeringen)
Met deze wijziging wordt het voorstel voor de vrijstelling voor de premies werknemersverzekeringen voor loon uit een dienstbetrekking voor bepaalde, «kleine» dienstbetrekkingen voor jongeren aangevuld in verband met het schrappen van het voorstel voor de kleinebanenregeling in de Wet op de loonbelasting 1964. De vrijstelling voor kleine banen is – net als in het oorspronkelijke voorstel – van toepassing op werknemers die jonger zijn dan 23 jaar en een loon hebben dat onder een bepaalde grens blijft. In dat geval is de werkgever vrijgesteld van premies werknemersverzekeringen.
Voor toepassing van de vrijstelling mag de werknemer de leeftijd van 23 jaar niet hebben bereikt. Bovendien mag het loon niet hoger zijn dan een voor die werknemer geldende grens per leeftijdscategorie. Op deze wijze richt deze maatregel zich uitsluitend op de kleinere dienstbetrekkingen van jongeren. De per leeftijdscategorie geldende grens is opgenomen in een tabel (de kleinebanentabel). Indien het loon van de werknemer onder de in die tabel genoemde grenzen blijft, geldt de vrijstelling.
In het tweede lid van het voorgestelde artikel 52a van de Wet financiering sociale verzekeringen is een bepaling opgenomen die ervoor zorgt dat incidentele loonbestanddelen er niet toe leiden dat het loon van een werknemer als gevolg van dat extra loon (bijvoorbeeld vakantiegeld) in een periode boven de grens uitgaat en er voor die periode alsnog premies werknemersverzekeringen zouden moeten worden ingehouden. Daartoe is in genoemd tweede lid opgenomen dat tantièmes, gratificaties en andere beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend, niet worden meegenomen bij het bepalen of het loon over de grens van de kleine banentabel gaat. Per saldo komt het er op neer dat alleen het vaste loon (dus zonder bijvoorbeeld vakantiegeld en een dertiende maand) meetelt voor de vraag of de grens wordt gepasseerd. Als de grens met het vaste loon niet wordt gepasseerd en de vrijstelling dus van toepassing is, geldt de vrijtelling voor het totale loon (dus inclusief het incidentele loon).
Zoals hiervoor is aangegeven moet worden beoordeeld of het in het loontijdvak genoten loon niet hoger is dan het maandbedrag dat ingevolge de in het eerste lid opgenomen kleinebanentabel voor de desbetreffende werknemer geldt. Dit bedrag geldt bij een loontijdvak van een maand. Indien een ander loontijdvak wordt gehanteerd, moet dit maandbedrag worden herleid. De herleidingregels zijn in het derde lid van het voorgestelde artikel 52a van de Wet financiering sociale verzekeringen opgenomen.
In het vierde lid is geregeld dat de bedragen van de kleinebanentabel bij het begin van het kalenderjaar worden vervangen. De bedragen worden bijgesteld door op de onafgeronde bedragen van het voorgaande jaar de tabelcorrectiefactor toe te passen en de uitkomst af te ronden. Daarbij zal worden gewerkt met een afronding op een veelvoud van € 25.
Voorts wordt in artikel 122g van de Wet financiering sociale verzekeringen geregeld dat de vrijstelling van artikel 52a van die wet met ingang van 1 januari 2011 vervalt. Dit is alleen anders indien voor die datum een voorstel is gedaan voor een wettelijke regeling waarmee een vergelijkbare faciliteit aan werkgevers wordt gegeven.
Artikel XXVIII (artikel 52a van de Wet financiering sociale verzekeringen)
Met de in dit onderdeel opgenomen wijziging komt de voor het jaar 2011 beoogde wijziging van de Wet op loonbelasting 1964 ter zake van de kleinebanenregeling te vervallen, nu wordt voorgesteld om die regeling niet in die wet op te nemen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32128-19-h1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.