Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32126 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32126 nr. 2 |
1. | Inleiding | 5 |
1.1 | Wat is de HGIS? | 5 |
1.2 | Opzet HGIS-nota 2010 | 5 |
2. | HGIS op hoofdlijnen | 6 |
Bijlagen | ||
Bijlage 1: | De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2009 | 16 |
Bijlage 2: | De HGIS-nota horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel en per ministerie | 17 |
Bijlage 3: | Berekening ODA-plafond 2010 en raming ODA-prestatie 2009 en 2010 | 24 |
Bijlage 4a: | De ODA-uitgaven naar beleidsthema | 25 |
Bijlage 4b: | De geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010 | 27 |
Bijlage 5: | HGIS-uitgaven Natuur, Milieu en Water | 31 |
Bijlage 6: | ODA-uitgaven Onderwijs | 33 |
Bijlage 7: | Uitgaven HIV/Aids, Malaria en Tuberculose | 34 |
Bijlage 8: | De non-ODA uitgaven naar beleidsthema | 35 |
De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) die werd ingesteld op 1 januari 1997, is een aparte budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de buitenlandactiviteiten van verschillende departementen gebundeld en in samenhang bezien. Zo wordt in één oogopslag duidelijk wat de belangrijkste uitgaven zijn die Nederland jaarlijks doet in het kader van Internationale Samenwerking. Uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van samenwerking en afstemming tussen de ministeries. In veel van de HGIS-programma’s die in deze nota worden genoemd werken meerdere ministeries samen. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.
Binnen de HGIS wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) en andere uitgaven voor internationaal beleid («non-ODA»). De minister van Buitenlandse Zaken is coördinator van het buitenlandbeleid en daarmee ook van de HGIS. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking is eerstverantwoordelijke voor de coördinatie van de ODA-middelen.
Het is de gewoonte dat de HGIS-nota de indeling van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken volgt. Deze begroting maakt deel uit van een experiment. Dit houdt in dat de beleidsagenda van de begroting specifiek ingaat op de tien doelstellingen van de eerste pijler van het kabinetsprogramma «Samen werken, samen leven». De HGIS-nota volgt deze opzet.
In hoofdstuk 2 wordt het beleid per kabinetsdoelstelling beschreven. Hierbij wordt ingegaan op de hoofdlijnen van het beleid. De HGIS-nota is bedoeld om de lezer een globaal overzicht te geven. Voor de specifieke beleidsvoornemens, de te behalen resultaten en in te zetten middelen wordt verwezen naar de ontwerpbegrotingen 2010 van de bij de HGIS betrokken ministeries.
Na hoofdstuk 2 volgt een aantal bijlagen waarin alle HGIS-uitgaven worden gepresenteerd. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel. U treft naast totaaloverzichten per begrotingsartikel en per ministerie ook de gebruikelijke thematische overzichten aan. Deze overzichten zijn gerangschikt naar de begrotingsindeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De totale HGIS-uitgaven bedragen in 2010 EUR 6,4 mld, waarvan EUR 4,7 mld voor ontwikkelingssamenwerking.
De financieel-economische crisis heeft ook gevolgen voor de HGIS. Het budget voor officiële ontwikkelingssamenwerking, ODA, bedraagt 0,8% van het Bruto Nationaal Product (BNP). De recessie waarin Nederland nu verkeert en de uitzonderlijke daling van de ramingen voor het BNP vertalen zich de komende jaren in een krimpende begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Het gaat naar verwachting om een daling van EUR 601 miljoen in 2010, EUR 673 miljoen in 2011 en EUR 788 miljoen in 2012 ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Dit is echter een momentopname. Afhankelijk van de ontwikkeling van de Nederlandse economie en BNP-bijstellingen door het Centraal Plan Bureau kan dit beeld zich nog wijzigen. Daarnaast draagt de minister voor Ontwikkelingssamenwerking in 2010 EUR 100 miljoen bij aan de extra investeringen in de Nederlandse economie die het Kabinet vorig jaar in het Aanvullend Beleidsakkoord heeft vastgesteld. Dit bedrag wordt in 2011 weer aan de begroting voor ontwikkelingssamenwerking toegevoegd. Tenslotte wordt er vanaf 2011 additioneel EUR 10 mln gekort op de non-ODA-gelden van de HGIS in verband met het Rijksbrede bezuinigingspakket. Deze kortingen worden in de loop van 2010 verder ingevuld.
Doelstelling 1: Een Europa met een stevig draagvlak dat zich richt op terreinen waar het meerwaarde levert en zich niet begeeft op terreinen waar lidstaten het beter zelf kunnen regelen
Versterkte Europese samenwerking
De Europese Unie (EU) heeft een sterk en effectief extern beleid nodig dat enerzijds wordt ingezet om de belangen van Europa in de wereld te verdedigen en anderzijds een weerspiegeling vormt van de (universele) waarden die Europa uitdraagt, zoals mensenrechten, armoedebestrijding en verdraagzaamheid. De veranderende wereld, met groeiende financiële en politieke macht van opkomende landen zoals China, India, de Golfstaten, en sommige landen in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika heeft ervoor gezorgd dat deze landen, die niet per definitie het westerse waardenpatroon één-op-één onderschrijven, assertiever worden en een belangrijkere plaats in de wereldorde opeisen.
Hierom is een sterke Europese stem nodig. Het Verdrag van Lissabon, waarin rechten en plichten van Europa en de individuele lidstaten beter worden geregeld, biedt ons mogelijkheden om wereldwijde uitdagingen gezamenlijk aan te pakken. De EU moet zich vooral richten op terreinen waar optreden op Europees niveau duidelijke meerwaarde heeft. En zich terughoudend op te stellen bij zaken die beter op nationaal of zelfs lokaal niveau kunnen worden geregeld zoals sociale woningbouw, onderwijs en welzijn. Het kabinet hecht onverminderd aan het spoedig in werking treden van dit Verdrag. Zo wordt ook besluitvorming democratischer én slagvaardiger.
Naar verwachting zal de financieel-economische crisis ook in 2010 een belangrijke stempel drukken op de Europese agenda. De focus zal vermoedelijk wel verschuiven naar meer structurele hervormingen, gericht op economisch herstel en de terugkeer naar duurzame overheidsfinanciën. De voor 2010 voorgenomen herziening van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid zal, net als stimuleringsmaatregelen, deel uitmaken van de ’exit strategie’ uit de crisis.
Klimaatbeleid en hernieuwbare energie zijn andere belangrijk EU-dossiers (zie doelstelling acht), net als zekerheid in energievoorziening. Nederland wil dat de EU zich meer richt op diversificatie van bronnen en aanvoerroutes van energie, en op verbreding van de relatie met belangrijke leveranciers.
In 2010 zal de opvolger van het Haags Programma van start gaan. Nederland wil hierbij een impuls geven aan verdergaande EU-samenwerking op de terreinen van asiel en migratie, veiligheid en klassieke Justitiële samenwerking op het gebied van openbare orde en veiligheid.
Nederland werkt tevens in EU-verband mee aan ontwikkeling. Zo wordt ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) gefinancierd via het Europees Ontwikkelingsfonds. Verder blijft Nederland andere EU-lidstaten aansporen om zich te houden aan de afspraken van 2005 over verhoging van de ODA tot 0,7% van het BNP in 2015.
Doelstelling 2: Een Europa dat zijn eigen criteria voor uitbreiding serieus neemt en strikt toepast
De EU is nauw met haar buren verbonden, zowel in economisch, sociaal en politiek opzicht, als uit het oogpunt van veiligheid en energievoorzieningszekerheid. De wederzijdse belangen zijn groot. Tegelijkertijd hecht Nederland zeer aan strikte toepassing van de criteria voor toenadering tot de Unie van de (huidige) drie kandidaat-lidstaten en vijf potentiële kandidaat-lidstaten. Door de criteria volledig na te komen tonen de kandidaat-lidstaten aan dat zij volledig onderdeel zijn (geworden) van de Europese waardengemeenschap. Nederland hecht er ook sterk aan dat de Unie zelf – ook institutioneel – in staat is nieuwe leden te verwelkomen. Het heeft dan ook de voorkeur dat het Verdrag van Lissabon in werking is getreden voor de eerstvolgende uitbreiding van de Unie.
Het Programma Maatschappelijke Transformatie (Matra)
Het MATRA-programma wordt in 2010 gefinancierd vanuit de HGIS met EUR 33,8 mln. Dit programma is onder andere gericht op versterking van het maatschappelijk middenveld door financiering van kleine of middelgrote projecten. Daarnaast richt MATRA zich op ondersteuning van de overheid door opleiding van ambtenaren en kortdurende ambtelijke ondersteuning vanuit Nederland. MATRA werkt hierbij complementair aan de Europese instrumenten voor pre-accessie en nabuurschapbeleid. Eind 2008 is gestart met een herziening van het MATRA-programma. Deze herziening is erop gericht om de relevantie en doelmatigheid van het programma te vergroten, om daarmee beter aan te sluiten bij de huidige uitdagingen. Implementatie van het herziene MATRA-programma zal naar verwachting vanaf 2010 plaatsvinden.
Het Europees Nabuurschapbeleid is ontwikkeld voor landen die geen (concreet) EU-perspectief hebben, maar waarvoor de Unie niettemin een bijzondere verantwoordelijkheid voelt en ook een eigen belang heeft. Het kabinet verwelkomt in dit verband de oprichting van de Unie voor de Mediterrane Regio voor de tien zuidelijke buren (juli 2008) en het Oostelijk Partnerschap (mei 2009). Nederland zal in EU-kader en tegenover de betrokken landen blijven uitdragen dat het Oostelijk Partnerschap niet mag worden opgevat als voorportaal voor EU lidmaatschap. Nederland vindt het van groot belang dat de EU blijft investeren in de relaties met Rusland.
Doelstelling 3: Dichterbij brengen van een oplossing voor de conflicten in het Midden-Oosten
Het Midden-Oosten Vredesproces
In het Midden-Oosten Vredesproces wordt door de internationale gemeenschap gestreefd naar een levensvatbare Palestijnse staat, en veilige en erkende grenzen voor Israël. Daarop zullen alle inspanningen van Nederland, in EU- en in Verenigde Naties (VN)-verband de komende jaren gericht zijn. Nederland heeft goede betrekkingen met zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit en heeft in het vredesproces een belangrijke rol als aanjager en facilitator.
Voor een toekomstige onafhankelijke Palestijnse staat is de opbouw van een sterke Palestijnse Autoriteit van groot belang. Daarom geeft Nederland financiële steun ter ondersteuning van het ambtenarenapparaat, de opbouw van de Palestijnse veiligheidssector, en via de VN aan Palestijnse vluchtelingen.
Ontwikkelingen in de regio die invloed hebben op het vredesproces, zoals initiatieven voor vredesbesprekingen door Egypte, maar ook de verhoudingen tussen Syrië en Libanon of ontwikkelingen in het nucleaire programma van Iran, evenals de politieke ontwikkelingen na de verkiezingen in juni 2009, worden nauwlettend gevolgd.
De verbetering van de mensenrechtensituatie blijft de gemene deler in alle betrekkingen met het Midden-Oosten.
Doelstelling 4: Een moderne krijgsmacht die wereldwijd maatwerk kan leveren bij crisisbeheersings-operaties en bij het opbouwen van veiligheidsorganisaties
Veruit de grootste crisisbeheersingsoperatie waaraan Nederland bijdraagt is de ISAF-operatie in Afghanistan. ISAF (International Security Assistance Force) zal, samen met het Afghaanse leger en politie, operaties blijven uitvoeren om de veiligheid te vergroten, de Taliban in te dammen en hen het initiatief te ontzeggen. De Nederlandse inzet is niet alleen militair van aard: de nadruk ligt evenzeer op het creëren van economische kansen voor de lokale bevolking en het verbeteren van hun lokale bestuur. Hierbij is een grotere coördinerende rol op het gebied van (weder)opbouw en bestuursondersteuning weggelegd voor de VN. Het gezamenlijke doel van de internationale gemeenschap in Afghanistan – zoals ook bevestigd werd tijdens de grote internationale Afghanistan-conferentie in maart 2009 in Den Haag – is de lokale bestuurders, de lokale overheidsdiensten en de Afghaanse veiligheidsdiensten te assisteren zelfstandig op te treden. Nederland levert daaraan een bijdrage door onder andere politietrainers en ontwikkelingsdeskundigen in te zetten. Veel van deze vraagstukken zijn deel van een complexer nationaal en (inter)regionaal geheel. Ook de regionale component (Pakistan, Iran) zal in 2010 veel aandacht krijgen. Voor wat betreft de Nederlandse inzet in Afghanistan in 2010 verwijst de regering naar de zogenaamde artikel 100-brief d.d. 30 november 2007 (Kamerstuk 27 925, nr. 279).
Naast Afghanistan leveren Nederlandse militairen en civiel personeel ook op veel andere plaatsen in de wereld een bijdrage aan vrede en veiligheid. Bijvoorbeeld in Kosovo, Soedan en Burundi: hier wordt continu gewerkt in lijn met de geïntegreerde benadering. In 2010 is in het kader van crisisbeheersingsoperaties een bedrag van EUR 323 mln begroot.
Doelstelling 5: Samenhang en effectiviteit van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid vergroten
In de notitie Veiligheid en Ontwikkeling in Fragiele Staten (2008) is vastgelegd dat het Kabinet inzet op verbetering van menselijke veiligheid, bijdragen aan een legitieme overheid, en het creëren van vredesdividend. Voor het realiseren van deze strategie is geïntegreerd beleid essentieel. Samenwerking in de buitenland driehoek (Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking) en met Economische Zaken (EZ), speelt een centrale rol. Maar er is ook behoefte aan de expertise van andere ministeries; zoals Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Financiën. Samen met deze ministeries werken we aan de praktische invulling van het fragiele staten-beleid op terreinen als security sector reform (SSR), disarmament demobilization and reintegration (DDR), en terreinen als early recovery en het verbeteren van bestuurlijke kwaliteit en sociaal economische ontwikkeling. Programma’s waarmee we de fragiliteit in staten willen reduceren.
Nederland beschikt met het Stabiliteitsfonds over een mechanisme waarmee een breed scala aan activiteiten op het snijvlak van veiligheid en ontwikkeling kan worden gefinancierd. Een voorbeeld hiervan is ons werk in Afghanistan.
Afghanistan
In 2010 blijft Nederland de Afghaanse overheid ondersteunen bij het creëren van veiligheid en ontwikkeling. De geïntegreerde benadering richt zich op de Afghanisering van de veiligheidsstructuren en civilisering van de internationale aanwezigheid. Door het uitvoeren van kleinschalige projecten om vredesdividend en vertrouwen in de buitenlandse aanwezigheid te genereren, werken we aan duurzame OS-programma’s. Naast een bijdrage aan het nationale «Afghanistan Reconstruction Trust Fund» en ondersteuning van de opbouw van het onderwijs en de gezondheidszorg in Uruzgan, zal Nederland meer nadruk gaan leggen op het stimuleren van de economische ontwikkeling van Afghanistan. Het zal daarbij gaan om ontwikkeling van (opleidingen in) de landbouwsector, in samenhang met microkredietprogramma’s, infrastructurele projecten, programma’s ter ondersteuning van boeren en ondernemers en de bedrijfsleveninstrumenten. Wanneer welvaart stijgt, wordt de kans op conflicten kleiner. Mede in het kader van conflictpreventie is er een regionaal waterprogramma gestart ten behoeve van samenwerking en private sectorontwikkeling in Afghanistan en Pakistan.
Het Stabiliteitsfonds is door de OESO omschreven als «best practice»1. Nederland streeft ernaar de omvang van het fonds, ondanks de budgettaire krapte als gevolg van de economische crisis, ook in 2010 op peil te houden. Het totale budget van het fonds in 2010 is vastgesteld op ruim 91 miljoen euro.
Vanuit dit perspectief vinden er eveneens bijdragen plaats aan vredesopbouw in Soedan, Burundi en de Democratische Republiek Congo. Ook in Colombia, Guatemala en Kosovo wordt via de geïntegreerde benadering aan vrede en veiligheid gewerkt.
Voor 2010 en 2011 is tevens de continuering van het lopende onderzoek-programma van het Hague Institute for Internationalisation of Law (HiiL) zeker gesteld. De ministeries van Buitenlandse Zaken, Jusititie, OCW, BZK en EZ werken in dit verband samen aan gedeelde beleids- en visie-ontwikkeling op benodigde kennis van het internationaal recht en de beginselen van de democratische rechtsstaat.
Doelstelling 6: Duurzame economische ontwikkeling bevorderen en armoedebestrijding met kracht voortzetten en uitwerken in het project «De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij»
De internationale inspanningen om de Millennium ontwikkelingsdoelen (de MDGs) in 2015 te bereiken worden door de financieel-economische crisis extra op de proef gesteld. Hoewel de afgelopen jaren in veel landen flinke vooruitgang is geboekt bij het bestrijden van armoede in brede zin, is dit op een aantal terreinen te weinig het geval. Voorbeelden hiervan zijn het terugdringen van de moedersterfte, het verkleinen van genderongelijkheid en de bestrijding van tuberculose. Er is wel significante vooruitgang te zien op MDG 4 (kindersterfte) en MDG 2 (onderwijs, met name op het gebied van onderwijsparticipatie).
Project «De Millennium ontwikkelingsdoelen dichterbij»
In 2015...
MDG 1 zijn extreme armoede en honger uitgebannen
MDG 2 gaan alle jongens en meisjes naar school en maken die af
MDG 3 hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten
MDG 4 is kindersterfte sterk afgenomen
MDG 5 sterven er minder vrouwen door zwangerschap
MDG 6 is de verspreiding van ziektes als aids en malaria gestopt
MDG 7 leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu
MDG 8 is er meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp
De meeste ontwikkelingslanden hebben – in tegenstelling tot westerse landen – weinig (financiële) middelen om de meest pijnlijke gevolgen van de crisis te verzachten. Omdat Nederland zich blijvend hard wil maken voor het bereiken van de millenniumdoelen houdt Nederland zich consequent aan de afspraak van 0,8% BNP, maar de budgettaire krapte als gevolg van het dalend nationaal inkomen dwingt ons om nog meer dan andere jaren heldere en scherpe keuzes te maken. Dat gebeurt op de volgende wijze.
De prioriteiten uit de beleidsbrief «Een Zaak Van Iedereen» blijven onverminderd van kracht:
I. Veiligheid en ontwikkeling: In Afghanistan zal de wederopbouw volgens de geïntegreerde benadering worden voortgezet, in Burundi staat uitvoering van het Security Sector Reform programma centraal en ook in andere fragiele staten wordt verder gewerkt aan veiligheid en ontwikkeling.
II. Groei en verdeling: Nederland versterkt de inzet op het faciliteren van de private sector in ontwikkelingslanden. Extra aandacht gaat ook uit naar het creëren van werkgelegenheid, publieke infrastructuur en juridische en financiële capaciteitsopbouw en de uitvoering van de OS/LNV beleidsbrief over landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid.
III. Gender en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten: In 2010 is de Nederlandse inzet gericht op de bestrijding van geweld tegen vrouwen, op de verbetering van reproductieve gezondheid en rechten en versterking van de positie en rol van vrouwen in (post)conflictgebieden. Het internationale Nederlandse emancipatiebeleid wordt in 2010 geëvalueerd.
IV. Duurzaamheid, klimaat en energie: Uitwerking en uitvoering van de besluiten die tijdens de top in Kopenhagen (eind 2009) genomen zijn staat in 2010 centraal. Nederland zet daarbij in op een versterkte financiële architectuur en capaciteitsopbouw ter ondersteuning van klimaatbeleid in ontwikkelingslanden.
Daarnaast komen alle kanalen in aanmerking voor kortingen: multilateraal, particulier, bilateraal en bedrijfsleven. De bestaande input- en outputdoelstellingen worden niet ontzien, met uitzondering van de 0,1% BNP voor het milieu. Waar mogelijk worden gemaakte juridische afspraken niet open gebroken: dit vanuit het streven om als een betrouwbare donor te (blijven) opereren.
Deze prioriteitenstelling heeft zich vertaald in een relatief grote korting op het bilaterale kanaal. Hierin zijn verschillen aangebracht op basis van de landenprofielen. Het is niet mogelijk gebleken de programma’s in Profiel I – landen (Versnelde MDG-bereiking) uit te sluiten van bezuinigingen. De korting is evenwel relatief beperkt gehouden. Gezien de prioriteit van het thema Veiligheid en Ontwikkeling is besloten de budgetten voor de partnerlanden met Profiel II (Veiligheid en Ontwikkeling) gelijk te houden. In deze landen blijft Nederland ook de komende jaren volop investeren in vrede en stabiliteit. De grootste bezuiniging vindt plaats in de Profiel III – landen (Brede Relatie). Het betreft partnerlanden die de status van middeninkomensland al (bijna) hebben bereikt, en waar de millenniumdoelen in het algemeen op schema liggen. Deze landen zijn rijp voor het aangaan van een groeiend palet aan relaties met Nederland en met andere landen.
Bij de centrale bilaterale budgetten wordt in 2010 onder meer EUR 100 mln bij Education For All/Fast Track Initiative gekort. Deze korting is mede ingegeven door de lage doorloopsnelheid van dit fonds en het feit dat inmiddels ook andere donoren flink aan dit fonds bijdragen. De korting op het multilaterale kanaal in 2010 is relatief beperkt gebleven met EUR 80 miljoen. Het maatschappelijk kanaal wordt in 2010 relatief weinig gekort.
Om de effectiviteit van onze inspanningen verder te vergroten, heeft de minister eind 2008 een ambitieuze moderniseringsagenda gelanceerd: ’Ontwikkelings-samenwerking 2.0’. Ook in 2010 staat de concrete uitvoering van deze agenda centraal. Dit betekent onder meer veel aandacht voor zeggenschap van ontwikkelingslanden en opkomende economieën in internationale organisaties (hulp als hefboom). Ook zal Nederland investeringen in productieve sectoren en belastinginning door ontwikkelingslanden ondersteunen (economische groei). Verder blijft Nederland steun geven aan overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor transparantie en verantwoording en het bestrijden van corruptie (strijd tegen corruptie). In 2010 krijgt het nieuwe medefinancieringsstelsel verder vorm dat tot meer samenwerking en maatwerk aanspoort en zullen zuidelijke organisaties een grotere rol gaan spelen (openbreken van de hulpindustrie). Tenslotte wil Nederland in 2010 concrete resultaten behalen op basis van de afspraken die zijn gemaakt in de Verklaring van Parijs en de Accra Actie Agenda. Zo moet de versnippering tussen donoren en de werkbelasting van partneroverheden afnemen (verhoging van effectiviteit).
Doelstelling 7: Een evenwichtige en uitgesproken inzet voor mensenrechten overal ter wereld
De bevordering van mensenrechten staat ook in 2010 centraal in het buitenlands beleid van Nederland. Mensenrechten vertegenwoordigen de fundamentele waarden waarop een democratische rechtsstaat is gebaseerd. Deze waarden zijn vertaald in verschillende internationale afspraken en verdragen, waaronder bovenal de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De fundamentele rechten die daarin staan horen voor iedereen, altijd en overal, te gelden. Helaas is dat nog lang niet het geval.
In de mensenrechtenstrategie «Naar Een Menswaardig Bestaan», met daarin meer dan honderd actiepunten, maakt Nederland keuzes waar de Nederlandse inzet het hardste nodig is: het tegengaan van doodstraf en marteling, het bevorderen van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, non-discriminatie van vrouwen en homoseksuelen, en de bevordering van kinderrechten. In 2010 is 27,5 miljoen euro beschikbaar voor het Mensenrechtenfonds.
Naast «mensenrechten voor iedereen» richt Nederland zich op de verwevenheid tussen mensenrechten, vrede en veiligheid. Op basis van dit uitgangspunt blijft Nederland zich in 2010 inzetten voor een brede acceptatie van het concept van Responsibility to Protect (R2P): de verantwoordelijkheid van staten om goed voor hun burgerbevolking te zorgen en zich niet achter het soevereiniteitsbeginsel te verschuilen als zij dit niet doen. Het komende jaar wordt bovendien een internationale conferentie voor mensenrechtenverdedigers georganiseerd.
Nederland doet dat niet alleen: ook in EU- en ander multilateraal verband zet Nederland zich in voor mensenrechten. Zo hebben we tot medio 2010 zitting in de Mensenrechtenraad (MRR) van de Verenigde Naties. Om goede resultaten te kunnen boeken zal Nederland blijven investeren in het zoeken naar nieuwe en wisselende coalities. Het lidmaatschap van de VS zal mogelijk zorgen voor nieuwe dynamiek.
Doelstelling 8: Actief bijdragen aan het tot stand komen van nieuwe ambitieuze internationale klimaatdoelstellingen voor na 2012
Pro-actieve inzet op duurzaamheid, klimaat en energie
Klimaatverandering is een wereldwijd probleem dat vraagt om wereldwijde oplossingen. Daarvoor zijn er internationale afspraken nodig. In december vindt in Kopenhagen de VN klimaatconferentie plaats: hier zullen nieuwe internationale klimaatafspraken gemaakt moeten worden als vervolg op het Kyoto protocol, dat in 2012 afloopt.
Nederland en de EU streven naar een juridisch bindend VN klimaatakkoord dat moet voorkomen dat de wereldtemperatuur met meer dan 2 graden Celsius stijgt. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 moet zijn gehalveerd ten opzichte van 1990. Daarvoor is het nodig dat rijke landen de uitstoot terugdringen met 25–40% in 2020. Ook ontwikkelingslanden, met name de snel groeiende ontwikkelingslanden, zullen (naar hun verantwoordelijkheid en vermogen) activiteiten ondernemen om klimaatverandering tegen te gaan.
Binnen de VN liggen de standpunten op dit moment nog ver uit elkaar. Hoe de conferentie in Kopenhagen ook uitpakt, de afspraken in het Klimaatakkoord van Kopenhagen zullen in 2010 verder moeten worden uitgewerkt in concrete instrumenten. Nederland zal ook daarbij een ambitieuze onderhandelingspartner blijven binnen en buiten de EU. Daarbij blijft het uitgangspunt dat er een ambitieus en effectief internationaal klimaatregime komt, dat goed aansluit op het Kyoto Protocol en waaraan alle landen naar vermogen en verantwoordelijkheid bijdragen. In internationaal verband horen daar additionele middelen bij ten behoeve van adaptatieen mitigatie in ontwikkelingslanden.
CO2-reductieprogramma’s
Een onderdeel van de klimaatdoelstelling van het kabinet, zijn de CO2-reductieprogramma’s Joint Implementation (JI) en het Clean Development Mechanism (CDM). Met deze programma’s zal Nederland zijn nationale CO2-uitstoot in het buitenland reduceren als bijdrage aan de reductiedoelstelling uit het Kyoto-protocol. Emissiereducties die via deze mechanismen in het buitenland worden behaald, tellen mee bij de invulling van de nationale reductieverplichting. Het kabinet verwacht dat in de periode 2008–2012 door de recessie minder dan de eerder verwachte 65 Mton aan emissierechten uit CDM en JI-projecten nodig is. Naar aanleiding van de evaluatie Schoon en Zuinig wordt bezien of deze verwachting werkelijkheid wordt en worden eventuele alternatieve aanwendingen in kaart gebracht, zoals aanwending van de rechten voor de post-Kyoto periode.
Milieu en ontwikkelingssamenwerking
Het kabinet heeft voor de periode 2008–2011 in totaal 500 mln euro beschikbaar gesteld voor hernieuwbare energie. Door middel van directe investeringen worden bronnen voor hernieuwbare energie ontwikkeld en wordt toegang van armen tot hernieuwbare energie verbeterd. In 2010 wordt geïnvesteerd in een efficiënter gebruik van hernieuwbare energiebronnen, zoals windenergie, waterkracht, biomassa, zonne-energie en aardwarmte in onder andere Indonesië, Zambia en het Grote Merengebied.
Nauw gerelateerd aan de zorgen over klimaatverandering zijn de zorgen over het wereldwijde milieu en waterbeheer in bredere zin. Verschillende programma’s in de HGIS geven uitvoer aan het Nederlandse beleid ten aanzien van internationaal milieu en waterbeheer.
Zo levert het interdepartementale programma «Partners voor Water» een bijdrage aan de oplossingen voor de wereldwaterproblematiek door het bundelen van Nederlandse expertise op het gebied van water bij overheid, bedrijfsleven, kennisinstituten en NGO’s. Er is besloten om vanaf 2010 de ondersteuning van dit programma vanuit de HGIS met zes jaar te verlengen.
Partners voor Water III
Het programma «Partners voor Water», draagt sinds 2000 bij aan oplossingen voor de wereldwaterproblematiek, en aan de versterking van de positie van de Nederlandse watersector. In dit programma wordt Nederlandse expertise op het gebied van water gebundeld: het is gericht op bedrijfsleven, kennisinstituten, NGO’s en overheden. Vijf ministeries zijn bij de aansturing van dit programma betrokken. Recent is een externe evaluatie uitgevoerd die een positief beeld schetst van de impact van «Partners voor Water». Er is besloten om vanaf 2010 de ondersteuning van dit programma vanuit de HGIS met zes jaar te verlengen. Naast de bestaande thema’s en landenfocus schenkt Partners voor Water III bijzondere aandacht aan enkele «deltalanden». Delta’s in dichtbevolkte, maar vruchtbare gebieden kennen eigen aan water gerelateerde problemen. In nieuw aan te gane meerjarige programmatische samenwerkingsverbanden worden in deze landen integrale, vraaggestuurde programma’s nagestreefd, inclusief specifieke aandacht voor goed bestuur, onderhoud en beheer.
Doelstelling 9: Betere dienstverlening aan Nederlandse burgers en bedrijven in het buitenland
Nederland is een internationaal georiënteerd land. Bedrijven opereren over de grenzen heen, miljoenen Nederlanders reizen jaarlijks naar het buitenland voor werk, studie of vakantie. Daarnaast bezoeken miljoenen burgers uit het buitenland ons land om dezelfde redenen. Het overgrote deel van alle reisbewegingen verloopt goed en onbelemmerd. Wanneer er zich echter problemen voordoen, wordt vaak om consulaire bijstand gevraagd. Bij deze consulaire dienstverlening, een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, valt te denken aan bijstand bij ziekte of overlijden als gevolg van ongevallen, natuurrampen, misdrijven en/of terroristische aanslagen. Verder wordt geassisteerd in het kader van de internationale rechtshulp, zoals bijvoorbeeld bij kindontvoeringszaken. Ruim 2600 Nederlandse gedetineerden worden o.a. met bezoeken door de posten intensief begeleid. Hiernaast zijn ook de invoering van de nieuwe generatie reisdocumenten, afhandeling van visumaanvragen, het omgaan met asiel, migratie en personenverkeer allemaal elementaire taken die voor rekening komen van ambassades en consulaten.
In EU-verband wordt verder gewerkt aan het bevorderen van samenwerking op het gebied van visum-, asiel- en migratiebeleid, met specifieke aandacht voor de externe dimensie en voor de samenwerking met derde landen. In crisissituaties worden evacuaties zoveel mogelijk gezamenlijk door de EU-landen uitgevoerd. In Koninkrijksverband wordt gestreefd naar vergaande harmonisatie van het visumbeleid.
De Nederlandse economie en welvaart zijn van oudsher in sterke mate afhankelijk van de economische activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland. Het stimuleren van internationale handel en investeringen blijft dan ook van groot belang voor het bevorderen van een bestendige groei van de Nederlandse economie. Juist in tijden van economische tegenspoed moet hier extra aandacht aan worden besteed. Het kabinet probeert daarom bedrijven die daar om vragen te helpen bij het verkrijgen van toegang tot andere markten. Ook probeert het kabinet via het Netherlands Foreign Investments Agency (NFIA) buitenlandse investeerders naar Nederland te halen. Economische dienstverlening, aangestuurd vanuit Economische Zaken, wordt mét Buitenlandse Zaken uitgevoerd door middel van het wereldwijde netwerk van ambassades, consulaten-generaal (CGs), honoraire consulaten en Netherlands Business Support Offices (NBSOs), in samenwerking met de vakattachés van andere departementen zoals bijvoorbeeld van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Project: Loop eens binnen in het buitenland / Internationaal Ondernemen
Doelstelling van het kabinet is het Nederlandse bedrijfsleven beter te positioneren in het buitenland. Daarbij is de inzet van het postennet van essentieel belang. Alhoewel de grote Nederlandse bedrijven bekend zijn met het werk op de posten, bestaat er vooral bij het Nederlandse midden- en kleinbedrijf brede onbekendheid met hun werk en een perceptie van hoogdrempeligheid. De Dutch Trade Board, het publiek-private netwerk dat zich richt op internationaal ondernemen, heeft daarom het initiatief genomen om door middel van een brede communicatiecampagne de bekendheid van het netwerk te vergroten en de ondernemers beter te informeren over wat het netwerk hun te bieden heeft. In de campagne komt duidelijk naar voren van welke posten een basispakket aan economische dienstverlening kan worden verwacht en van welke posten men een meer uitgebreide dienstverlening kan verwachten. De campagne gaat over het hele economische netwerk (Ambassades – inclusief Technisch Wetenschappelijk attachés en landbouwattachés- CG’s, NBSO’s) en wordt in samenwerking tussen de drie betrokken departementen EZ, LNV en BZ uitgevoerd. Waar een bedrijf ook «aanklopt» in het netwerk, overal moet men dezelfde informatie krijgen.
Doelstelling 10: Betere dienstverlening aan internationale organisaties en buitenlandse bedrijven die zich in Nederland vestigen
Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats
De Nederlandse Regering wil de aantrekkelijkheid van Nederland als gastland voor internationale organisaties versterken. De Rijksbrede benadering die daartoe in 2005 is ingezet, wordt geïntensiveerd. Het kabinet wil de dienstverlening aan geprivilegieerde buitenlanders verder versterken. In 2010 zal het kabinet samenhangend beleid formuleren en uitvoeren om nieuwe organisaties aan te trekken zoals een vestiging in het kader van het Europese programma voor satellietnavigatie. Daarnaast ligt de nadruk van de Nederlandse inzet in 2010 op het behouden en vergroten van de tevredenheid van organisaties die al in Nederland gevestigd zijn met de wijze waarop zij Nederlandse gastvrijheid genieten. Hierbij valt te denken aan het Internationaal Strafhof, Eurojust en Europol. Eurojust is al enige tijd conform een besluit van de Europese Raad in Nederland gevestigd. Ter financiering van de Nederlandse gastlandbijdrage aan de definitieve huisvesting van Eurojust in Den Haag komt vanaf 2012 uit de HGIS/non-ODA voor een periode van vijf jaar EUR 6 miljoen per jaar beschikbaar.
Een nieuwe uitdaging voor 2010 is het uitfaseren van enkele internationale hoven (Joegoslavië Tribunaal en Sierra Leone Tribunaal) en de opzet door de VN van een eventuele restorganisatie (het zogenaamde «residual mechanism»). Deze zal in zeer afgeslankte vorm een aantal taken kunnen blijven vervullen, zoals het beheer van archieven en bewijsmateriaal, eventueel hoger beroep, mogelijke tussentijdse invrijheidsstelling veroordeelden en dergelijke.
Aandachtspunt naast de Kabinetsdoelstellingen:
Nederland wil met het Internationaal Cultuurbeleid de positie van Nederland versterken. Internationaal Cultuurbeleid is dan ook een integraal onderdeel van het buitenlandbeleid, wat in nauwe samenwerking tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) wordt opgesteld en uitgevoerd. Het idee van «halen en brengen» is een belangrijk uitgangspunt van het beleid.
Presentaties van Nederlandse cultuur in het buitenland worden gerichter en meer zichtbaar neergezet, zoals tijdens de manifestaties Ruhr 2010, Istanbul 2010 en de wereldexpo Shanghai 2010. Extra aandacht gaat naar disciplines waarin Nederland sterk staat, maar nog sterker kan worden. Zo ondersteunt de regering het programma Dutch Design Fashion and Architecture (Dutch DFA) om in de periode 2009–2012 de internationale positie van de sectoren design, mode en architectuur duurzaam te versterken.
Daarnaast richt de regering zich bij de betrekkingen met andere landen op het behoud van aanwezig gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Ook de culturele samenwerking met ontwikkelingslanden wordt steeds belangrijker. Wereldwijd groeit de overtuiging dat cultuur bijdraagt aan ontwikkeling en daarmee aan het behalen van de Millenniumdoelen. Ontwikkelingssamenwerking speelt een brugfunctie in de interculturele dialoog
BIJLAGE 1 De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2009 (bedragen in mln EUR)
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|
HGIS-uitgaven | ||||||
Stand Miljoenennota 2009 | 6 914,8 | 7 060,8 | 7 229,3 | 7 193,9 | 7 382,5 | |
Macrobijstellingen (BNP-mutaties) | – 593,8 | – 600,9 | – 672,9 | – 787,8 | – 896,1 | |
Eindejaarsmarge | 134,5 | 10,0 | 20,5 | 0,0 | 0,0 | |
Overboekingen van/naar HGIS | – 0,4 | – 1,7 | – 13,9 | – 17,0 | – 21,4 | |
Intertemporele kasschuiven | – 78,9 | – 100,0 | 178,9 | 0,0 | 0,0 | |
Desalderingen | 17,9 | – 0,1 | – 0,3 | – 0,3 | – 0,3 | |
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2010 | 6 394,0 | 6 368,2 | 6 741,6 | 6 388,9 | 6 464,7 | 6 558,4 |
HGIS-ontvangsten | ||||||
Stand Miljoenennota 2009 | 155,3 | 133,5 | 132,9 | 132,0 | 121,4 | |
Desalderingen | 17,9 | – 0,1 | – 0,3 | – 0,3 | – 0,3 | |
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2010 | 173,1 | 133,3 | 132,7 | 131,7 | 121,2 | 117,1 |
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten | 6 220,9 | 6 234,8 | 6 608,9 | 6 257,1 | 6 343,5 | 6 441,2 |
BIJLAGE 2 De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | ||||||||
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | ||
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten | |||||||||||||||
02.01 Algemene Rekenkamer/recht- en doelmatigheidsbevordering | 280 | 280 | 280 | 280 | 140 | 140 | |||||||||
Totaal | 280 | 280 | 280 | 280 | 140 | 140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
V Buitenlandse Zaken | |||||||||||||||
01.00 | Versterkte int. rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten | ||||||||||||||
01.01 Internationale rechtsorde | 41 811 | 4 431 | 48 477 | 5 070 | 46 699 | 5 154 | 46 239 | 5 154 | 46 239 | 5 154 | 46 239 | 5 154 | 46 239 | 5 154 | |
01.02 Mensenrechten | 51 430 | 36 332 | 53 957 | 39 003 | 52 169 | 36 576 | 49 346 | 33 753 | 49 385 | 33 792 | 49 385 | 33 792 | 49 385 | 33 792 | |
01.03 Internationale juridische instellingen | 28 725 | 15 670 | 13 072 | 19 688 | 17 503 | 9 650 | 9 650 | ||||||||
02.00 | Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur | ||||||||||||||
02.01 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid | 12 177 | 12 934 | 18 553 | 19 122 | 19 358 | 21 685 | 21 685 | ||||||||
02.02 Bestrijding internationaal terrorisme | |||||||||||||||
02.03 Non-proliferatie en ontwapening | 9 164 | 1 070 | 9 014 | 1 045 | 8 917 | 1 045 | 8 917 | 1 045 | 8 917 | 1 045 | 8 917 | 1 045 | 8 917 | 1 045 | |
02.04 Conventionele wapenbeheersing | |||||||||||||||
02.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 435 035 | 296 673 | 426 136 | 302 161 | 362 377 | 247 749 | 362 579 | 247 951 | 359 024 | 244 396 | 359 024 | 244 396 | 359 024 | 244 396 | |
02.06 Humanitaire hulpverlening | 383 080 | 377 364 | 300 867 | 297 100 | 240 767 | 237 000 | 268 767 | 265 000 | 300 767 | 297 000 | 300 767 | 297 000 | 300 767 | 297 000 | |
02.07 Goed bestuur | 181 032 | 165 363 | 212 452 | 201 337 | 180 414 | 170 810 | 161 070 | 152 066 | 156 629 | 148 073 | 156 629 | 148 073 | 156 629 | 148 073 | |
02.08 Het bevorderen van energiezekerheid | |||||||||||||||
02.09 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie | 11 852 | 11 852 | 20 700 | 20 700 | 18 600 | 18 600 | 17 913 | 17 913 | 29 250 | 29 250 | 29 250 | 29 250 | 29 250 | 29 250 | |
03.00 | Versterkte Europese samenwerking | ||||||||||||||
03.02 Ondersteuning bij pre- en postaccessie | 11 000 | 10 708 | 10 708 | 10 708 | 10 708 | 10 708 | 10 708 | ||||||||
03.03 EOF Europees Ontwikkelingsfonds | 166 792 | 166 792 | 180 873 | 180 873 | 191 052 | 191 052 | 213 566 | 213 566 | 191 052 | 191 052 | 196 011 | 196 011 | 191 052 | 1 91 052 | |
03.04 Nederlandse positie in de EU | 3 585 | 3 158 | 3 145 | 3 145 | 3 145 | 3 145 | 3 145 | ||||||||
03.05 Raad van Europa | 9 179 | 9 477 | 9 303 | 9 303 | 9 303 | 9 303 | 9 303 | ||||||||
04.00 | Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede | ||||||||||||||
04.01 Handels- en financieel systeem | 16 685 | 1 448 | 24 155 | 1 352 | 22 211 | 1 157 | 21 282 | 1 157 | 20 364 | 772 | 20 364 | 772 | 20 364 | 772 | |
04.02 Armoedebestrijding | 507 873 | 502 203 | 148 556 | 141 604 | 125 269 | 118 509 | 218 781 | 215 281 | 268 282 | 264 782 | 286 672 | 283 172 | 403 600 | 400 100 | |
04.03 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden | 487 550 | 475 050 | 519 213 | 506 713 | 503 830 | 491 330 | 519 262 | 506 762 | 477 267 | 464 767 | 477 267 | 464 767 | 477 267 | 464 767 | |
04.04 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking | 9 833 | 9 833 | 10 100 | 10 100 | 14 100 | 14 100 | 15 100 | 15 100 | 16 100 | 16 100 | 16 100 | 16 100 | 16 100 | 16 100 | |
04.05 Nederlandse handels- en investeringsbevordering | 6 917 | 7 291 | 6 265 | 6 265 | 6 265 | 6 265 | 6 265 | ||||||||
05.00 | Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling | ||||||||||||||
05.01 Gelijke kansen op doorlopen kwalitatief goed onderwijs | 364 368 | 364 368 | 395 234 | 395 234 | 314 171 | 314 171 | 376 133 | 376 133 | 500 186 | 500 186 | 500 186 | 500 186 | 500 186 | 500 186 | |
05.02 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek | 134 635 | 132 039 | 154 149 | 151 553 | 169 829 | 167 233 | 180 757 | 178 161 | 181 031 | 178 435 | 181 031 | 178 435 | 181 031 | 178 435 | |
05.03 Gender | 31 340 | 31 340 | 47 660 | 47 660 | 48 536 | 48 536 | 25 696 | 25 696 | 26 600 | 26 600 | 26 600 | 26 600 | 26 600 | 26 600 | |
05.04 HIV/AIDS | 313 705 | 311 756 | 321 616 | 319 665 | 281 991 | 280 040 | 285 962 | 284 011 | 316 562 | 314 611 | 316 562 | 314 611 | 316 562 | 314 611 | |
05.05 Reproductieve gezondheid | 161 873 | 161 873 | 198 772 | 198 772 | 187 480 | 187 480 | 162 359 | 162 359 | 168 109 | 168 109 | 168 109 | 168 109 | 168 109 | 168 109 | |
05.06 Participatie civil society | 677 745 | 677 431 | 533 739 | 533 477 | 573 612 | 573 612 | 522 990 | 522 990 | 537 806 | 537 806 | 537 806 | 537 806 | 537 806 | 537 806 | |
06.00 | Beter beschermd en verbeterd milieu | ||||||||||||||
06.01 Milieu en water | 233 565 | 230 347 | 257 168 | 253 840 | 221 052 | 217 662 | 505 456 | 503 112 | 254 934 | 253 515 | 254 934 | 253 515 | 254 934 | 253 515 | |
06.02 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen | 125 882 | 125 882 | 132 417 | 132 417 | 113 921 | 113 921 | 123 835 | 123 835 | 139 063 | 139 063 | 139 063 | 139 063 | 139 063 | 139 063 | |
07.00 | Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer | ||||||||||||||
07.01 Consulaire dienstverlening | 13 977 | 27 757 | 12 899 | 9 049 | 9 049 | 9 049 | 9 049 | ||||||||
07.02 Vreemdelingenbeleid | 175 473 | 174 344 | 249 158 | 247 898 | 263 431 | 262 316 | 124 921 | 123 806 | 127 800 | 126 685 | 127 800 | 127 281 | 127 800 | 127 281 | |
08.00 | Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland | ||||||||||||||
08.01 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden | 15 165 | 2 581 | 11 828 | 2 630 | 9 660 | 2 359 | 8 773 | 1 827 | 8 763 | 1 827 | 8 763 | 1 827 | 8 763 | 1 827 | |
08.02 Cultureel erfgoed | 4 902 | 1 287 | 4 202 | 1 057 | 4 820 | 1 205 | 4 820 | 1 205 | 4 820 | 1 205 | 4 820 | 1 205 | 4 820 | 1 205 | |
08.03 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid | 64 435 | 39 209 | 67 774 | 36 809 | 62 813 | 34 784 | 63 260 | 35 025 | 62 895 | 34 815 | 62 895 | 34 815 | 62 895 | 34 815 | |
08.04 Vestigingsklimaat int. organisaties in Nederland | |||||||||||||||
09.00 | Geheim | ||||||||||||||
09.01 Geheim | |||||||||||||||
10.00 | Nominaal en onvoorzien | ||||||||||||||
10.01 Nominaal en onvoorzien | 14 | 8 074 | 32 992 | 77 231 | 97 467 | 124 876 | 233 606 | ||||||||
11.00 | Algemeen | ||||||||||||||
11.01 Apparaatsuitgaven | 702 433 | 215 085 | 746 801 | 214 027 | 745 649 | 214 214 | 730 770 | 214 711 | 683 715 | 214 653 | 690 690 | 214 615 | 684 127 | 214 615 | |
Totaal | 5 393 232 | 4 515 953 | 5 170 087 | 4 242 097 | 4 870 307 | 3 950 615 | 5 173 065 | 4 227 619 | 5 108 358 | 4 193 693 | 5 160 565 | 4 217 600 | 5 374 701 | 4 329 569 | |
VI Justitie | |||||||||||||||
13.03.01 | Rechtshandhandhaving/Tech. ass. bij drugsbestrijding Suriname | 65 | 65 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
13.03.01 | Rechtshandhandhaving/Europol en Eurojust | 12 710 | 23 349 | 26 849 | 31 463 | 29 239 | 27 809 | 23 582 | |||||||
13.03.03 | Rechtshandhandhaving/NFI | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | ||||||||
91.01.01 | Effectieve besturing van het Justitieapparaat/Attachés | 1 247 | 1 408 | 1 408 | 1 408 | 1 408 | 1 408 | 1 408 | |||||||
91.01.01 | Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO | 115 | 146 | 146 | 146 | 146 | 146 | 146 | |||||||
Totaal | 14 137 | 65 | 25 603 | 200 | 29 103 | 200 | 33 717 | 200 | 31 493 | 200 | 30 063 | 200 | 25 836 | 200 | |
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | |||||||||||||||
12.01 | Apparaat (attachés) | 478 | 698 | 491 | 491 | 491 | 491 | 491 | |||||||
Totaal | 478 | 0 | 698 | 0 | 491 | 0 | 491 | 0 | 491 | 0 | 491 | 0 | 491 | 0 | |
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | |||||||||||||||
06.01 | HBO (beurzen niet EU) | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 |
07.10 | Wetenschappelijk onderwijs | 59 699 | 56 460 | 61 827 | 58 558 | 61 814 | 58 546 | 61 814 | 58 546 | 61 814 | 58 546 | 61 814 | 58 546 | 61 814 | 58 546 |
08.11 | Internationaal beleid: attachés | 158 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | |||||||
08.11 | Internationaal beleid: Cultuur overig | 943 | 1 504 | 904 | 904 | 904 | 904 | 904 | |||||||
14.01/ 02/04/05 | Cultuur: overig | 166 | 6 166 | 4 566 | 4 566 | 4 566 | 4 566 | 4 566 | |||||||
14.04 | Cultuur: Sieboldhuis | 110 | |||||||||||||
16.01 | Onderzoek en wetenschappen: WOTRO | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 |
Totaal | 64 983 | 60 367 | 73 554 | 62 465 | 71 341 | 62 453 | 71 341 | 62 453 | 71 341 | 62 453 | 71 341 | 62 453 | 71 341 | 62 453 | |
IXB Financiën | |||||||||||||||
01 | Belastingen | ||||||||||||||
02 | Belastingdienst (attachés) | 1 331 | 1 170 | 1 170 | 1 170 | 1 170 | 1 170 | 1 170 | |||||||
04 | Internationale betrekkingen | ||||||||||||||
20 | Mult. Ontw. Banken en Fondsen | 115 662 | 113 630 | 94 877 | 94 040 | 99 600 | 99 600 | 298 390 | 298 390 | 213 895 | 213 895 | 230 428 | 230 428 | 197 315 | 197 315 |
09 | Algemeen (apparaat/attachés) | 1 021 | 1 065 | 1 065 | 1 065 | 1 065 | 1 065 | 1 065 | |||||||
Totaal | 118 014 | 113 630 | 97 112 | 94 040 | 101 835 | 99 600 | 300 625 | 298 390 | 216 130 | 213 895 | 232 663 | 230 428 | 199 550 | 197 315 | |
X Defensie | |||||||||||||||
20 | Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) | 328 023 | 6 700 | 377 100 | 13 000 | 323 500 | 13 000 | 279 000 | 13 000 | 199 000 | 13 000 | 199 000 | 13 000 | 199 000 | 13 000 |
26 | Commando Dienstencentra | ||||||||||||||
06.01 | Attachés | 16 701 | 20 688 | 20 688 | 20 688 | 20 688 | 20 688 | 20 688 | |||||||
Totaal | 344 724 | 6 700 | 397 788 | 13 000 | 344 188 | 13 000 | 299 688 | 13 000 | 219 688 | 13 000 | 219 688 | 13 000 | 219 688 | 13 000 | |
XI Volkshuisvesting, RO en Milieubeheer | |||||||||||||||
43.08.04 | Clean development mechanism | 40 124 | 40 000 | 66 419 | 88 510 | 79 397 | 54 729 | ||||||||
47.44.04 | Internationaal milieubeleid | 4 481 | 3 135 | 3 846 | 4 245 | 5 074 | 5 074 | 5 074 | |||||||
91.82.28 | Apparaat/attachés | 316 | 316 | 316 | 316 | 316 | 316 | 316 | |||||||
Totaal | 44 921 | 0 | 43 451 | 0 | 70 581 | 0 | 93 071 | 0 | 84 787 | 0 | 60 119 | 0 | 5 390 | 0 | |
XII Verkeer en Waterstaat | |||||||||||||||
31.01 | Integraal waterbeleid (Partners voor Water) | 12 825 | 14 396 | 11 215 | 9 536 | 9 536 | 9 536 | 9 536 | |||||||
33.02 | Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO) | 400 | 416 | 416 | 416 | 416 | 416 | 416 | |||||||
33.03 | Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) | 1 338 | 1 365 | 2 765 | 1 265 | 1 265 | 1 265 | 1 265 | |||||||
37.01 | Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) | 723 | 27 | 736 | 27 | 736 | 27 | 736 | 27 | 736 | 27 | 736 | 27 | 736 | 27 |
41.01 | Attachés | 2 183 | 2 365 | 2 365 | 2 365 | 2 365 | 2 365 | 2 365 | |||||||
Totaal | 17 469 | 27 | 19 278 | 27 | 17 497 | 27 | 14 318 | 27 | 14 318 | 27 | 14 318 | 27 | 14 318 | 27 | |
XIII Economische Zaken | |||||||||||||||
2 Een sterk innovatievermogen | |||||||||||||||
01 Algemeen (attachés) | 4 315 | 5 278 | 5 809 | 5 771 | 5 588 | 5 757 | 5 757 | ||||||||
45 IS opkomende markten | 5 581 | 3 675 | 2 849 | 4 406 | 5 455 | 6 713 | 6 713 | ||||||||
55 Bijdrage organisaties | 322 | 337 | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 | ||||||||
3 Een concurrerend ondernemingsklimaat | |||||||||||||||
10 Bijdrage UNWTO | 200 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | ||||||||
4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding | |||||||||||||||
01 Algemeen (bijdragen aan int. instituten) | 781 | 626 | |||||||||||||
20 CO2/reductieplan-Joint Implementation | 9 176 | 34 374 | 41 782 | 35 063 | 25 236 | 28 425 | |||||||||
50 Bijdrage aan diverse instituten | 148 | 1 108 | 1 095 | 1 080 | 1 080 | 1 080 | 1 080 | ||||||||
5 Internationale Economische Betrekkingen | |||||||||||||||
01 Algemeen | 1 812 | 794 | 1 239 | 1 645 | 1 069 | 1 060 | 1 029 | ||||||||
20 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde | 4 176 | 4 526 | 4 526 | 4 335 | 4 335 | 4 335 | 4 335 | ||||||||
30 Bevorderen van internationaal ondernemen | 70 399 | 200 | 79 244 | 0 | 68 885 | 67 563 | 74 870 | 68 636 | 70 196 | ||||||
40 Stimuleren van buitenlandse investeringen in Nederland (DBIN) | 10 963 | 700 | 735 | 1 450 | |||||||||||
50 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten | 30 285 | 63 481 | 5 000 | 51 703 | 5 000 | 46 970 | 5 000 | 40 137 | 5 000 | 24 988 | 23 459 | ||||
10 Elektronische communicatie en post | |||||||||||||||
30 Bijdrage aan internationale organisaties | 1 519 | 1 287 | 2 477 | 2 477 | 2 477 | 2 477 | 2 477 | ||||||||
Totaal | 139 677 | 200 | 195 656 | 5 000 | 181 701 | 5 000 | 171 361 | 5 000 | 160 848 | 5 000 | 144 072 | 0 | 115 647 | 0 | |
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | |||||||||||||||
23 Natuur | |||||||||||||||
01.04 Beheer van de natuur (Tropisch hout) | 61 | 61 | 61 | 61 | 61 | 61 | 61 | ||||||||
01.04 Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling» | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |||||||
26 Kennis en Innovatie | |||||||||||||||
01.01 Waarborgen van het kennisstelsel (ASC, IO en ISRIC) | |||||||||||||||
01.06 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | |
01.06 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | 1 085 | |
29 Algemeen | |||||||||||||||
01.01 Internationale contributies/FAO | 6 478 | 3 304 | 6 973 | 3 556 | 6 973 | 3 556 | 6 973 | 3 556 | 6 973 | 3 556 | 6 973 | 3 556 | 6 973 | 3 556 | |
01.01 Internationale contributies/UNEP | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | 243 | |
02.01 Apparaatsuitgaven (attachés) | 20 260 | 19 898 | 19 813 | 19 728 | 19 728 | 19 728 | 19 728 | ||||||||
Totaal | 29 162 | 5 667 | 29 295 | 5 919 | 29 210 | 5 919 | 29 125 | 5 919 | 28 125 | 4 919 | 28 125 | 4 919 | 28 125 | 4 919 | |
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |||||||||||||||
98.08.06 Apparaatsuitgaven (attachés) | 749 | 749 | 749 | 749 | 749 | 749 | 749 | ||||||||
Totaal | 749 | 0 | 749 | 0 | 749 | 0 | 749 | 0 | 749 | 0 | 749 | 0 | 749 | 0 | |
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport | |||||||||||||||
46.01.01 | Sport en OS | 1 002 | 1 002 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | ||||||
98.01.01 | Projecten via UNODC | 5 000 | 7 000 | 2 500 | |||||||||||
98.01.01 | WHO-partnerschap | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | 6 000 | |||||||
98.02.01 | Algemeen, apparaatsuitgaven (attachés) | 1 142 | 1 085 | 924 | 924 | 924 | 924 | 924 | |||||||
Totaal | 13 144 | 1 002 | 15 585 | 1 500 | 10 924 | 1 500 | 8 424 | 1 500 | 6 924 | 0 | 6 924 | 0 | 6 924 | 0 | |
Toerekeningen | |||||||||||||||
EU-begroting | 349 700 | 270 100 | 294 900 | 234 400 | 340 100 | 265 367 | 345 600 | 269 867 | 345 600 | 269 867 | 345 600 | 269 867 | 345 600 | 269 867 | |
EKI-kwijtschelding | 58 596 | 58 596 | 30 000 | 30 000 | 300 000 | 300 000 | 200 000 | 200 000 | 100 000 | 100 000 | 150 000 | 150 000 | 150 000 | 150 000 | |
Schuldkwijtschelding IMF/Liberia | 11 537 | 11 537 | |||||||||||||
Totaal | 419 833 | 340 233 | 324 900 | 264 400 | 640 100 | 565 367 | 545 600 | 469 867 | 445 600 | 369 867 | 495 600 | 419 867 | 495 600 | 419 867 | |
TOTAAL UITGAVEN | 6 600 803 | 5 044 124 | 6 394 036 | 4 688 928 | 6 368 167 | 4 703 821 | 6 741 575 | 5 083 975 | 6 388 852 | 4 863 054 | 6 464 718 | 4 948 494 | 6 558 360 | 5 027 350 |
Bijlage 2b. De HGIS-ontvangsten per begroting en artikel.
Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
V Buitenlandse Zaken | ||||||||
22 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur | ||||||||
10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid | 165 | 147 | 147 | 147 | 147 | 147 | 147 | |
70 Humanitaire hulpverlening | 1 097 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
23 Versterkte Europese samenwerking | ||||||||
40 Restitutie Raad van Europa | ||||||||
24 Meer welvaart en minder armoede | ||||||||
10 Aflossingen en rente begrotingsleningen | 39 054 | 40 587 | 20 107 | 20 570 | 20 222 | 20 222 | 20 222 | |
27 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer | ||||||||
10 Consulaire dienstverlening | 38 955 | 37 690 | 37 690 | 37 690 | 37 690 | 37 690 | 37 690 | |
28 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland | ||||||||
10 Doorberekening Defensie diversen | 701 | 790 | 790 | 790 | 790 | 790 | 790 | |
31 Algemeen | ||||||||
10 Diverse ontvangsten | 96 438 | 68 693 | 50 326 | 50 326 | 50 326 | 50 326 | 50 326 | |
20 Koersverschillen | 43 907 | |||||||
Totaal | 220 317 | 148 907 | 110 060 | 110 523 | 110 175 | 110 175 | 110 175 | |
VI Justitie | ||||||||
13.03.01 Rechtshandhaving/Europol | 857 | |||||||
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/Attachés | 5 | |||||||
Totaal | 862 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
IXB Financiën | ||||||||
04.22 Programma Ontvangsten | 17 888 | 10 998 | 10 053 | 8 920 | 8 335 | 7 779 | 3 717 | |
Totaal | 17 888 | 10 998 | 10 053 | 8 920 | 8 335 | 7 779 | 3 717 | |
X Defensie | ||||||||
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties | 12 440 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | |
Totaal | 12 440 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | |
XIII Economische Zaken | ||||||||
02.10 Infrastructuur voor innovatie | ||||||||
05 Internationale economische betrekkingen | ||||||||
20 Vrijmaken internationaal handels- en investeringsverkeer | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | ||||
21 Ontvangsten kredieten en garanties | 12 337 | 681 | 681 | 681 | 681 | 681 | 681 | |
30 Bevorderen internationaal ondernemen | 825 | |||||||
90 Diverse ontvangsten BEB | 2 013 | 1 134 | 1 134 | 1 134 | 1 134 | 1 134 | 1 134 | |
10.70 Restituties bijdragen aan internationale organisaties | 57 | |||||||
Totaal | 15 232 | 11 815 | 11 815 | 11 815 | 11 815 | 1 815 | 1 815 | |
TOTAAL ONTVANGSTEN | 266 739 | 173 127 | 133 335 | 132 665 | 131 732 | 121 176 | 117 114 |
BIJLAGE 3 Berekening ODA-plafond 2010 en raming ODA-prestatie 2009 en 2010
Berekening ODA-plafond 2010: (bedragen in miljoenen EUR) | ||
---|---|---|
2010 | ||
Raming BNP | 576 430,0 | |
Basisbedrag 0,8% BNP | 4 611,4 | |
Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen | 55,9 | |
Bij: geraamde ontvangsten OS | 41,2 | |
Bij: Duurzame energie | 100,0 | |
Af: Kasschuif | – 100,0 | |
ODA-plafond 2009 | 4 708,5 | |
Raming netto ODA-prestatie in 2009 en 2010: | ||
(bedragen in miljoenen EUR) | ||
2009 | 2010 | |
Bruto ODA-totaal | 4 693,7 | 4 708,5 |
Af: geraamde aflossingen op ODA-leningen | – 80,2 | – 55,9 |
Af: geraamde ontvangsten OS | – 42,2 | – 41,2 |
Netto ODA (in miljoenen euro) | 4 571,3 | 4 611,5 |
Raming BNP (in miljarden euro) | 563,3 | 576,4 |
Netto ODA in % van het BNP | 0,81 | 0,80 |
Bijlage 4a. De ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
2008 | 2009 | 2010 | Begroting/artikel | ||
---|---|---|---|---|---|
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten | |||||
1.1 | Internationale rechtsorde | 4 431 | 5 070 | 5 154 | V-01.01 |
1.2 | Mensenrechten | 36 332 | 39 003 | 36 576 | V-01.02 |
40 763 | 44 073 | 41 730 | |||
Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur | |||||
AR | Recht- en doelmatigheidsbevordering | 280 | 280 | 140 | IIB-02.01 |
2.3 | Non-proliferatie en ontwapening | 1 070 | 1 045 | 1 045 | V-02.03 |
2.5 | Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 296 673 | 302 161 | 247 749 | V-02.05 |
2.6 | Humanitaire hulpverlening | 377 364 | 297 100 | 237 000 | V-02.06 |
2.7 | Goed bestuur | 165 363 | 201 337 | 170 810 | V-02.07 |
2.9 | Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie | 11 852 | 20 700 | 18 600 | V-02.09 |
Defensie | Toerekening crisisbeheersingsoperaties | 6 700 | 13 000 | 13 000 | X-20 |
859 302 | 835 623 | 688 344 | |||
Versterkte Europese samenwerking | |||||
3.3 | EOF Europees ontwikkelingsfonds | 166 792 | 180 873 | 191 052 | V-03.03 |
Toerek. Toerekening EU-begroting | 270 100 | 234 400 | 265 367 | Toerekening | |
436 892 | 415 273 | 456 419 | |||
Meer welvaart en minder armoede | |||||
4.1 | Handels- en financieel systeem | 1 448 | 1 352 | 1 157 | V-04.01 |
4.2 | Armoedebestrijding | 502 203 | 141 604 | 118 509 | V-04.02 |
4.3 | Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 475 050 | 506 713 | 491 330 | V-04.03 |
4.4 | Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking | 9 833 | 10 100 | 14 100 | V-04.04 |
Justitie | Rechtshandhaving/Tech.ass. bij drugsbestr. Suriname | 65 | 200 | 200 | VI-13.03.01 |
Financiën | Mult. Ontw. Banken en Fondsen | 113 630 | 94 040 | 99 600 | IXB-04.20 |
EZ | Economische Samenwerking Indonesie | 200 | 0 | 0 | XIII-5.30 |
Faciliteit transitielanden | 0 | 5 000 | 5 000 | XIII-5.50 | |
LNV | Internationale contributies/FAO | 3 304 | 3 556 | 3 556 | XIV-29.01.01 |
Toerek. EKI-kwijtschelding | 58 596 | 30 000 | 300 000 | Toerekening | |
Schuldkwijtschelding IMF/Liberia | 11 537 | 0 | 0 | Toerekening | |
1 175 866 | 792 565 | 1 033 452 | |||
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling | |||||
5.1 | Onderwijs | 364 368 | 395 234 | 314 171 | V-05.01 |
5.2 | Kennisontwikkeling | 132 039 | 151 553 | 167 233 | V-05.02 |
5.3 | Gender | 31 340 | 47 660 | 48 536 | V-05.03 |
5.4 | HIV/AIDS | 311 756 | 319 665 | 280 040 | V-05.04 |
5.5 | Reproductieve gezondheid | 161 873 | 198 772 | 187 480 | V-05.05 |
5.6 | Participatie civil society | 677 431 | 533 477 | 573 612 | V-05.06 |
OCW | HBO (beurzen niet EU) | 3 453 | 3 453 | 3 453 | VIII-06.01 |
Wetenschappelijk onderwijs | 56 460 | 58 558 | 58 546 | VIII-07.10 | |
Onderzoek en wetenschappen: WOTRO | 454 | 454 | 454 | VIII-16.01 | |
LNV | Waarborgen van het kennisstelsel (ASC, IO en ISRIC) | 0 | 0 | 0 | XIV-26.01.01 |
Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) | 35 | 35 | 35 | XIV-26.01.06 | |
Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) | 1 085 | 1 085 | 1 085 | XIV-26.01.06 | |
VWS | Sport en OS | 1 002 | 1 500 | 1 500 | XVI-46.01.01 |
1 741 296 | 1 711 446 | 1 636 145 | |||
Beter beschermd en verbeterd milieu | |||||
6.1 | Milieu en water | 230 347 | 253 840 | 217 662 | V-06.01 |
6.2 | Water en stedelijke ontwikkeling | 125 882 | 132 417 | 113 921 | V-06.02 |
VenW | Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) | 27 | 27 | 27 | XII-37.01 |
LNV | Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling» | 1 000 | 1 000 | 1 000 | XIV-23.01.04 |
Internationale contributies/UNEP | 243 | 243 | 243 | XIV-29.01.01 | |
357 499 | 387 527 | 332 853 | |||
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer | |||||
7.2 | Vreemdelingenbeleid (opvang asielzoekers) | 174 344 | 247 898 | 262 316 | V-07.02 |
174 344 | 247 898 | 262 316 | |||
Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland | |||||
8.1 | Nederlandse cultuur | 2 581 | 2 630 | 2 359 | V-08.01 |
8.2 | Cultureel erfgoed | 1 287 | 1 057 | 1 205 | V-08.02 |
8.3 | Draagvlak Nederlands buitenlands beleid | 39 209 | 36 809 | 34 784 | V-08.03 |
43 077 | 40 496 | 38 348 | |||
Algemeen | |||||
11.1 | Apparaatsuitgaven | 215 085 | 214 027 | 214 214 | V-11.01 |
215 085 | 214 027 | 214 214 | |||
Totaal ODA binnen HGIS | 5 044 124 | 4 688 928 | 4 703 821 | ||
ODA buiten HGIS (instituten LNV) | 4 725 | 4 725 | 4 725 | ||
TOTAAL ODA | 5 048 849 | 4 693 653 | 4 708 546 |
Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010
Versnelde MDG-realisatie | |||
---|---|---|---|
Bangladesh | Kenia | ||
2.07 Goed bestuur | 4 500 000 | 1.02 Mensenrechten | 200 000 |
4.02 Armoedevermindering | 300 000 | 2.07 Goed bestuur | 4 500 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 500 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 1 472 000 |
5.01 Onderwijs | 14 500 000 | 6.01 Milieu en water | 3 700 000 |
5.03 Gender | 1 400 000 | 6.02 Duurzaam waterbeheer | 5 000 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid | 11 700 000 | 14 872 000 | |
6.01 Milieu en water | 10 300 000 | ||
6.02 Duurzaam waterbeheer | 15 000 000 | Mali | |
58 200 000 | 1.02 Mensenrechten | 150 000 | |
2.07 Goed bestuur | 1 000 000 | ||
Benin | 4.02 Armoedevermindering | 13 150 000 | |
2.07 Goed bestuur | 3 000 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 7 500 000 |
4.02 Armoedevermindering | 8 325 000 | 5.01 Onderwijs | 14 000 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 3 000 000 | 5.05 Reproductieve gezondheid | 10 050 000 |
5.01 Onderwijs | 4 500 000 | 6.01 Milieu en water | 500 000 |
6.01 Milieu en water | 1 460 000 | 6.02 Duurzaam waterbeheer | 5 663 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer | 9 225 000 | 52 013 000 | |
29 510 000 | |||
Mongolië | |||
Bolivia | 6.01 Milieu en water | 6 688 000 | |
1.02 Mensenrechten | 148 000 | 6.02 Duurzaam waterbeheer | 528 000 |
2.07 Goed bestuur | 5 848 000 | 7 216 000 | |
4.02 Armoedevermindering | 5 313 000 | ||
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 7 864 000 | Mozambique | |
5.01 Onderwijs | 10 375 000 | 2.07 Goed bestuur | 3 100 000 |
5.03 Gender | 1 300 000 | 4.02 Armoedevermindering | 18 250 000 |
6.01 Milieu en water | 8 898 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 3 150 000 |
39 746 000 | 5.01 Onderwijs | 2 200 000 | |
5.03 Gender | 900 000 | ||
Burkina Faso | 5.04 HIV/AIDS | 5 000 000 | |
1.02 Mensenrechten | 350 000 | 5.05 Reproductieve gezondheid | 7 000 000 |
2.07 Goed bestuur | 450 000 | 6.02 Duurzaam waterbeheer | 15 000 000 |
4.02 Armoedevermindering | 20 900 000 | 54 600 000 | |
5.01 Onderwijs | 12 750 000 | ||
5.03 Gender | 350 000 | Nicaragua | |
5.04 HIV/AIDS | 2 750 000 | 2.07 Goed bestuur | 1 985 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid | 6 000 000 | 4.02 Armoedevermindering | 290 000 |
43 550 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 7 650 000 | |
5.03 Gender | 1 200 000 | ||
Ethiopië | 5.04 HIV/AIDS | 500 000 | |
4.02 Armoedevermindering | 5 102 000 | 5.05 Reproductieve gezondheid | 7 850 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 14 589 000 | 19 475 000 | |
5.01 Onderwijs | 8 000 000 | ||
5.03 Gender | 1 000 000 | Oeganda | |
5.04 HIV/AIDS | 5 031 000 | 1.02 Mensenrechten | 440 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid | 5 046 000 | 2.07 Goed bestuur | 9 988 000 |
38 768 000 | 4.02 Armoedevermindering | 176 000 | |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 198 000 | ||
Ghana | 5.01 Onderwijs | 15 409 000 | |
2.07 Goed bestuur | 525 000 | 5.03 Gender | 88 000 |
4.02 Armoedevermindering | 20 075 000 | 26 299 000 | |
5.01 Onderwijs | 8 092 000 | ||
5.03 Gender | 808 000 | Rwanda | |
5.04 HIV/AIDS | 932 000 | 2.07 Goed bestuur | 6 400 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid | 19 015 000 | 4.02 Armoedevermindering | 0 |
6.01 Milieu en water | 8 516 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 12 200 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer | 325 000 | 5.01 Onderwijs | 6 000 000 |
58 288 000 | 6.01 Milieu en water | 6 000 000 | |
30 600 000 | |||
Jemen | |||
1.02 Mensenrechten | 264 000 | Senegal | |
2.07 Goed bestuur | 1 320 000 | 4.02 Armoedevermindering | 7 925 000 |
4.02 Armoedevermindering | 616 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 150 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 880 000 | 6.01 Milieu en water | 20 750 000 |
5.01 Onderwijs | 7 814 000 | 28 825 000 | |
5.05 Reproductieve gezondheid | 6 820 000 | ||
6.01 Milieu en water | 1 848 000 | ||
6.02 Duurzaam waterbeheer | 4 840 000 | ||
24 402 000 |
Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010
Versnelde MDG-realisatie | |||
---|---|---|---|
Tanzania | Zambia | ||
2.07 Goed bestuur | 19 000 000 | 2.07 Goed bestuur | 1 600 000 |
4.02 Armoedevermindering | 20 400 000 | 4.02 Armoedevermindering | 10 000 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 1 158 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 4 300 000 |
5.04 HIV/AIDS | 2 400 000 | 5.01 Onderwijs | 18 000 000 |
5.05 Reproductieve gezondheid | 17 500 000 | 5.03 Gender | 300 000 |
6.02 Duurzaam waterbeheer | 7 500 000 | 5.04 HIV/AIDS | 2 400 000 |
67 958 000 | 5.05 Reproductieve gezondheid | 10 000 000 46 600 000 |
Veiligheid & ontwikkeling | Veiligheid & ontwikkeling Uitfasering in de komende vier jaar | ||
---|---|---|---|
Afghanistan | Bosnië & Herzegovina | ||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 18 600 000 | 2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 5 000 000 |
2.07 Goed bestuur | 3 400 000 | 2.07 Goed bestuur | 2 500 000 |
22 000 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 2 500 000 10 000 000 | |
Burundi | |||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 10 698 000 | Eritrea | |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 3 166 000 | 6.02 Duurzaam waterbeheer | 0 |
13 864 000 | 0 | ||
Colombia | Sri Lanka | ||
1.02 Mensenrechten | 900 000 | 4.02 Armoedevermindering | 200 000 |
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 2 600 000 | 200 000 | |
2.07 Goed bestuur | 1 700 000 | ||
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 1 500 000 | ||
5.02 Kennisontwikkeling | 50 000 | ||
6.01 Milieu en water | 11 500 000 | ||
18 250 000 | |||
Congo, Democratische Republiek | |||
1.02 Mensenrechten | 1 500 000 | ||
5.03 Gender | 2 500 000 | ||
4 000 000 | |||
Guatemala | |||
1.02 Mensenrechten | 1 500 000 | ||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 250 000 | ||
2.07 Goed bestuur | 3 500 000 | ||
5.03 Gender | 500 000 | ||
5.04 HIV/AIDS | 800 000 | ||
5.05 Reproductieve gezondheid | 1 000 000 | ||
6.01 Milieu en water | 8 000 000 | ||
15 550 000 | |||
Pakistan | |||
1.02 Mensenrechten | 500 000 | ||
2.07 Goed bestuur | 4 000 000 | ||
5.01 Onderwijs | 25 000 000 | ||
6.01 Milieu en water | 8 600 000 | ||
6.02 Duurzaam waterbeheer | 1 500 000 | ||
39 600 000 | |||
Palestijnse Autoriteiten | |||
1.02 Mensenrechten | 1 650 000 | ||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 15 000 000 | ||
2.07 Goed bestuur | 5 550 000 | ||
22 200 000 | |||
Soedan | |||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 60 000 000 | ||
60 000 000 |
Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010
Brede relatie | Brede relatie Uitfasering in de komende vier jaar | ||
---|---|---|---|
Egypte | Albanië | ||
1.02 Mensenrechten | 313 000 | 2.07 Goed bestuur | 1 700 000 |
2.07 Goed bestuur | 1 258 000 | 5.03 Gender | 200 000 |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 355 000 | 6.01 Milieu en water | 1 500 000 |
5.03 Gender | 2 100 000 | 3 400 000 | |
6.02 Duurzaam waterbeheer | 4 650 000 | ||
8 676 000 | Armenië | ||
2.07 Goed bestuur | 1 000 000 | ||
Georgië | 1 000 000 | ||
1.02 Mensenrechten | 200 000 | ||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 70 000 | Kaap Verdië | |
2.07 Goed bestuur | 470 000 | 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 75 000 |
4.02 Armoedevermindering | 2 000 000 | 5.01 Onderwijs | 2 850 000 |
2 740 000 | 2 925 000 | ||
Indonesië | Macedonië | ||
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 5 100 000 | 5.01 Onderwijs | 1 100 000 |
2.07 Goed bestuur | 13 970 000 | 5.03 Gender | 592 000 |
4.02 Armoedevermindering | 500 000 | 1 692 000 | |
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 2 500 000 | ||
5.01 Onderwijs | 21 000 000 | ||
5.02 Kennisontwikkeling | 5 000 000 | ||
6.01 Milieu en water | 9 000 000 | ||
6.02 Duurzaam waterbeheer | 15 000 000 | ||
72 070 000 | |||
Moldavië | |||
2.07 Goed bestuur | 2 401 000 | ||
4.02 Armoedevermindering | 2 775 000 | ||
5 176 000 | |||
Suriname | |||
2.07 Goed bestuur | 12 800 000 | ||
4.02 Armoedevermindering | 4 171 000 | ||
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 12 348 000 | ||
5.01 Onderwijs | 4 200 000 | ||
5.03 Gender | 200 000 | ||
5.04 HIV/AIDS | 250 000 | ||
5.05 Reproductieve gezondheid | 7 655 000 | ||
5.06 Participatie civil society | 1 879 000 | ||
6.01 Milieu en water | 13 900 000 | ||
57 403 000 | |||
Vietnam | |||
4.02 Armoedevermindering | 3 870 000 | ||
5.04 HIV/AIDS | 750 000 | ||
5.05 Reproductieve gezondheid | 6 120 000 | ||
6.01 Milieu en water | 1 800 000 | ||
6.02 Duurzaam waterbeheer | 8 460 000 | ||
21 000 000 | |||
Zuid Afrika | |||
2.07 Goed bestuur | 4 300 000 | ||
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 2 200 000 | ||
5.01 Onderwijs | 11 450 000 | ||
5.04 HIV/AIDS | 8 300 000 | ||
26 250 000 |
Bijlage 5 HGIS-uitgaven Natuur, Milieu en Water (bedragen x EUR 1000)
2008 | 2009 | 2010 | |
---|---|---|---|
ODA Natuur en Milieu | |||
Directe uitgaven Natuur en Milieu | |||
Landenspecifieke sectorale samenwerking | 187 378 | 220 567 | 185 792 |
Thematische samenwerking in landen en regio’s | 85 885 | 90 925 | 74 659 |
Subtotaal directe uitgaven Natuur en Milieu | 273 263 | 311 492 | 260 451 |
Toerekening macrosteun | 13 210 | 9 969 | 13 520 |
Multilateraal | |||
VN-instellingen | |||
GEF-ODA/ Montreal Fund | 24 080 | 3 000 | 21 963 |
UNEP | 9 383 | 9 140 | 9 140 |
Verwoestijningsverdrag | 131 | 120 | 120 |
UNDP | 9 401 | 11 077 | 10 630 |
IFAD | 8 517 | 9 518 | 6 750 |
FAO partnershipprogramma | 4 409 | 3 750 | 3 750 |
UN-HABITAT | 1 656 | 450 | 450 |
Internationale Financiele Instellingen | |||
IDA en regionale ontwikkelingsbanken | 11 363 | 9 404 | 9 960 |
WB-Partnership Programma | 12 897 | 12 879 | 12 879 |
Europese ontwikkelingssamenwerking | |||
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) | 8 340 | 9 044 | 9 553 |
Toerekening EU-begroting | 13 505 | 11 720 | 13 268 |
Subtotaal Multilateraal | 103 682 | 80 102 | 98 463 |
Particuliere kanaal | |||
Speciale Activiteiten | 30 764 | 63 848 | 44 024 |
TMF en MFS | 87 673 | 66 066 | 65 459 |
Subtotaal overig | 97 518 | 82 638 | 80 520 |
Oret, Miliev en ORIO | 78 598 | 63 878 | 64 085 |
MFP | 0 | 0 | 0 |
SALIN | 3 163 | 3 100 | 2 480 |
SNV | 12 567 | 13 500 | 11 475 |
PSO | 1 840 | 2 160 | 2 480 |
MATRA | 1 350 | 1 350 | 1 350 |
Subtotaal Particulier Kanaal | 215 955 | 212 552 | 190 003 |
Overige toerekeningen | |||
Apparaatsuitgaven | 17 207 | 17 122 | 17 137 |
Natuur en Milieu Educatie | 1 000 | 908 | 908 |
Int. onderwijs instituten | 10 878 | 12 382 | 14 044 |
Subtotaal Overige Toerekeningen | 29 085 | 30 412 | 32 089 |
Totaal ODA Natuur en Milieu | 635 195 | 644 527 | 594 526 |
Waarvan voor: | |||
- Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud (RTR) | 66 000 | 68 000 | 68 000 |
BNP (x mln) | 602 466 | 563 280 | 576 430 |
ODA Natuur en Milieu als % van het BNP | 0,105 | 0,114 | 0,103 |
Non-ODA Natuur en Milieu | |||
Natuur en Milieu programma’s | |||
Clean Development Mechanism | 40 124 | 40 000 | 66 419 |
Joint Implementation | 9 176 | 34 374 | 41 782 |
GEF non-ODA | 816 | 0 | 800 |
Internationale samenwerking Milieu | 4 481 | 3 135 | 3 846 |
Waterbeheer (Partners for Water) | 12 825 | 14 396 | 11 215 |
Subtotaal | 67 422 | 91 905 | 124 062 |
Overig | |||
MATRA | 2 670 | 3 110 | 3 110 |
Subtotaal | 2 670 | 3 110 | 3 110 |
Totaal Non-ODA natuur en milieu | 70 092 | 95 015 | 127 172 |
TOTAAL NATUUR EN MILIEU IN HGIS | 705 287 | 739 542 | 721 698 |
Bijlage 6 ODA-uitgaven Onderwijs (bedragen x EUR 1000)
2008 | 2009 | 2010 | |
---|---|---|---|
Bilaterale uitgaven | |||
Partnerlanden met onderwijs als sector | 265 156 | 247 461 | 187 240 |
Niet gedelegeerde middelen (Silent partnership, ECD, onderwijs post conflict, capaciteitsopbouw) | 46 363 | 62 150 | 62 150 |
Noodhulponderwijs | |||
Hoger onderwijs | 91 792 | 104 070 | 118 505 |
Andere activiteiten | 1 500 | 1 500 | 1 500 |
Education for All (EFA )/ Fast Track Initiative (FTI) | 0 | 80 000 | 40 000 |
Toerekening macrosteun en schuldkwijtschelding | 39 570 | 29 877 | 40 258 |
Toerekening andere thema’s, zoals noodhulp en wederopbouw | 33 416 | 30 671 | 24 498 |
Subtotaal bilateraal kanaal | 477 797 | 555 729 | 474 151 |
Multilateraal | |||
VN-instellingen | 27 619 | 30 023 | 32 034 |
ILO | 329 | 340 | 340 |
UNHCR | 2 814 | 2 814 | 2 814 |
UNICEF | 7 350 | 7 350 | 8 210 |
UNRWA | 9 000 | 9 000 | 9 000 |
UNESCO | 280 | 243 | 280 |
WFP | 4 000 | 4 000 | 4 000 |
PP ILO | 3 846 | 6 276 | 7 390 |
Internationale Financiële Instellingen | |||
WB-Partnership Programma | 1 500 | 1 500 | 1 500 |
IDA en regionale ontwikkelingsfondsen | 16 531 | 14 860 | 16 867 |
Europese ontwikkelingssamenwerking | |||
Europees ontwikkelingsfonds (EOF) | 6 672 | 7 235 | 7 642 |
Toerekening EU-begroting | 13 505 | 11 720 | 13 268 |
Subtotaal Multilateraal | 65 827 | 65 338 | 71 311 |
Particulier Kanaal | |||
Medefinancieringsprogramma | 72 522 | 51 468 | 58 365 |
SALIN onderwijs | 2 000 | 3 000 | 3 000 |
PSO | 1 150 | 1 350 | 1 550 |
Overige | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal Particulier Kanaal | 75 672 | 55 818 | 62 915 |
Overige toerekeningen | |||
Apparaatsuitgaven | 17 207 | 17 122 | 17 137 |
Subtotaal Overige Toerekeningen | 17 207 | 17 122 | 17 137 |
TOTAAL Onderwijs | 636 503 | 694 007 | 625 514 |
TOTAAL OS-begroting | 5 049 300 | 4 693 653 | 4 708 546 |
Uitgaven Onderwijs als % van de OS-begroting | 12,6% | 14,8% | 13,3% |
1 Verhoogd met aan onderwijs gekoppelde macrosteun in Uganda
Bijlage 7 Uitgaven HIV/AIDS, Malaria en Tuberculose (bedragen x EUR 1000)
ODA | 2008 | 2009 | 2010 |
---|---|---|---|
ODA HIV/AIDS, TB en Malaria | |||
Bilaterale uitgaven HIV/AIDS, Malaria en TB | |||
Partnerlanden met HIV/AIDS, Malaria en TB | 90 379 | 102 653 | 93 641 |
Niet-gedelegeerde middelen | 42 685 | 64 965 | 46 388 |
Toerekening macrosteun, noodhulp, en wederopbouw | 28 910 | 24 329 | 21 967 |
Subtotaal directe uitgaven HIV/AIDS, Malaria en TB | 161 974 | 191 947 | 161 996 |
Multilateraal | |||
VN-instellingen | |||
UNHCR | 2 940 | 2 940 | 2 940 |
UNDP | 4 700 | 5 038 | 5 315 |
UNICEF | 5 250 | 5 250 | 5 864 |
UNFPA | 55 135 | 60 542 | 53 879 |
UNAIDS | 36 000 | 36 000 | 27 000 |
WHO/PAHO | 4 354 | 4 356 | 4 356 |
Partnershipprogramma WHO | 16 446 | 14 979 | 12 600 |
Internationale Financiele Instellingen | |||
GFATM | 80 000 | 60 000 | 61 900 |
IDA en regionale ontwikkelingsfondsen | 8 266 | 7 430 | 8 434 |
WB Partnerschapsprogramma | 1 970 | 960 | 900 |
Europese ontwikkelingssamenwerking | |||
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) | 10 008 | 10 852 | 11 463 |
Toerekening EU-begroting | 13 505 | 11 720 | 13 268 |
Subtotaal Multilateraal | 238 574 | 220 068 | 207 920 |
Particulier Kanaal | |||
Aandeel HIV/AIDS, Malaria en TB van Medefinancieringsstelsel (MFS) | 57 006 | 47 734 | 52 058 |
SALIN | 5 200 | 8 250 | 8 250 |
PSO | 1 150 | 1 350 | 1 550 |
Subtotaal Particulier Kanaal | 63 356 | 57 334 | 61 858 |
Overige toerekeningen | |||
Apparaatsuitgaven | 12 905 | 12 842 | 12 853 |
Int. onderwijs instituten | 1 210 | 1 280 | 1 347 |
Subtotaal Overige toerekeningen | 14 115 | 14 122 | 14 200 |
TOTAAL ODA HIV/AIDS, Malaria en TB | 478 019 | 483 470 | 445 974 |
Non-ODA HIV/AIDS, TB en Malaria | |||
Partnership Programma WHO (begroting VWS) | 600 | 1 000 | 1 000 |
Overig (*) | 1 949 | 1 950 | 1 950 |
TOTAAL NON-ODA HIV/AIDS, TB en Malaria | 2 549 | 2 950 | 2 950 |
TOTAAL HIV/AIDS, TB en Malaria in HGIS | 483 117 | 486 420 | 448 924 |
* Onder non-ODA overig is een toerekeningspercentage opgenomen van het non-ODA deel bijdrage aan WHO/PAHO.
Bijlage 8. De non-ODA uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
2008 | 2009 | 2010 | Begroting/artikel | ||
---|---|---|---|---|---|
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten | |||||
1.1 | Internationale rechtsorde | 37 380 | 43 407 | 41 545 | V-01.01 |
1.2 | Mensenrechten | 15 098 | 14 954 | 15 593 | V-01.02 |
1.3 | Internationale juridische instellingen | 28 725 | 15 670 | 13 072 | V-01.03 |
Justitie | Rechtshandhaving/Europol en Eurojust | 12 710 | 23 349 | 26 849 | VI-13.03.01 |
Rechtshandhaving/NFI | 0 | 500 | 500 | VI-13.03.03 | |
93 913 | 97 880 | 97 559 | |||
Vrede, veiligheid en conflictbeheersing | |||||
2.1 | Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid | 12 177 | 12 934 | 18 553 | V-02.01 |
2.3 | Non-proliferatie en ontwapening | 8 094 | 7 969 | 7 872 | V-02.03 |
2.5 | Regionale stabiliteit en crisisbeheersing | 138 362 | 123 975 | 114 628 | V-02.05 |
2.6 | Humanitaire hulpverlening | 5 716 | 3 767 | 3 767 | V-02.06 |
2.7 | Goed bestuur | 15 669 | 11 115 | 9 604 | V-02.07 |
Defensie | Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) | 321 323 | 364 100 | 310 500 | X-20 |
501 341 | 523 860 | 464 924 | |||
Versterkte Europese samenwerking | |||||
3.2 | Ondersteuning bij pre- en postaccessie | 11 000 | 10 708 | 10 708 | V-03.03 |
3.4 | Nederlandse positie in de EU | 3 585 | 3 158 | 3 145 | V-03.04 |
3.5 | Raad van Europa | 9 179 | 9 477 | 9 303 | V-03.05 |
Toerek. EU-begroting | 79 600 | 60 500 | 74 733 | Toerekening | |
103 364 | 83 843 | 97 889 | |||
Meer welvaart en minder armoede | |||||
4.1 | Handels- en financieel systeem | 15 237 | 22 803 | 21 054 | V-04.01 |
4.2 | Armoedebestrijding | 5 670 | 6 952 | 6 760 | V-04.02 |
4.3 | Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden | 12 500 | 12 500 | 12 500 | V-04.03 |
4.5 | Nederlandse handels- en investeringsbevordering | 6 917 | 7 291 | 6 265 | V-04.05 |
Justitie | Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO | 115 | 146 | 146 | VI-91.01.01 |
Financiën | Mult. Ontw. Banken en Fondsen | 2 032 | 837 | 0 | IXB-04.20 |
VenW | Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO) | 400 | 416 | 416 | XII-33.02 |
Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) | 1 338 | 1 365 | 2 765 | XII-33.03 | |
EZ | IS opkomende markten | 5 581 | 3 675 | 2 849 | XIII-02.45 |
Bijdrage aan organisaties | 322 | 337 | 375 | XIII-02.55 | |
Bijdrage UNWTO | 200 | 226 | 226 | XIII-03.10 | |
Algemeen (bijdragen aan int. instituten) | 781 | 626 | 0 | XIII-04.01 | |
Bijdrage aan diverse instituten | 148 | 1 108 | 1 095 | XIII-04.50 | |
Algemeen | 1 812 | 794 | 1 239 | XIII-05.01 | |
Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde | 4 176 | 4 526 | 4 526 | XIII-05.20 | |
Bevorderen van internationaal ondernemen | 70 199 | 79 244 | 68 885 | XIII-05.30 | |
Stimuleren van buitenlandse investeringen in Nederland (DBIN) | 10 963 | 700 | 735 | XIII-05.40 | |
Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten | 30 285 | 58 481 | 46 703 | XIII-05.50 | |
Bijdrage aan internationale organisaties | 1 519 | 1 287 | 2 477 | XIII-10.30 | |
LNV | Internationale contributies/FAO | 3 174 | 3 417 | 3 417 | XIV-29.01.01 |
Beheer van de natuur (Tropisch hout) | 61 | 61 | 61 | XIV-23.01.04 | |
173 430 | 206 792 | 182 494 | |||
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling | |||||
5.2 | Kennisontwikkeling | 2 596 | 2 596 | 2 596 | V-05.02 |
5.4 | HIV/AIDS | 1 949 | 1 951 | 1 951 | V-05.04 |
5.6 | Participatie civil society | 314 | 262 | 0 | V-05.06 |
OCW | Wetenschappelijk onderwijs | 3 239 | 3 269 | 3 268 | VIII-07.10 |
LNV | Waarborgen van het kennisstelsel (ASC) | 0 | 0 | 0 | XIV-26.01.01 |
VWS | Projecten via UNODC | 5 000 | 7 000 | 2 500 | XIV-98.01.01 |
WHO-partnerschap | 6 000 | 6 000 | 6 000 | XVI-98.01.01 | |
19 098 | 21 078 | 16 315 | |||
Beter beschermd en verbeterd milieu | |||||
6.1 | Milieu en water | 3 218 | 3 328 | 3 390 | V-06.01 |
VROM | Clean development mechanism | 40 124 | 40 000 | 66 419 | XIA-43.08.04 |
Internationaal milieubeleid | 4 481 | 3 135 | 3 846 | XIA-47.44.04 | |
VenW | Integraal waterbeleid (Partners voor Water) | 12 825 | 14 396 | 11 215 | XII-31.01 |
Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) | 696 | 709 | 709 | XII-37.01 | |
EZ | CO2/reductieplan-Joint Implementation | 9 176 | 34 374 | 41 782 | XIII-04.20 |
70 520 | 95 942 | 127 361 | |||
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer | |||||
7.1 | Consulaire dienstverlening | 13 977 | 27 757 | 12 899 | V-07.01 |
7.2 | Vreemdelingenbeleid | 1 129 | 1 260 | 1 115 | V-07.02 |
15 106 | 29 017 | 14 014 | |||
Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland | |||||
8.1 | Nederlandse cultuur | 12 584 | 9 198 | 7 301 | V-08.01 |
8.2 | Cultureel erfgoed | 3 615 | 3 145 | 3 615 | V-08.02 |
8.3 | Draagvlak Nederlands buitenlands beleid | 25 226 | 30 965 | 28 029 | V-08.03 |
OCW | Cultuur: overig | 943 | 1 504 | 904 | VIII-08.11 |
Cultuur: overig | 166 | 6 166 | 4 566 | VIII-14.01/02/04 | |
Cultureel erfgoed: Sieboldhuis | 110 | 0 | 0 | VIII-14.04 | |
42 644 | 50 978 | 44 415 | |||
Overige uitgaven | |||||
10.1 | Nominaal en onvoorzien | 14 | 8 074 | 32 992 | V-10.01 |
11.1 | Apparaatsuitgaven | 487 348 | 532 774 | 531 435 | V-11.01 |
Div. dept. Attachés | 49 901 | 54 870 | 54 948 | Div. Begrotingen | |
537 263 | 595 718 | 619 375 | |||
Totaal non-ODA | 1 556 679 | 1 705 108 | 1 664 346 |
«Ensuring fragile states are not left behind», OECD/DAC International Network on Conflict and Fragility (INCAF), March 2009.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32126-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.