32 126
Homogene Groep Internationale Samenwerking 2010 (HGIS-nota 2010)

nr. 2
NOTA

INHOUDSOPGAVE blz.

1.Inleiding5
1.1Wat is de HGIS?5
1.2Opzet HGIS-nota 20105
   
2.HGIS op hoofdlijnen6
   
Bijlagen  
   
Bijlage 1:De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 200916
Bijlage 2:De HGIS-nota horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel en per ministerie17
Bijlage 3:Berekening ODA-plafond 2010 en raming ODA-prestatie 2009 en 201024
Bijlage 4a:De ODA-uitgaven naar beleidsthema25
Bijlage 4b:De geplande ODA-uitgaven partnerlanden 201027
Bijlage 5:HGIS-uitgaven Natuur, Milieu en Water31
Bijlage 6:ODA-uitgaven Onderwijs33
Bijlage 7:Uitgaven HIV/Aids, Malaria en Tuberculose34
Bijlage 8:De non-ODA uitgaven naar beleidsthema35

1. INLEIDING

1.1 Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) die werd ingesteld op 1 januari 1997, is een aparte budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de buitenlandactiviteiten van verschillende departementen gebundeld en in samenhang bezien. Zo wordt in één oogopslag duidelijk wat de belangrijkste uitgaven zijn die Nederland jaarlijks doet in het kader van Internationale Samenwerking. Uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van samenwerking en afstemming tussen de ministeries. In veel van de HGIS-programma’s die in deze nota worden genoemd werken meerdere ministeries samen. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.

Binnen de HGIS wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) en andere uitgaven voor internationaal beleid («non-ODA»). De minister van Buitenlandse Zaken is coördinator van het buitenlandbeleid en daarmee ook van de HGIS. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking is eerstverantwoordelijke voor de coördinatie van de ODA-middelen.

1.2 Opzet HGIS-nota 2010

Het is de gewoonte dat de HGIS-nota de indeling van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken volgt. Deze begroting maakt deel uit van een experiment. Dit houdt in dat de beleidsagenda van de begroting specifiek ingaat op de tien doelstellingen van de eerste pijler van het kabinetsprogramma «Samen werken, samen leven». De HGIS-nota volgt deze opzet.

In hoofdstuk 2 wordt het beleid per kabinetsdoelstelling beschreven. Hierbij wordt ingegaan op de hoofdlijnen van het beleid. De HGIS-nota is bedoeld om de lezer een globaal overzicht te geven. Voor de specifieke beleidsvoornemens, de te behalen resultaten en in te zetten middelen wordt verwezen naar de ontwerpbegrotingen 2010 van de bij de HGIS betrokken ministeries.

Na hoofdstuk 2 volgt een aantal bijlagen waarin alle HGIS-uitgaven worden gepresenteerd. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel. U treft naast totaaloverzichten per begrotingsartikel en per ministerie ook de gebruikelijke thematische overzichten aan. Deze overzichten zijn gerangschikt naar de begrotingsindeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

2. HGIS OP HOOFDLIJNEN

Algemeen

De totale HGIS-uitgaven bedragen in 2010 EUR 6,4 mld, waarvan EUR 4,7 mld voor ontwikkelingssamenwerking.

De financieel-economische crisis heeft ook gevolgen voor de HGIS. Het budget voor officiële ontwikkelingssamenwerking, ODA, bedraagt 0,8% van het Bruto Nationaal Product (BNP). De recessie waarin Nederland nu verkeert en de uitzonderlijke daling van de ramingen voor het BNP vertalen zich de komende jaren in een krimpende begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Het gaat naar verwachting om een daling van EUR 601 miljoen in 2010, EUR 673 miljoen in 2011 en EUR 788 miljoen in 2012 ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Dit is echter een momentopname. Afhankelijk van de ontwikkeling van de Nederlandse economie en BNP-bijstellingen door het Centraal Plan Bureau kan dit beeld zich nog wijzigen. Daarnaast draagt de minister voor Ontwikkelingssamenwerking in 2010 EUR 100 miljoen bij aan de extra investeringen in de Nederlandse economie die het Kabinet vorig jaar in het Aanvullend Beleidsakkoord heeft vastgesteld. Dit bedrag wordt in 2011 weer aan de begroting voor ontwikkelingssamenwerking toegevoegd. Tenslotte wordt er vanaf 2011 additioneel EUR 10 mln gekort op de non-ODA-gelden van de HGIS in verband met het Rijksbrede bezuinigingspakket. Deze kortingen worden in de loop van 2010 verder ingevuld.

Doelstelling 1: Een Europa met een stevig draagvlak dat zich richt op terreinen waar het meerwaarde levert en zich niet begeeft op terreinen waar lidstaten het beter zelf kunnen regelen

Versterkte Europese samenwerking

De Europese Unie (EU) heeft een sterk en effectief extern beleid nodig dat enerzijds wordt ingezet om de belangen van Europa in de wereld te verdedigen en anderzijds een weerspiegeling vormt van de (universele) waarden die Europa uitdraagt, zoals mensenrechten, armoedebestrijding en verdraagzaamheid. De veranderende wereld, met groeiende financiële en politieke macht van opkomende landen zoals China, India, de Golfstaten, en sommige landen in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika heeft ervoor gezorgd dat deze landen, die niet per definitie het westerse waardenpatroon één-op-één onderschrijven, assertiever worden en een belangrijkere plaats in de wereldorde opeisen.

Hierom is een sterke Europese stem nodig. Het Verdrag van Lissabon, waarin rechten en plichten van Europa en de individuele lidstaten beter worden geregeld, biedt ons mogelijkheden om wereldwijde uitdagingen gezamenlijk aan te pakken. De EU moet zich vooral richten op terreinen waar optreden op Europees niveau duidelijke meerwaarde heeft. En zich terughoudend op te stellen bij zaken die beter op nationaal of zelfs lokaal niveau kunnen worden geregeld zoals sociale woningbouw, onderwijs en welzijn. Het kabinet hecht onverminderd aan het spoedig in werking treden van dit Verdrag. Zo wordt ook besluitvorming democratischer én slagvaardiger.

EU-dossiers in 2010

Naar verwachting zal de financieel-economische crisis ook in 2010 een belangrijke stempel drukken op de Europese agenda. De focus zal vermoedelijk wel verschuiven naar meer structurele hervormingen, gericht op economisch herstel en de terugkeer naar duurzame overheidsfinanciën. De voor 2010 voorgenomen herziening van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid zal, net als stimuleringsmaatregelen, deel uitmaken van de ’exit strategie’ uit de crisis.

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie zijn andere belangrijk EU-dossiers (zie doelstelling acht), net als zekerheid in energievoorziening. Nederland wil dat de EU zich meer richt op diversificatie van bronnen en aanvoerroutes van energie, en op verbreding van de relatie met belangrijke leveranciers.

In 2010 zal de opvolger van het Haags Programma van start gaan. Nederland wil hierbij een impuls geven aan verdergaande EU-samenwerking op de terreinen van asiel en migratie, veiligheid en klassieke Justitiële samenwerking op het gebied van openbare orde en veiligheid.

Nederland werkt tevens in EU-verband mee aan ontwikkeling. Zo wordt ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) gefinancierd via het Europees Ontwikkelingsfonds. Verder blijft Nederland andere EU-lidstaten aansporen om zich te houden aan de afspraken van 2005 over verhoging van de ODA tot 0,7% van het BNP in 2015.

Doelstelling 2: Een Europa dat zijn eigen criteria voor uitbreiding serieus neemt en strikt toepast

EU-uitbreiding

De EU is nauw met haar buren verbonden, zowel in economisch, sociaal en politiek opzicht, als uit het oogpunt van veiligheid en energievoorzieningszekerheid. De wederzijdse belangen zijn groot. Tegelijkertijd hecht Nederland zeer aan strikte toepassing van de criteria voor toenadering tot de Unie van de (huidige) drie kandidaat-lidstaten en vijf potentiële kandidaat-lidstaten. Door de criteria volledig na te komen tonen de kandidaat-lidstaten aan dat zij volledig onderdeel zijn (geworden) van de Europese waardengemeenschap. Nederland hecht er ook sterk aan dat de Unie zelf – ook institutioneel – in staat is nieuwe leden te verwelkomen. Het heeft dan ook de voorkeur dat het Verdrag van Lissabon in werking is getreden voor de eerstvolgende uitbreiding van de Unie.

Het Programma Maatschappelijke Transformatie (Matra)

Het MATRA-programma wordt in 2010 gefinancierd vanuit de HGIS met EUR 33,8 mln. Dit programma is onder andere gericht op versterking van het maatschappelijk middenveld door financiering van kleine of middelgrote projecten. Daarnaast richt MATRA zich op ondersteuning van de overheid door opleiding van ambtenaren en kortdurende ambtelijke ondersteuning vanuit Nederland. MATRA werkt hierbij complementair aan de Europese instrumenten voor pre-accessie en nabuurschapbeleid. Eind 2008 is gestart met een herziening van het MATRA-programma. Deze herziening is erop gericht om de relevantie en doelmatigheid van het programma te vergroten, om daarmee beter aan te sluiten bij de huidige uitdagingen. Implementatie van het herziene MATRA-programma zal naar verwachting vanaf 2010 plaatsvinden.

Nabuurschapbeleid

Het Europees Nabuurschapbeleid is ontwikkeld voor landen die geen (concreet) EU-perspectief hebben, maar waarvoor de Unie niettemin een bijzondere verantwoordelijkheid voelt en ook een eigen belang heeft. Het kabinet verwelkomt in dit verband de oprichting van de Unie voor de Mediterrane Regio voor de tien zuidelijke buren (juli 2008) en het Oostelijk Partnerschap (mei 2009). Nederland zal in EU-kader en tegenover de betrokken landen blijven uitdragen dat het Oostelijk Partnerschap niet mag worden opgevat als voorportaal voor EU lidmaatschap. Nederland vindt het van groot belang dat de EU blijft investeren in de relaties met Rusland.

Doelstelling 3: Dichterbij brengen van een oplossing voor de conflicten in het Midden-Oosten

Het Midden-Oosten Vredesproces

In het Midden-Oosten Vredesproces wordt door de internationale gemeenschap gestreefd naar een levensvatbare Palestijnse staat, en veilige en erkende grenzen voor Israël. Daarop zullen alle inspanningen van Nederland, in EU- en in Verenigde Naties (VN)-verband de komende jaren gericht zijn. Nederland heeft goede betrekkingen met zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit en heeft in het vredesproces een belangrijke rol als aanjager en facilitator.

Voor een toekomstige onafhankelijke Palestijnse staat is de opbouw van een sterke Palestijnse Autoriteit van groot belang. Daarom geeft Nederland financiële steun ter ondersteuning van het ambtenarenapparaat, de opbouw van de Palestijnse veiligheidssector, en via de VN aan Palestijnse vluchtelingen.

Ontwikkelingen in de regio die invloed hebben op het vredesproces, zoals initiatieven voor vredesbesprekingen door Egypte, maar ook de verhoudingen tussen Syrië en Libanon of ontwikkelingen in het nucleaire programma van Iran, evenals de politieke ontwikkelingen na de verkiezingen in juni 2009, worden nauwlettend gevolgd.

De verbetering van de mensenrechtensituatie blijft de gemene deler in alle betrekkingen met het Midden-Oosten.

Doelstelling 4: Een moderne krijgsmacht die wereldwijd maatwerk kan leveren bij crisisbeheersings-operaties en bij het opbouwen van veiligheidsorganisaties

Crisisbeheersingsoperaties

Veruit de grootste crisisbeheersingsoperatie waaraan Nederland bijdraagt is de ISAF-operatie in Afghanistan. ISAF (International Security Assistance Force) zal, samen met het Afghaanse leger en politie, operaties blijven uitvoeren om de veiligheid te vergroten, de Taliban in te dammen en hen het initiatief te ontzeggen. De Nederlandse inzet is niet alleen militair van aard: de nadruk ligt evenzeer op het creëren van economische kansen voor de lokale bevolking en het verbeteren van hun lokale bestuur. Hierbij is een grotere coördinerende rol op het gebied van (weder)opbouw en bestuursondersteuning weggelegd voor de VN. Het gezamenlijke doel van de internationale gemeenschap in Afghanistan – zoals ook bevestigd werd tijdens de grote internationale Afghanistan-conferentie in maart 2009 in Den Haag – is de lokale bestuurders, de lokale overheidsdiensten en de Afghaanse veiligheidsdiensten te assisteren zelfstandig op te treden. Nederland levert daaraan een bijdrage door onder andere politietrainers en ontwikkelingsdeskundigen in te zetten. Veel van deze vraagstukken zijn deel van een complexer nationaal en (inter)regionaal geheel. Ook de regionale component (Pakistan, Iran) zal in 2010 veel aandacht krijgen. Voor wat betreft de Nederlandse inzet in Afghanistan in 2010 verwijst de regering naar de zogenaamde artikel 100-brief d.d. 30 november 2007 (Kamerstuk 27 925, nr. 279).

Naast Afghanistan leveren Nederlandse militairen en civiel personeel ook op veel andere plaatsen in de wereld een bijdrage aan vrede en veiligheid. Bijvoorbeeld in Kosovo, Soedan en Burundi: hier wordt continu gewerkt in lijn met de geïntegreerde benadering. In 2010 is in het kader van crisisbeheersingsoperaties een bedrag van EUR 323 mln begroot.

Doelstelling 5: Samenhang en effectiviteit van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid vergroten

In de notitie Veiligheid en Ontwikkeling in Fragiele Staten (2008) is vastgelegd dat het Kabinet inzet op verbetering van menselijke veiligheid, bijdragen aan een legitieme overheid, en het creëren van vredesdividend. Voor het realiseren van deze strategie is geïntegreerd beleid essentieel. Samenwerking in de buitenland driehoek (Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking) en met Economische Zaken (EZ), speelt een centrale rol. Maar er is ook behoefte aan de expertise van andere ministeries; zoals Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Financiën. Samen met deze ministeries werken we aan de praktische invulling van het fragiele staten-beleid op terreinen als security sector reform (SSR), disarmament demobilization and reintegration (DDR), en terreinen als early recovery en het verbeteren van bestuurlijke kwaliteit en sociaal economische ontwikkeling. Programma’s waarmee we de fragiliteit in staten willen reduceren.

 Nederland beschikt met het Stabiliteitsfonds over een mechanisme waarmee een breed scala aan activiteiten op het snijvlak van veiligheid en ontwikkeling kan worden gefinancierd. Een voorbeeld hiervan is ons werk in Afghanistan.

Afghanistan

In 2010 blijft Nederland de Afghaanse overheid ondersteunen bij het creëren van veiligheid en ontwikkeling. De geïntegreerde benadering richt zich op de Afghanisering van de veiligheidsstructuren en civilisering van de internationale aanwezigheid. Door het uitvoeren van kleinschalige projecten om vredesdividend en vertrouwen in de buitenlandse aanwezigheid te genereren, werken we aan duurzame OS-programma’s. Naast een bijdrage aan het nationale «Afghanistan Reconstruction Trust Fund» en ondersteuning van de opbouw van het onderwijs en de gezondheidszorg in Uruzgan, zal Nederland meer nadruk gaan leggen op het stimuleren van de economische ontwikkeling van Afghanistan. Het zal daarbij gaan om ontwikkeling van (opleidingen in) de landbouwsector, in samenhang met microkredietprogramma’s, infrastructurele projecten, programma’s ter ondersteuning van boeren en ondernemers en de bedrijfsleveninstrumenten. Wanneer welvaart stijgt, wordt de kans op conflicten kleiner. Mede in het kader van conflictpreventie is er een regionaal waterprogramma gestart ten behoeve van samenwerking en private sectorontwikkeling in Afghanistan en Pakistan.

Het Stabiliteitsfonds is door de OESO omschreven als «best practice»1. Nederland streeft ernaar de omvang van het fonds, ondanks de budgettaire krapte als gevolg van de economische crisis, ook in 2010 op peil te houden. Het totale budget van het fonds in 2010 is vastgesteld op ruim 91 miljoen euro.

Vanuit dit perspectief vinden er eveneens bijdragen plaats aan vredesopbouw in Soedan, Burundi en de Democratische Republiek Congo. Ook in Colombia, Guatemala en Kosovo wordt via de geïntegreerde benadering aan vrede en veiligheid gewerkt.

Voor 2010 en 2011 is tevens de continuering van het lopende onderzoek-programma van het Hague Institute for Internationalisation of Law (HiiL) zeker gesteld. De ministeries van Buitenlandse Zaken, Jusititie, OCW, BZK en EZ werken in dit verband samen aan gedeelde beleids- en visie-ontwikkeling op benodigde kennis van het internationaal recht en de beginselen van de democratische rechtsstaat.

Doelstelling 6: Duurzame economische ontwikkeling bevorderen en armoedebestrijding met kracht voortzetten en uitwerken in het project «De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij»

De internationale inspanningen om de Millennium ontwikkelingsdoelen (de MDGs) in 2015 te bereiken worden door de financieel-economische crisis extra op de proef gesteld. Hoewel de afgelopen jaren in veel landen flinke vooruitgang is geboekt bij het bestrijden van armoede in brede zin, is dit op een aantal terreinen te weinig het geval. Voorbeelden hiervan zijn het terugdringen van de moedersterfte, het verkleinen van genderongelijkheid en de bestrijding van tuberculose. Er is wel significante vooruitgang te zien op MDG 4 (kindersterfte) en MDG 2 (onderwijs, met name op het gebied van onderwijsparticipatie).

Project «De Millennium ontwikkelingsdoelen dichterbij»

In 2015...

MDG 1 zijn extreme armoede en honger uitgebannen

MDG 2 gaan alle jongens en meisjes naar school en maken die af

MDG 3 hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten

MDG 4 is kindersterfte sterk afgenomen

MDG 5 sterven er minder vrouwen door zwangerschap

MDG 6 is de verspreiding van ziektes als aids en malaria gestopt

MDG 7 leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu

MDG 8 is er meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp

De meeste ontwikkelingslanden hebben – in tegenstelling tot westerse landen – weinig (financiële) middelen om de meest pijnlijke gevolgen van de crisis te verzachten. Omdat Nederland zich blijvend hard wil maken voor het bereiken van de millenniumdoelen houdt Nederland zich consequent aan de afspraak van 0,8% BNP, maar de budgettaire krapte als gevolg van het dalend nationaal inkomen dwingt ons om nog meer dan andere jaren heldere en scherpe keuzes te maken. Dat gebeurt op de volgende wijze.

De prioriteiten uit de beleidsbrief «Een Zaak Van Iedereen» blijven onverminderd van kracht:

I. Veiligheid en ontwikkeling: In Afghanistan zal de wederopbouw volgens de geïntegreerde benadering worden voortgezet, in Burundi staat uitvoering van het Security Sector Reform programma centraal en ook in andere fragiele staten wordt verder gewerkt aan veiligheid en ontwikkeling.

II. Groei en verdeling: Nederland versterkt de inzet op het faciliteren van de private sector in ontwikkelingslanden. Extra aandacht gaat ook uit naar het creëren van werkgelegenheid, publieke infrastructuur en juridische en financiële capaciteitsopbouw en de uitvoering van de OS/LNV beleidsbrief over landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid.

III. Gender en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten: In 2010 is de Nederlandse inzet gericht op de bestrijding van geweld tegen vrouwen, op de verbetering van reproductieve gezondheid en rechten en versterking van de positie en rol van vrouwen in (post)conflictgebieden. Het internationale Nederlandse emancipatiebeleid wordt in 2010 geëvalueerd.

IV. Duurzaamheid, klimaat en energie: Uitwerking en uitvoering van de besluiten die tijdens de top in Kopenhagen (eind 2009) genomen zijn staat in 2010 centraal. Nederland zet daarbij in op een versterkte financiële architectuur en capaciteitsopbouw ter ondersteuning van klimaatbeleid in ontwikkelingslanden.

Daarnaast komen alle kanalen in aanmerking voor kortingen: multilateraal, particulier, bilateraal en bedrijfsleven. De bestaande input- en outputdoelstellingen worden niet ontzien, met uitzondering van de 0,1% BNP voor het milieu. Waar mogelijk worden gemaakte juridische afspraken niet open gebroken: dit vanuit het streven om als een betrouwbare donor te (blijven) opereren.

Deze prioriteitenstelling heeft zich vertaald in een relatief grote korting op het bilaterale kanaal. Hierin zijn verschillen aangebracht op basis van de landenprofielen. Het is niet mogelijk gebleken de programma’s in Profiel I – landen (Versnelde MDG-bereiking) uit te sluiten van bezuinigingen. De korting is evenwel relatief beperkt gehouden. Gezien de prioriteit van het thema Veiligheid en Ontwikkeling is besloten de budgetten voor de partnerlanden met Profiel II (Veiligheid en Ontwikkeling) gelijk te houden. In deze landen blijft Nederland ook de komende jaren volop investeren in vrede en stabiliteit. De grootste bezuiniging vindt plaats in de Profiel III – landen (Brede Relatie). Het betreft partnerlanden die de status van middeninkomensland al (bijna) hebben bereikt, en waar de millenniumdoelen in het algemeen op schema liggen. Deze landen zijn rijp voor het aangaan van een groeiend palet aan relaties met Nederland en met andere landen.

Bij de centrale bilaterale budgetten wordt in 2010 onder meer EUR 100 mln bij Education For All/Fast Track Initiative gekort. Deze korting is mede ingegeven door de lage doorloopsnelheid van dit fonds en het feit dat inmiddels ook andere donoren flink aan dit fonds bijdragen. De korting op het multilaterale kanaal in 2010 is relatief beperkt gebleven met EUR 80 miljoen. Het maatschappelijk kanaal wordt in 2010 relatief weinig gekort.

Om de effectiviteit van onze inspanningen verder te vergroten, heeft de minister eind 2008 een ambitieuze moderniseringsagenda gelanceerd: ’Ontwikkelings-samenwerking 2.0’. Ook in 2010 staat de concrete uitvoering van deze agenda centraal. Dit betekent onder meer veel aandacht voor zeggenschap van ontwikkelingslanden en opkomende economieën in internationale organisaties (hulp als hefboom). Ook zal Nederland investeringen in productieve sectoren en belastinginning door ontwikkelingslanden ondersteunen (economische groei). Verder blijft Nederland steun geven aan overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor transparantie en verantwoording en het bestrijden van corruptie (strijd tegen corruptie). In 2010 krijgt het nieuwe medefinancieringsstelsel verder vorm dat tot meer samenwerking en maatwerk aanspoort en zullen zuidelijke organisaties een grotere rol gaan spelen (openbreken van de hulpindustrie). Tenslotte wil Nederland in 2010 concrete resultaten behalen op basis van de afspraken die zijn gemaakt in de Verklaring van Parijs en de Accra Actie Agenda. Zo moet de versnippering tussen donoren en de werkbelasting van partneroverheden afnemen (verhoging van effectiviteit).

Doelstelling 7: Een evenwichtige en uitgesproken inzet voor mensenrechten overal ter wereld

De bevordering van mensenrechten staat ook in 2010 centraal in het buitenlands beleid van Nederland. Mensenrechten vertegenwoordigen de fundamentele waarden waarop een democratische rechtsstaat is gebaseerd. Deze waarden zijn vertaald in verschillende internationale afspraken en verdragen, waaronder bovenal de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De fundamentele rechten die daarin staan horen voor iedereen, altijd en overal, te gelden. Helaas is dat nog lang niet het geval.

 In de mensenrechtenstrategie «Naar Een Menswaardig Bestaan», met daarin meer dan honderd actiepunten, maakt Nederland keuzes waar de Nederlandse inzet het hardste nodig is: het tegengaan van doodstraf en marteling, het bevorderen van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, non-discriminatie van vrouwen en homoseksuelen, en de bevordering van kinderrechten. In 2010 is 27,5 miljoen euro beschikbaar voor het Mensenrechtenfonds.

Naast «mensenrechten voor iedereen» richt Nederland zich op de verwevenheid tussen mensenrechten, vrede en veiligheid. Op basis van dit uitgangspunt blijft Nederland zich in 2010 inzetten voor een brede acceptatie van het concept van Responsibility to Protect (R2P): de verantwoordelijkheid van staten om goed voor hun burgerbevolking te zorgen en zich niet achter het soevereiniteitsbeginsel te verschuilen als zij dit niet doen. Het komende jaar wordt bovendien een internationale conferentie voor mensenrechtenverdedigers georganiseerd.

Nederland doet dat niet alleen: ook in EU- en ander multilateraal verband zet Nederland zich in voor mensenrechten. Zo hebben we tot medio 2010 zitting in de Mensenrechtenraad (MRR) van de Verenigde Naties. Om goede resultaten te kunnen boeken zal Nederland blijven investeren in het zoeken naar nieuwe en wisselende coalities. Het lidmaatschap van de VS zal mogelijk zorgen voor nieuwe dynamiek.

Doelstelling 8: Actief bijdragen aan het tot stand komen van nieuwe ambitieuze internationale klimaatdoelstellingen voor na 2012

Pro-actieve inzet op duurzaamheid, klimaat en energie

Klimaatverandering is een wereldwijd probleem dat vraagt om wereldwijde oplossingen. Daarvoor zijn er internationale afspraken nodig. In december vindt in Kopenhagen de VN klimaatconferentie plaats: hier zullen nieuwe internationale klimaatafspraken gemaakt moeten worden als vervolg op het Kyoto protocol, dat in 2012 afloopt.

Nederland en de EU streven naar een juridisch bindend VN klimaatakkoord dat moet voorkomen dat de wereldtemperatuur met meer dan 2 graden Celsius stijgt. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 moet zijn gehalveerd ten opzichte van 1990. Daarvoor is het nodig dat rijke landen de uitstoot terugdringen met 25–40% in 2020. Ook ontwikkelingslanden, met name de snel groeiende ontwikkelingslanden, zullen (naar hun verantwoordelijkheid en vermogen) activiteiten ondernemen om klimaatverandering tegen te gaan.

Binnen de VN liggen de standpunten op dit moment nog ver uit elkaar. Hoe de conferentie in Kopenhagen ook uitpakt, de afspraken in het Klimaatakkoord van Kopenhagen zullen in 2010 verder moeten worden uitgewerkt in concrete instrumenten. Nederland zal ook daarbij een ambitieuze onderhandelingspartner blijven binnen en buiten de EU. Daarbij blijft het uitgangspunt dat er een ambitieus en effectief internationaal klimaatregime komt, dat goed aansluit op het Kyoto Protocol en waaraan alle landen naar vermogen en verantwoordelijkheid bijdragen. In internationaal verband horen daar additionele middelen bij ten behoeve van adaptatieen mitigatie in ontwikkelingslanden.

CO2-reductieprogramma’s

Een onderdeel van de klimaatdoelstelling van het kabinet, zijn de CO2-reductieprogramma’s Joint Implementation (JI) en het Clean Development Mechanism (CDM). Met deze programma’s zal Nederland zijn nationale CO2-uitstoot in het buitenland reduceren als bijdrage aan de reductiedoelstelling uit het Kyoto-protocol. Emissiereducties die via deze mechanismen in het buitenland worden behaald, tellen mee bij de invulling van de nationale reductieverplichting. Het kabinet verwacht dat in de periode 2008–2012 door de recessie minder dan de eerder verwachte 65 Mton aan emissierechten uit CDM en JI-projecten nodig is. Naar aanleiding van de evaluatie Schoon en Zuinig wordt bezien of deze verwachting werkelijkheid wordt en worden eventuele alternatieve aanwendingen in kaart gebracht, zoals aanwending van de rechten voor de post-Kyoto periode.

Milieu en ontwikkelingssamenwerking

Het kabinet heeft voor de periode 2008–2011 in totaal 500 mln euro beschikbaar gesteld voor hernieuwbare energie. Door middel van directe investeringen worden bronnen voor hernieuwbare energie ontwikkeld en wordt toegang van armen tot hernieuwbare energie verbeterd. In 2010 wordt geïnvesteerd in een efficiënter gebruik van hernieuwbare energiebronnen, zoals windenergie, waterkracht, biomassa, zonne-energie en aardwarmte in onder andere Indonesië, Zambia en het Grote Merengebied.

Milieu in bredere zin

Nauw gerelateerd aan de zorgen over klimaatverandering zijn de zorgen over het wereldwijde milieu en waterbeheer in bredere zin. Verschillende programma’s in de HGIS geven uitvoer aan het Nederlandse beleid ten aanzien van internationaal milieu en waterbeheer.

Zo levert het interdepartementale programma «Partners voor Water» een bijdrage aan de oplossingen voor de wereldwaterproblematiek door het bundelen van Nederlandse expertise op het gebied van water bij overheid, bedrijfsleven, kennisinstituten en NGO’s. Er is besloten om vanaf 2010 de ondersteuning van dit programma vanuit de HGIS met zes jaar te verlengen.

Partners voor Water III

Het programma «Partners voor Water», draagt sinds 2000 bij aan oplossingen voor de wereldwaterproblematiek, en aan de versterking van de positie van de Nederlandse watersector. In dit programma wordt Nederlandse expertise op het gebied van water gebundeld: het is gericht op bedrijfsleven, kennisinstituten, NGO’s en overheden. Vijf ministeries zijn bij de aansturing van dit programma betrokken. Recent is een externe evaluatie uitgevoerd die een positief beeld schetst van de impact van «Partners voor Water». Er is besloten om vanaf 2010 de ondersteuning van dit programma vanuit de HGIS met zes jaar te verlengen. Naast de bestaande thema’s en landenfocus schenkt Partners voor Water III bijzondere aandacht aan enkele «deltalanden». Delta’s in dichtbevolkte, maar vruchtbare gebieden kennen eigen aan water gerelateerde problemen. In nieuw aan te gane meerjarige programmatische samenwerkingsverbanden worden in deze landen integrale, vraaggestuurde programma’s nagestreefd, inclusief specifieke aandacht voor goed bestuur, onderhoud en beheer.

Doelstelling 9: Betere dienstverlening aan Nederlandse burgers en bedrijven in het buitenland

Consulaire dienstverlening

Nederland is een internationaal georiënteerd land. Bedrijven opereren over de grenzen heen, miljoenen Nederlanders reizen jaarlijks naar het buitenland voor werk, studie of vakantie. Daarnaast bezoeken miljoenen burgers uit het buitenland ons land om dezelfde redenen. Het overgrote deel van alle reisbewegingen verloopt goed en onbelemmerd. Wanneer er zich echter problemen voordoen, wordt vaak om consulaire bijstand gevraagd. Bij deze consulaire dienstverlening, een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, valt te denken aan bijstand bij ziekte of overlijden als gevolg van ongevallen, natuurrampen, misdrijven en/of terroristische aanslagen. Verder wordt geassisteerd in het kader van de internationale rechtshulp, zoals bijvoorbeeld bij kindontvoeringszaken. Ruim 2600 Nederlandse gedetineerden worden o.a. met bezoeken door de posten intensief begeleid. Hiernaast zijn ook de invoering van de nieuwe generatie reisdocumenten, afhandeling van visumaanvragen, het omgaan met asiel, migratie en personenverkeer allemaal elementaire taken die voor rekening komen van ambassades en consulaten.

In EU-verband wordt verder gewerkt aan het bevorderen van samenwerking op het gebied van visum-, asiel- en migratiebeleid, met specifieke aandacht voor de externe dimensie en voor de samenwerking met derde landen. In crisissituaties worden evacuaties zoveel mogelijk gezamenlijk door de EU-landen uitgevoerd. In Koninkrijksverband wordt gestreefd naar vergaande harmonisatie van het visumbeleid.

Ondernemen in het buitenland

De Nederlandse economie en welvaart zijn van oudsher in sterke mate afhankelijk van de economische activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland. Het stimuleren van internationale handel en investeringen blijft dan ook van groot belang voor het bevorderen van een bestendige groei van de Nederlandse economie. Juist in tijden van economische tegenspoed moet hier extra aandacht aan worden besteed. Het kabinet probeert daarom bedrijven die daar om vragen te helpen bij het verkrijgen van toegang tot andere markten. Ook probeert het kabinet via het Netherlands Foreign Investments Agency (NFIA) buitenlandse investeerders naar Nederland te halen. Economische dienstverlening, aangestuurd vanuit Economische Zaken, wordt mét Buitenlandse Zaken uitgevoerd door middel van het wereldwijde netwerk van ambassades, consulaten-generaal (CGs), honoraire consulaten en Netherlands Business Support Offices (NBSOs), in samenwerking met de vakattachés van andere departementen zoals bijvoorbeeld van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Project: Loop eens binnen in het buitenland / Internationaal Ondernemen

Doelstelling van het kabinet is het Nederlandse bedrijfsleven beter te positioneren in het buitenland. Daarbij is de inzet van het postennet van essentieel belang. Alhoewel de grote Nederlandse bedrijven bekend zijn met het werk op de posten, bestaat er vooral bij het Nederlandse midden- en kleinbedrijf brede onbekendheid met hun werk en een perceptie van hoogdrempeligheid. De Dutch Trade Board, het publiek-private netwerk dat zich richt op internationaal ondernemen, heeft daarom het initiatief genomen om door middel van een brede communicatiecampagne de bekendheid van het netwerk te vergroten en de ondernemers beter te informeren over wat het netwerk hun te bieden heeft. In de campagne komt duidelijk naar voren van welke posten een basispakket aan economische dienstverlening kan worden verwacht en van welke posten men een meer uitgebreide dienstverlening kan verwachten. De campagne gaat over het hele economische netwerk (Ambassades – inclusief Technisch Wetenschappelijk attachés en landbouwattachés- CG’s, NBSO’s) en wordt in samenwerking tussen de drie betrokken departementen EZ, LNV en BZ uitgevoerd. Waar een bedrijf ook «aanklopt» in het netwerk, overal moet men dezelfde informatie krijgen.

Doelstelling 10: Betere dienstverlening aan internationale organisaties en buitenlandse bedrijven die zich in Nederland vestigen

Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats

De Nederlandse Regering wil de aantrekkelijkheid van Nederland als gastland voor internationale organisaties versterken. De Rijksbrede benadering die daartoe in 2005 is ingezet, wordt geïntensiveerd. Het kabinet wil de dienstverlening aan geprivilegieerde buitenlanders verder versterken. In 2010 zal het kabinet samenhangend beleid formuleren en uitvoeren om nieuwe organisaties aan te trekken zoals een vestiging in het kader van het Europese programma voor satellietnavigatie. Daarnaast ligt de nadruk van de Nederlandse inzet in 2010 op het behouden en vergroten van de tevredenheid van organisaties die al in Nederland gevestigd zijn met de wijze waarop zij Nederlandse gastvrijheid genieten. Hierbij valt te denken aan het Internationaal Strafhof, Eurojust en Europol. Eurojust is al enige tijd conform een besluit van de Europese Raad in Nederland gevestigd. Ter financiering van de Nederlandse gastlandbijdrage aan de definitieve huisvesting van Eurojust in Den Haag komt vanaf 2012 uit de HGIS/non-ODA voor een periode van vijf jaar EUR 6 miljoen per jaar beschikbaar.

Een nieuwe uitdaging voor 2010 is het uitfaseren van enkele internationale hoven (Joegoslavië Tribunaal en Sierra Leone Tribunaal) en de opzet door de VN van een eventuele restorganisatie (het zogenaamde «residual mechanism»). Deze zal in zeer afgeslankte vorm een aantal taken kunnen blijven vervullen, zoals het beheer van archieven en bewijsmateriaal, eventueel hoger beroep, mogelijke tussentijdse invrijheidsstelling veroordeelden en dergelijke.

Aandachtspunt naast de Kabinetsdoelstellingen:

Internationaal Cultuurbeleid

Nederland wil met het Internationaal Cultuurbeleid de positie van Nederland versterken. Internationaal Cultuurbeleid is dan ook een integraal onderdeel van het buitenlandbeleid, wat in nauwe samenwerking tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (OCW) wordt opgesteld en uitgevoerd. Het idee van «halen en brengen» is een belangrijk uitgangspunt van het beleid.

Presentaties van Nederlandse cultuur in het buitenland worden gerichter en meer zichtbaar neergezet, zoals tijdens de manifestaties Ruhr 2010, Istanbul 2010 en de wereldexpo Shanghai 2010. Extra aandacht gaat naar disciplines waarin Nederland sterk staat, maar nog sterker kan worden. Zo ondersteunt de regering het programma Dutch Design Fashion and Architecture (Dutch DFA) om in de periode 2009–2012 de internationale positie van de sectoren design, mode en architectuur duurzaam te versterken.

Daarnaast richt de regering zich bij de betrekkingen met andere landen op het behoud van aanwezig gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Ook de culturele samenwerking met ontwikkelingslanden wordt steeds belangrijker. Wereldwijd groeit de overtuiging dat cultuur bijdraagt aan ontwikkeling en daarmee aan het behalen van de Millenniumdoelen. Ontwikkelingssamenwerking speelt een brugfunctie in de interculturele dialoog

BIJLAGE 1 De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2009 (bedragen in mln EUR)

 200920102011201220132014
HGIS-uitgaven      
Stand Miljoenennota 2009 6 914,87 060,8 7 229,3 7 193,9 7 382,5 
Macrobijstellingen (BNP-mutaties) – 593,8 – 600,9– 672,9 – 787,8 – 896,1  
Eindejaarsmarge134,5 10,0 20,5 0,0 0,0  
Overboekingen van/naar HGIS – 0,4 – 1,7 – 13,9 – 17,0– 21,4  
Intertemporele kasschuiven – 78,9– 100,0 178,9 0,0 0,0  
Desalderingen 17,9– 0,1 – 0,3 – 0,3 – 0,3  
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 20106 394,06 368,26 741,66 388,96 464,76 558,4
       
HGIS-ontvangsten      
Stand Miljoenennota 2009 155,3133,5 132,9 132,0 121,4  
Desalderingen 17,9– 0,1 – 0,3 – 0,3 – 0,3  
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2010173,1133,3132,7131,7121,2117,1
       
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten6 220,96 234,86 608,96 257,16 343,56 441,2

BIJLAGE 2 De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel

a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
 Totaalwv. ODATotaalwv. ODATotaalwv. ODATotaalwv. ODATotaalwv. ODATotaalwv. ODATotaalwv. ODA
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten              
 02.01 Algemene Rekenkamer/recht- en doelmatigheidsbevordering280280280280140140        
Totaal 28028028028014014000000000
                
V Buitenlandse Zaken              
01.00Versterkte int. rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten              
 01.01 Internationale rechtsorde41 8114 43148 4775 07046 6995 15446 2395 15446 2395 15446 2395 15446 2395 154
 01.02 Mensenrechten51 43036 33253 95739 00352 16936 57649 34633 75349 38533 79249 38533 79249 38533 792
 01.03 Internationale juridische instellingen28 725 15 670 13 072 19 688 17 503 9 650 9 650 
02.00Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur              
 02.01 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid12 177 12 934 18 553 19 122 19 358 21 685 21 685 
 02.02 Bestrijding internationaal terrorisme              
 02.03 Non-proliferatie en ontwapening9 1641 0709 0141 0458 9171 0458 9171 0458  9171 0458 9171 0458 9171 045
 02.04 Conventionele wapenbeheersing              
 02.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing435 035296 673426 136302 161362 377247 749362 579247 951359 024244 396359 024244 396359 024244  396
 02.06 Humanitaire hulpverlening383 080377 364300 867297 100240 767237 000268 767265 000300 767297 000300 767297 000300 767297 000
 02.07 Goed bestuur181 032165 363212 452201 337180 414170 810161 070152 066156 629148 073156 629148 073156 629148 073
 02.08 Het bevorderen van energiezekerheid              
 02.09 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie11 85211 85220 70020 70018 60018 60017 91317 91329 25029 25029 25029 25029 25029 250
03.00 Versterkte Europese samenwerking              
 03.02 Ondersteuning bij pre- en postaccessie11 000 10 708 10 708 10 708 10 708 10 708 10 708 
 03.03 EOF Europees Ontwikkelingsfonds166 792166 792180 873180 873191 052191 052213 566213 566191 052191 052196 011196 011191 0521 91 052
 03.04 Nederlandse positie in de EU3 585 3 158 3 145 3 145 3 145 3 145 3 145 
 03.05 Raad van Europa9 179 9 477 9 303 9 303 9 303 9 303 9 303 
04.00Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede              
 04.01 Handels- en financieel systeem16 6851 44824 1551 35222 2111 15721 2821 15720 36477220 36477220 364772
 04.02 Armoedebestrijding507 873502 203148 556141 604125 269118 509218 781215 281268 282264 782286 672283 172403 600400 100
 04.03 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden487 550475 050519 213506 713503 830491 330519 262506 762477 267464 767477 267464 767477 267464 767
 04.04 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking9 8339 83310 10010 10014 10014 10015 10015 10016 10016 10016 10016 10016 10016 100
 04.05 Nederlandse handels- en investeringsbevordering6 917 7 291 6 265 6 265 6 265 6 265 6 265 
05.00Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling              
 05.01 Gelijke kansen op doorlopen kwalitatief goed onderwijs364 368364 368395 234395 234314 171314 171376 133376 133500 186500 186500 186500 186500 186500 186
 05.02 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek134 635132 039154 149151 553169 829167 233180 757178 161181 031178 435181 031178 435181 031178 435
 05.03 Gender31 34031 34047 66047 66048 53648 53625 69625 69626 60026 60026 60026 60026 60026 600
 05.04 HIV/AIDS313 705311 756321 616319 665281 991280 040285 962284 011316 562314 611316 562314 611316 562314 611
 05.05 Reproductieve gezondheid161 873161 873198 772198 772187 480187 480162 359162 359168 109168 109168 109168 109168 109168 109
 05.06 Participatie civil society677 745677 431533 739533 477573 612573 612522 990522 990537 806537 806537 806537 806537 806537 806
06.00Beter beschermd en verbeterd milieu              
 06.01 Milieu en water233 565230 347257 168253 840221 052217 662505 456503 112254 934253 515254 934253 515254 934253 515
 06.02 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen125 882125 882132 417132 417113 921113 921123 835123 835139 063139 063139 063139 063139 063139 063
07.00Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer              
 07.01 Consulaire dienstverlening13 977 27 757 12 899 9 049 9 049 9 049 9  049 
 07.02 Vreemdelingenbeleid175 473174 344249 158247 898263 431262 316124 921123 806127 800126 685127 800127 281127 800127 281
08.00Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland              
 08.01 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden15 1652 58111 8282 6309 6602 3598 7731 8278 7631 8278 7631 8278 7631 827
 08.02 Cultureel erfgoed4 9021 2874 2021 0574 8201 2054 8201 2054 8201 2054 8201 2054 8201 205
 08.03 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid64 43539 20967 77436 80962 81334 78463 26035 02562 89534 81562 89534 81562 89534 815
 08.04 Vestigingsklimaat int. organisaties in Nederland              
09.00Geheim              
 09.01 Geheim              
10.00Nominaal en onvoorzien              
 10.01 Nominaal en onvoorzien14 8 074 32 992 77 231 97 467 124 876 233 606 
11.00Algemeen              
 11.01 Apparaatsuitgaven702 433215 085746 801214 027745 649214 214730 770214 711683 715214 653690 690214 615684 127214 615
Totaal 5 393 2324 515 9535 170 0874 242 0974 870 3073 950 6155 173 0654 227 6195 108 3584 193 6935 160 5654 217 6005 374 7014 329 569
                
VI Justitie              
13.03.01Rechtshandhandhaving/Tech. ass. bij drugsbestrijding Suriname6565200200200200200200200200200200200200
13.03.01Rechtshandhandhaving/Europol en Eurojust12 710 23 349 26 849 31 463 29 239 27 809 23 582 
13.03.03Rechtshandhandhaving/NFI  500 500 500 500 500 500 
91.01.01Effectieve besturing van het Justitieapparaat/Attachés1 247 1 408 1 408 1 408 1 408 1 408 1 408 
91.01.01Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO115 146 146 146 146 146 146 
Totaal 14 1376525 60320029 10320033 71720031 49320030 06320025 836200
                
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties              
12.01Apparaat (attachés)478 698 491 491 491 491 491 
Totaal 4780698049104910491049104910
                
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap              
06.01HBO (beurzen niet EU)3 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 4533 453
07.10Wetenschappelijk onderwijs59 69956 46061 82758 55861 81458 54661 81458 54661 81458 54661 81458 54661 81458 546
08.11Internationaal beleid: attachés158 150 150 150 150 150 150 
08.11Internationaal beleid: Cultuur overig943 1 504 904 904 904 904 904 
14.01/ 02/04/05Cultuur: overig166 6 166 4 566 4 566 4 566 4 566 4 566 
14.04Cultuur: Sieboldhuis110             
16.01Onderzoek en wetenschappen: WOTRO454454454454454454454454454454454454454454
Totaal 64 98360 36773 55462 46571 34162 45371 34162 45371 34162 45371 34162 45371 34162 453
                
IXB Financiën              
01Belastingen              
02Belastingdienst (attachés)1 331 1 170 1 170 1 170 1 170 1 170 1 170 
04Internationale betrekkingen              
20Mult. Ontw. Banken en Fondsen115 662113 63094 87794 04099 60099 600298 390298 390213 895213 895230 428230 428197 315197 315
09Algemeen (apparaat/attachés)1 021 1 065 1 065 1 065 1 065 1 065 1 065 
Totaal 118 014113 63097 11294 040101 83599 600300 625298 390216 130213 895232 663230 428199 550197 315
                
X Defensie              
20Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties)328 0236 700377 10013 000323 50013 000279 00013 000199 00013 000199 00013 000199 00013 000
26Commando Dienstencentra              
06.01Attachés16 701 20 688 20 688 20 688 20 688 20 688 20 688 
Totaal 344 7246 700397 78813 000344 18813 000299 68813 000219 68813 000219 68813 000219 68813 000
                
XI Volkshuisvesting, RO en Milieubeheer              
43.08.04Clean development mechanism40 124 40 000 66 419 88 510 79 397 54 729   
47.44.04Internationaal milieubeleid4 481 3 135 3 846 4 245 5 074 5 074 5 074 
91.82.28Apparaat/attachés316 316 316 316 316 316 316 
Totaal 44 921043 451070 581093 071084 787060 11905 3900
                
XII Verkeer en Waterstaat              
31.01Integraal waterbeleid (Partners voor Water)12 825 14 396 11 215 9 536 9 536 9 536 9 536 
33.02Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO)400 416 416 416 416 416 416 
33.03Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA)1 338 1 365 2 765 1 265 1 265 1 265 1 265 
37.01Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO)72327736277362773627736277362773627
41.01Attachés2 183 2 365 2 365 2 365 2 365 2 365 2 365 
Totaal 17 4692719 2782717 4972714 3182714 3182714 3182714 31827
                
XIII Economische Zaken              
2 Een sterk innovatievermogen              
 01 Algemeen (attachés)4 315 5 278 5 809 5 771 5 588 5 757 5 757 
 45 IS opkomende markten5 581 3 675 2 849 4 406 5 455 6 713 6 713 
 55 Bijdrage organisaties322 337 375 375 375 375 375 
3 Een concurrerend ondernemingsklimaat              
 10 Bijdrage UNWTO200 226 226 226 226 226 226 
4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding              
 01 Algemeen (bijdragen aan int. instituten)781 626           
 20 CO2/reductieplan-Joint Implementation9 176 34 374 41 782 35 063 25 236 28 425   
 50 Bijdrage aan diverse instituten148 1 108 1 095 1 080 1 080 1 080 1 080 
5 Internationale Economische Betrekkingen              
 01 Algemeen1 812 794 1 239 1 645 1 069 1 060 1 029 
 20 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde4 176 4 526 4 526 4 335 4 335 4 335 4 335 
 30 Bevorderen van internationaal ondernemen70 39920079 244068 885 67 563 74 870 68 636 70 196 
 40 Stimuleren van buitenlandse investeringen in Nederland (DBIN)10 963 700 735 1 450       
 50 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten30 285 63 4815 00051 7035 00046 9705 00040 1375 00024 988 23 459 
10 Elektronische communicatie en post              
 30 Bijdrage aan internationale organisaties1 519 1 287 2 477 2 477 2 477 2 477 2 477 
Totaal 139 677200195 6565 000181 7015 000171 3615 000160 8485 000144 072115 6470
                
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit              
23 Natuur              
 01.04 Beheer van de natuur (Tropisch hout)61 61 61 61 61 61 61 
 01.04 Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling»1 0001 0001 0001 0001 0001 0001 0001 000      
26 Kennis en Innovatie              
 01.01 Waarborgen van het kennisstelsel (ASC, IO en ISRIC)              
 01.06 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs)3535353535353535353535353535
 01.06 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC)1 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 0851 085
29 Algemeen              
 01.01 Internationale contributies/FAO6 4783 3046 9733 5566 9733 5566 9733 5566 9733 5566 9733 5566 9733 556
 01.01 Internationale contributies/UNEP243243243243243243243243243243243243243243
 02.01 Apparaatsuitgaven (attachés)20 260 19 898 19 813 19 728 19 728 19 728 19 728 
Totaal 29 1625 66729 2955 91929 2105 91929 1255 91928 1254 91928 1254 91928 1254 919
                
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid              
 98.08.06 Apparaatsuitgaven (attachés)749 749 749 749 749 749 749 
Totaal 7490749074907490749074907490
                
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport              
46.01.01Sport en OS1 0021 0021 5001 5001 5001 5001 5001 500      
98.01.01Projecten via UNODC5 000 7 000 2 500         
98.01.01WHO-partnerschap6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6  000 
98.02.01Algemeen, apparaatsuitgaven (attachés)1 142 1 085 924 924 924 924 924 
Totaal 13 1441 00215 5851 50010 9241 5008 4241 5006 92406 92406 9240
                
Toerekeningen               
EU-begroting 349 700270 100294 900234 400340 100265 367345 600269 867345 600269 867345 600269 867345 600269 867
EKI-kwijtschelding58 59658 59630 00030 000300 000300 000200 000200 000100 000100 000150 000150 000150 000150 000
Schuldkwijtschelding IMF/Liberia11 53711 537            
Totaal 419 833340 233324 900264 400640 100565 367545 600469 867445 600369 867495 600419 867495 600419 867
                
TOTAAL UITGAVEN 6 600 8035 044 1246 394 0364 688 9286 368 1674 703 8216 741 5755 083 9756 388 8524 863 0546 464 7184 948 4946 558 3605 027 350

Bijlage 2b. De HGIS-ontvangsten per begroting en artikel.

Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving 2008200920102011201220132014
V Buitenlandse Zaken       
22 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur       
 10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid165147147147147147147
 70 Humanitaire hulpverlening1 0971 0001 0001 0001 0001 0001 000
23 Versterkte Europese samenwerking       
 40 Restitutie Raad van Europa       
24 Meer welvaart en minder armoede       
 10 Aflossingen en rente begrotingsleningen39 05440 58720 10720 57020 22220 22220 222
27 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer       
 10 Consulaire dienstverlening38 95537 69037 69037 69037 69037 69037 690
28 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland       
 10 Doorberekening Defensie diversen701790790790790790790
31 Algemeen       
 10 Diverse ontvangsten96 43868 69350 32650 32650 32650 32650 326
 20 Koersverschillen43 907      
 Totaal220 317148 907110 060110 523110 175110 175110 175
         
VI Justitie       
13.03.01 Rechtshandhaving/Europol857      
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/Attachés5      
 Totaal862000000
         
IXB Financiën       
04.22 Programma Ontvangsten17 88810 99810 0538 9208 3357 7793 717
 Totaal17 88810 99810 0538 9208 3357 7793 717
         
X Defensie       
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties12 4401 4071 4071 4071 4071 4071 407
 Totaal12 4401 4071 4071 4071 4071 4071 407
         
XIII Economische Zaken       
02.10 Infrastructuur voor innovatie       
05 Internationale economische betrekkingen       
 20 Vrijmaken internationaal handels- en investeringsverkeer 10 00010 00010 00010 000  
 21 Ontvangsten kredieten en garanties12 337681681681681681681
 30 Bevorderen internationaal ondernemen825      
 90 Diverse ontvangsten BEB2 0131 1341 1341 1341 1341 1341 134
10.70 Restituties bijdragen aan internationale organisaties57      
 Totaal15 23211 81511 81511 81511 8151 8151 815
         
TOTAAL ONTVANGSTEN266 739173 127133 335132 665131 732121 176117 114

BIJLAGE 3 Berekening ODA-plafond 2010 en raming ODA-prestatie 2009 en 2010

Berekening ODA-plafond 2010: (bedragen in miljoenen EUR)
  2010
Raming BNP 576 430,0
   
Basisbedrag 0,8% BNP 4 611,4
Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen 55,9
Bij: geraamde ontvangsten OS 41,2
Bij: Duurzame energie 100,0
Af: Kasschuif – 100,0
ODA-plafond 2009 4 708,5
   
   
   
   
Raming netto ODA-prestatie in 2009 en 2010:  
(bedragen in miljoenen EUR)  
 20092010
Bruto ODA-totaal4 693,74 708,5
Af: geraamde aflossingen op ODA-leningen– 80,2– 55,9
Af: geraamde ontvangsten OS– 42,2– 41,2
Netto ODA (in miljoenen euro)4 571,34 611,5
   
Raming BNP (in miljarden euro)563,3576,4
   
Netto ODA in % van het BNP0,810,80

Bijlage 4a. De ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

  200820092010Begroting/artikel
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten    
1.1 Internationale rechtsorde4 431 5 070 5 154 V-01.01
1.2 Mensenrechten36 332 39 003 36 576 V-01.02
  40 76344 07341 730 
      
Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur    
AR Recht- en doelmatigheidsbevordering 280 280 140IIB-02.01
2.3 Non-proliferatie en ontwapening1 070 1 045 1 045 V-02.03
2.5Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 296 673 302 161247 749 V-02.05
2.6 Humanitaire hulpverlening 377 364 297 100 237 000V-02.06
2.7 Goed bestuur 165 363 201 337170 810 V-02.07
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie 11 852 20 700 18 600V-02.09
Defensie Toerekening crisisbeheersingsoperaties 6 700 13 000 13 000X-20
  859 302835 623688 344 
Versterkte Europese samenwerking    
3.3 EOF Europees ontwikkelingsfonds166 792 180 873 191 052 V-03.03
 Toerek. Toerekening EU-begroting 270 100 234 400 265 367Toerekening
  436 892415 273456 419 
      
Meer welvaart en minder armoede    
4.1 Handels- en financieel systeem 1 4481 352 1 157 V-04.01
4.2 Armoedebestrijding502 203 141 604 118 509 V-04.02
4.3Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 475 050 506 713491 330 V-04.03
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking 9 833 10 100 14 100V-04.04
Justitie Rechtshandhaving/Tech.ass. bij drugsbestr. Suriname 65 200 200 VI-13.03.01
FinanciënMult. Ontw. Banken en Fondsen 113 630 94 040 99 600IXB-04.20
EZ Economische Samenwerking Indonesie 2000 0 XIII-5.30
 Faciliteit transitielanden 05 000 5 000 XIII-5.50
LNV Internationale contributies/FAO 3 304 3 556 3 556 XIV-29.01.01
 Toerek. EKI-kwijtschelding 58 596 30 000 300 000Toerekening
 Schuldkwijtschelding IMF/Liberia 11 5370 0 Toerekening
  1 175 866792 5651 033 452 
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling    
5.1 Onderwijs 364 368395 234 314 171 V-05.01
5.2 Kennisontwikkeling132 039 151 553 167 233 V-05.02
5.3 Gender31 340 47 660 48 536 V-05.03
5.4 HIV/AIDS311 756 319 665 280 040 V-05.04
5.5Reproductieve gezondheid 161 873 198 772 187 480V-05.05
5.6 Participatie civil society 677 431533 477 573 612 V-05.06
OCW HBO (beurzen niet EU)3 453 3 453 3 453 VIII-06.01
 Wetenschappelijk onderwijs 56 460 58 558 58 546VIII-07.10
 Onderzoek en wetenschappen: WOTRO 454454 454 VIII-16.01
LNVWaarborgen van het kennisstelsel (ASC, IO en ISRIC) 0 0 0 XIV-26.01.01
 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) 3535 35 XIV-26.01.06
 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) 1 085 1 085 1 085 XIV-26.01.06
VWSSport en OS 1 002 1 500 1 500 XVI-46.01.01
  1 741 2961 711 4461 636 145 
Beter beschermd en verbeterd milieu    
6.1 Milieu en water 230 347 253 840217 662 V-06.01
6.2 Water en stedelijke ontwikkeling125 882 132 417 113 921 V-06.02
VenW Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 27 27 27XII-37.01
LNV Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling» 1 000 1 000 1 000 XIV-23.01.04
 Internationale contributies/UNEP 243 243 243XIV-29.01.01
  357 499387 527332 853 
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer    
7.2Vreemdelingenbeleid (opvang asielzoekers)174 344247 898262 316V-07.02
  174 344247 898262 316 
Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland    
8.1 Nederlandse cultuur 2 581 2 6302 359 V-08.01
8.2 Cultureel erfgoed 1 2871 057 1 205 V-08.02
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 39 209 36 809 34 784 V-08.03
  43 07740 49638 348 
      
Algemeen     
11.1Apparaatsuitgaven 215 085 214 027 214 214V-11.01
  215 085214 027214 214 
      
Totaal ODA binnen HGIS5 044 1244 688 9284 703 821 
ODA buiten HGIS (instituten LNV)4 7254 7254 725 
TOTAAL ODA5 048 8494 693 6534 708 546 

Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010

Versnelde MDG-realisatie
Bangladesh Kenia 
2.07 Goed bestuur 4 500 000 1.02 Mensenrechten200 000
4.02 Armoedevermindering300 000 2.07 Goed bestuur 4 500 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 500 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1 472 000
5.01 Onderwijs 14 500 000 6.01 Milieu en water 3 700 000
5.03 Gender 1 400 000 6.02 Duurzaam waterbeheer5 000 000
5.05 Reproductieve gezondheid 11 700 000 14 872 000
6.01 Milieu en water10 300 000   
6.02 Duurzaam waterbeheer 15 000 000Mali 
 58 200 0001.02 Mensenrechten 150 000
  2.07 Goed bestuur1 000 000
Benin 4.02 Armoedevermindering13 150 000
2.07 Goed bestuur 3 000 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 7 500 000
4.02 Armoedevermindering 8 325 000 5.01 Onderwijs 14 000 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 3 000 0005.05 Reproductieve gezondheid 10 050 000
5.01 Onderwijs4 500 000 6.01 Milieu en water 500 000
6.01 Milieu en water 1 460 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 5 663 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 9 225 000 52 013 000
 29 510 000  
  Mongolië 
Bolivia 6.01 Milieu en water 6 688 000
1.02 Mensenrechten 148 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 528 000
2.07 Goed bestuur 5 848 000  7 216 000
4.02 Armoedevermindering 5 313 000   
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 7 864 000Mozambique 
5.01 Onderwijs 10 375 0002.07 Goed bestuur 3 100 000
5.03 Gender 1 300 0004.02 Armoedevermindering 18 250 000
6.01 Milieu en water8 898 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden3 150 000
 39 746 0005.01 Onderwijs2 200 000
  5.03 Gender 900 000
Burkina Faso 5.04 HIV/AIDS 5 000 000
1.02 Mensenrechten350 000 5.05 Reproductieve gezondheid 7 000 000
2.07 Goed bestuur 450 000 6.02 Duurzaam waterbeheer15 000 000
4.02 Armoedevermindering 20 900 000 54 600 000
5.01 Onderwijs 12 750 000  
5.03 Gender 350 000 Nicaragua 
5.04 HIV/AIDS 2 750 000 2.07 Goed bestuur1 985 000
5.05 Reproductieve gezondheid 6 000 0004.02 Armoedevermindering 290 000
 43 550 0004.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 7 650 000
  5.03 Gender1 200 000
Ethiopië 5.04 HIV/AIDS500 000
4.02 Armoedevermindering 5 102 000 5.05 Reproductieve gezondheid 7 850 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 14 589 000  19 475 000
5.01 Onderwijs 8 000 000   
5.03 Gender1 000 000 Oeganda 
5.04 HIV/AIDS5 031 000 1.02 Mensenrechten 440 000
5.05 Reproductieve gezondheid 5 046 000 2.07 Goed bestuur9 988 000
 38 768 0004.02 Armoedevermindering 176 000
  4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 198 000
Ghana 5.01 Onderwijs 15 409 000
2.07 Goed bestuur525 000 5.03 Gender 88 000
4.02 Armoedevermindering20 075 000  26 299 000
5.01 Onderwijs8 092 000   
5.03 Gender 808 000 Rwanda 
5.04 HIV/AIDS 932 000 2.07 Goed bestuur6 400 000
5.05 Reproductieve gezondheid 19 015 0004.02 Armoedevermindering 0
6.01 Milieu en water8 516 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden12 200 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 325 000 5.01 Onderwijs 6 000 000
 58 288 0006.01 Milieu en water 6 000 000
   30 600 000
Jemen   
1.02 Mensenrechten 264 000Senegal 
2.07 Goed bestuur 1 320 0004.02 Armoedevermindering 7 925 000
4.02 Armoedevermindering 616 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 150 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 880 000 6.01 Milieu en water20 750 000
5.01 Onderwijs 7 814 000 28 825 000
5.05 Reproductieve gezondheid6 820 000   
6.01 Milieu en water 1 848 000  
6.02 Duurzaam waterbeheer 4 840 000  
 24 402 000  

Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010

Versnelde MDG-realisatie
Tanzania Zambia 
2.07 Goed bestuur 19 000 0002.07 Goed bestuur 1 600 000
4.02 Armoedevermindering20 400 000 4.02 Armoedevermindering 10 000 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1 158 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 4 300 000
5.04 HIV/AIDS 2 400 000 5.01 Onderwijs 18 000 000
5.05 Reproductieve gezondheid 17 500 000 5.03 Gender 300 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 7 500 000 5.04 HIV/AIDS2 400 000
 67 958 0005.05 Reproductieve gezondheid 10 000 000 46 600 000
Veiligheid & ontwikkeling Veiligheid & ontwikkeling Uitfasering in de komende vier jaar 
Afghanistan Bosnië & Herzegovina 
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 18 600 000 2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 5 000 000
2.07 Goed bestuur3 400 000 2.07 Goed bestuur 2 500 000
 22 000 0004.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2 500 000 10 000 000
Burundi   
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing10 698 000 Eritrea 
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 3 166 000 6.02 Duurzaam waterbeheer0
 13 864 000 0
    
Colombia Sri Lanka 
1.02 Mensenrechten900 000 4.02 Armoedevermindering 200 000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 2 600 000 200 000
2.07 Goed bestuur 1 700 000  
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1 500 000  
5.02 Kennisontwikkeling 50 000   
6.01 Milieu en water 11 500 000   
 18 250 000  
    
Congo, Democratische Republiek   
1.02 Mensenrechten 1 500 000   
5.03 Gender 2 500 000   
 4 000 000  
    
Guatemala   
1.02 Mensenrechten 1 500 000   
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 250 000   
2.07 Goed bestuur3 500 000   
5.03 Gender 500 000   
5.04 HIV/AIDS 800 000   
5.05 Reproductieve gezondheid1 000 000   
6.01 Milieu en water 8 000 000  
 15 550 000  
    
Pakistan   
1.02 Mensenrechten 500 000   
2.07 Goed bestuur4 000 000   
5.01 Onderwijs 25 000 000  
6.01 Milieu en water 8 600 000   
6.02 Duurzaam waterbeheer 1 500 000   
 39 600 000  
    
Palestijnse Autoriteiten   
1.02 Mensenrechten 1 650 000   
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 15 000 000  
2.07 Goed bestuur 5 550 000  
 22 200 000  
    
Soedan   
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing60 000 000   
 60 000 000  

Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010

Brede relatie Brede relatie Uitfasering in de komende vier jaar 
Egypte Albanië 
1.02 Mensenrechten 313 0002.07 Goed bestuur 1 700 000
2.07 Goed bestuur1 258 000 5.03 Gender 200 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 355 000 6.01 Milieu en water 1 500 000
5.03 Gender 2 100 000 3 400 000
6.02 Duurzaam waterbeheer4 650 000   
 8 676 000Armenië 
  2.07 Goed bestuur1 000 000
    
Georgië  1 000 000
1.02 Mensenrechten200 000   
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing70 000 Kaap Verdië 
2.07 Goed bestuur470 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden75 000
4.02 Armoedevermindering 2 000 000 5.01 Onderwijs 2 850 000
 2 740 000 2 925 000
    
Indonesië Macedonië 
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing5 100 000 5.01 Onderwijs 1 100 000
2.07 Goed bestuur 13 970 000 5.03 Gender 592 000
4.02 Armoedevermindering 500 000  1 692 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2 500 000  
5.01 Onderwijs 21 000 000   
5.02 Kennisontwikkeling 5 000 000   
6.01 Milieu en water9 000 000   
6.02 Duurzaam waterbeheer 15 000 000  
 72 070 000  
Moldavië   
2.07 Goed bestuur 2 401 000   
4.02 Armoedevermindering2 775 000   
 5 176 000  
    
Suriname   
2.07 Goed bestuur 12 800 000  
4.02 Armoedevermindering 4 171 000   
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 12 348 000  
5.01 Onderwijs 4 200 000   
5.03 Gender200 000   
5.04 HIV/AIDS 250 000   
5.05 Reproductieve gezondheid 7 655 000   
5.06 Participatie civil society 1 879 000   
6.01 Milieu en water13 900 000   
 57 403 000  
    
Vietnam   
4.02 Armoedevermindering 3 870 000  
5.04 HIV/AIDS 750 000   
5.05 Reproductieve gezondheid 6 120 000   
6.01 Milieu en water1 800 000   
6.02 Duurzaam waterbeheer 8 460 000  
 21 000 000  
    
Zuid Afrika   
2.07 Goed bestuur 4 300 000   
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2 200 000  
5.01 Onderwijs 11 450 000   
5.04 HIV/AIDS8 300 000   
 26 250 000  

Bijlage 5 HGIS-uitgaven Natuur, Milieu en Water (bedragen x EUR 1000)

 200820092010
ODA Natuur en Milieu   
Directe uitgaven Natuur en Milieu   
Landenspecifieke sectorale samenwerking187 378220 567185 792
Thematische samenwerking in landen en regio’s85 88590 92574 659
Subtotaal directe uitgaven Natuur en Milieu273 263311 492260 451
Toerekening macrosteun13 2109 96913 520
Multilateraal   
VN-instellingen   
GEF-ODA/ Montreal Fund 24 080 3 00021 963
UNEP 9 383 9 140 9 140
Verwoestijningsverdrag 131 120 120
UNDP 9 40111 077 10 630
IFAD 8 517 9 518 6 750
FAO partnershipprogramma 4 409 3 750 3 750
UN-HABITAT 1 656 450 450
    
Internationale Financiele Instellingen   
IDA en regionale ontwikkelingsbanken 11 363 9 404 9 960
WB-Partnership Programma 12 897 12 879 12 879
    
Europese ontwikkelingssamenwerking   
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 8 340 9 0449 553
Toerekening EU-begroting 13 50511 720 13 268
Subtotaal Multilateraal103 68280 10298 463
Particuliere kanaal   
Speciale Activiteiten 30 76463 84844 024
TMF en MFS 87 67366 06665 459
Subtotaal overig 97 51882 63880 520
Oret, Miliev en ORIO 78 59863 878 64 085
MFP 0 0 0
SALIN 3 1633 100 2 480
SNV 12 567 13 500 11 475
PSO 1 840 2 160 2 480
MATRA 1 3501 350 1 350
Subtotaal Particulier Kanaal215 955212 552190 003
Overige toerekeningen   
Apparaatsuitgaven 17 20717 122 17 137
Natuur en Milieu Educatie 1 000908 908
Int. onderwijs instituten 10 87812 382 14 044
Subtotaal Overige Toerekeningen29 08530 41232 089
Totaal ODA Natuur en Milieu635 195644 527 594 526
Waarvan voor:   
- Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud (RTR)66 00068 00068 000
    
BNP (x mln)602 466563 280576 430
ODA Natuur en Milieu als % van het BNP 0,105 0,114 0,103
Non-ODA Natuur en Milieu   
Natuur en Milieu programma’s   
Clean Development Mechanism40 124 40 000 66 419
Joint Implementation 9 17634 374 41 782
GEF non-ODA 816 0 800
Internationale samenwerking Milieu 4 481 3 135 3 846
Waterbeheer (Partners for Water) 12 825 14 39611 215
Subtotaal67 42291 905124 062
Overig   
MATRA 2 6703 110 3 110
Subtotaal2 6703 1103 110
Totaal Non-ODA natuur en milieu70 09295 015127 172
TOTAAL NATUUR EN MILIEU IN HGIS705 287 739 542721 698

Bijlage 6 ODA-uitgaven Onderwijs (bedragen x EUR 1000)

 200820092010
Bilaterale uitgaven   
Partnerlanden met onderwijs als sector265 156 247 461 187 240
Niet gedelegeerde middelen (Silent partnership, ECD, onderwijs post conflict, capaciteitsopbouw)46 363 62 150 62 150
Noodhulponderwijs   
Hoger onderwijs 91 792 104 070 118 505
Andere activiteiten 1 500 1 500 1 500
Education for All (EFA )/ Fast Track Initiative (FTI) 0 80 00040 000
Toerekening macrosteun en schuldkwijtschelding39 570 29 877 40 258
Toerekening andere thema’s, zoals noodhulp en wederopbouw 33 416 30 67124 498
Subtotaal bilateraal kanaal477 797555 729474 151
Multilateraal   
VN-instellingen27 619 30 02332 034
ILO 329 340 340
UNHCR 2 8142 814 2 814
UNICEF 7 350 7 350 8 210
UNRWA 9 000 9 000 9 000
UNESCO 280 243280
WFP 4 000 4 000 4 000
PP ILO 3 8466 276 7 390
    
Internationale Financiële Instellingen   
WB-Partnership Programma 1 5001 500 1 500
IDA en regionale ontwikkelingsfondsen16 531 14 860 16 867
    
Europese ontwikkelingssamenwerking   
Europees ontwikkelingsfonds (EOF) 6 672 7 235 7 642
Toerekening EU-begroting 13 505 11 72013 268
Subtotaal Multilateraal65 82765 33871 311
Particulier Kanaal   
Medefinancieringsprogramma 72 522 51 46858 365
    
SALIN onderwijs 2 000 3 000 3 000
PSO 1 150 1 350 1 550
Overige 00 0
Subtotaal Particulier Kanaal75 67255 81862 915
Overige toerekeningen   
Apparaatsuitgaven17 207 17 122 17 137
Subtotaal Overige Toerekeningen17 20717 12217 137
TOTAAL Onderwijs636 503694 007625 514
TOTAAL OS-begroting5 049 3004 693 6534 708 546
Uitgaven Onderwijs als % van de OS-begroting12,6%14,8%13,3%

1 Verhoogd met aan onderwijs gekoppelde macrosteun in Uganda

Bijlage 7 Uitgaven HIV/AIDS, Malaria en Tuberculose (bedragen x EUR 1000)

ODA200820092010
ODA HIV/AIDS, TB en Malaria   
Bilaterale uitgaven HIV/AIDS, Malaria en TB   
Partnerlanden met HIV/AIDS, Malaria en TB90 379 102 653 93 641
Niet-gedelegeerde middelen42 685 64 965 46 388
Toerekening macrosteun, noodhulp, en wederopbouw 28 910 24 32921 967
Subtotaal directe uitgaven HIV/AIDS, Malaria en TB161 974191 947161 996
Multilateraal   
VN-instellingen   
UNHCR 2 940 2 940 2 940
UNDP4 700 5 038 5 315
UNICEF 5 250 5 2505 864
UNFPA 55 135 60 542 53 879
UNAIDS36 000 36 000 27 000
WHO/PAHO 4 354 4 3564 356
Partnershipprogramma WHO 16 446 14 97912 600
    
Internationale Financiele Instellingen   
GFATM 80 000 60 000 61 900
IDA en regionale ontwikkelingsfondsen 8 266 7 430 8 434
WB Partnerschapsprogramma 1 970 960 900
    
Europese ontwikkelingssamenwerking   
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 10 00810 852 11 463
Toerekening EU-begroting13 505 11 720 13 268
Subtotaal Multilateraal238 574220 068207 920
Particulier Kanaal   
Aandeel HIV/AIDS, Malaria en TB van Medefinancieringsstelsel (MFS) 57 00647 734 52 058
SALIN 5 200 8 250 8 250
PSO 1 150 1 350 1 550
Subtotaal Particulier Kanaal63 35657 33461 858
Overige toerekeningen   
Apparaatsuitgaven 12 90512 842 12 853
Int. onderwijs instituten1 210 1 280 1 347
Subtotaal Overige toerekeningen14 11514 12214 200
TOTAAL ODA HIV/AIDS, Malaria en TB478 019483 470445 974
Non-ODA HIV/AIDS, TB en Malaria   
Partnership Programma WHO (begroting VWS) 600 1 000 1 000
Overig (*)1 949 1 950 1 950
TOTAAL NON-ODA HIV/AIDS, TB en Malaria2 5492 9502 950
TOTAAL HIV/AIDS, TB en Malaria in HGIS483 117486 420448 924

* Onder non-ODA overig is een toerekeningspercentage opgenomen van het non-ODA deel bijdrage aan WHO/PAHO.

Bijlage 8. De non-ODA uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

  2008 2009 2010Begroting/artikel
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten    
1.1Internationale rechtsorde 37 380 43 407 41 545V-01.01
1.2 Mensenrechten 15 098 14 95415 593 V-01.02
1.3 Internationale juridische instellingen 28 725 15 670 13 072 V-01.03
Justitie Rechtshandhaving/Europol en Eurojust 12 71023 349 26 849 VI-13.03.01
 Rechtshandhaving/NFI0 500 500 VI-13.03.03
  93 91397 88097 559 
      
Vrede, veiligheid en conflictbeheersing    
2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 12 177 12 934 18 553V-02.01
2.3 Non-proliferatie en ontwapening 8 0947 969 7 872 V-02.03
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 138 362 123 975 114 628 V-02.05
2.6 Humanitaire hulpverlening 5 716 3 767 3 767V-02.06
2.7 Goed bestuur 15 669 11 115 9 604V-02.07
Defensie Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) 321 323 364 100 310 500 X-20
  501 341523 860464 924 
      
Versterkte Europese samenwerking    
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie11 000 10 708 10 708 V-03.03
3.4 Nederlandse positie in de EU 3 585 3 158 3 145 V-03.04
3.5Raad van Europa 9 179 9 477 9 303 V-03.05
 Toerek. EU-begroting 79 600 60 500 74 733Toerekening
  103 36483 84397 889 
      
Meer welvaart en minder armoede    
4.1 Handels- en financieel systeem 15 23722 803 21 054 V-04.01
4.2 Armoedebestrijding5 670 6 952 6 760 V-04.02
4.3Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 12 500 12 50012 500 V-04.03
4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering 6 917 7 291 6 265 V-04.05
Justitie Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO115 146 146 VI-91.01.01
Financiën Mult. Ontw. Banken en Fondsen 2 032 837 0 IXB-04.20
VenWVeiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO) 400 416416 XII-33.02
 Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA)1 338 1 365 2 765 XII-33.03
EZ IS opkomende markten 5 581 3 675 2 849 XIII-02.45
 Bijdrage aan organisaties 322 337 375 XIII-02.55
 Bijdrage UNWTO 200 226 226 XIII-03.10
 Algemeen (bijdragen aan int. instituten) 781 626 0XIII-04.01
 Bijdrage aan diverse instituten 1481 108 1 095 XIII-04.50
 Algemeen 1 812794 1 239 XIII-05.01
 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde4 176 4 526 4 526 XIII-05.20
 Bevorderen van internationaal ondernemen 70 199 79 244 68 885XIII-05.30
 Stimuleren van buitenlandse investeringen in Nederland (DBIN) 10 963 700 735 XIII-05.40
 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten 30 285 58 48146 703 XIII-05.50
 Bijdrage aan internationale organisaties 1 519 1 287 2 477 XIII-10.30
LNVInternationale contributies/FAO 3 174 3 417 3 417XIV-29.01.01
 Beheer van de natuur (Tropisch hout) 6161 61 XIV-23.01.04
  173 430206 792182 494 
      
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling    
5.2 Kennisontwikkeling2 596 2 596 2 596 V-05.02
5.4 HIV/AIDS1 949 1 951 1 951 V-05.04
5.6 Participatie civil society 314 262 0 V-05.06
OCWWetenschappelijk onderwijs 3 239 3 269 3 268VIII-07.10
LNV Waarborgen van het kennisstelsel (ASC) 00 0 XIV-26.01.01
VWS Projecten via UNODC 5 0007 000 2 500 XIV-98.01.01
 WHO-partnerschap 6 000 6 000 6 000XVI-98.01.01
  19 09821 07816 315 
      
Beter beschermd en verbeterd milieu    
6.1 Milieu en water 3 218 3 3283 390 V-06.01
VROM Clean development mechanism40 124 40 000 66 419 XIA-43.08.04
 Internationaal milieubeleid 4 481 3 135 3 846XIA-47.44.04
VenW Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 12 825 14 396 11 215 XII-31.01
 Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 696 709 709XII-37.01
EZ CO2/reductieplan-Joint Implementation 9 176 34 374 41 782 XIII-04.20
  70 52095 942127 361 
      
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer    
7.1 Consulaire dienstverlening 13 97727 757 12 899 V-07.01
7.2 Vreemdelingenbeleid1 129 1 260 1 115 V-07.02
  15 10629 01714 014 
      
Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland    
8.1Nederlandse cultuur 12 584 9 198 7 301 V-08.01
8.2 Cultureel erfgoed 3 615 3 145 3 615V-08.02
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid25 226 30 965 28 029 V-08.03
OCW Cultuur: overig 943 1 504 904 VIII-08.11
 Cultuur: overig 166 6 166 4 566 VIII-14.01/02/04
 Cultureel erfgoed: Sieboldhuis 110 0 0VIII-14.04
  42 64450 97844 415 
      
Overige uitgaven    
10.1 Nominaal en onvoorzien 14 8 07432 992 V-10.01
11.1 Apparaatsuitgaven 487 348532 774 531 435 V-11.01
Div. dept. Attachés 49 901 54 870 54 948 Div. Begrotingen
  537 263595 718619 375 
      
Totaal non-ODA1 556 6791 705 1081 664 346 

XNoot
1

«Ensuring fragile states are not left behind», OECD/DAC International Network on Conflict and Fragility (INCAF), March 2009.

Naar boven