32 123 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2010

nr. 125
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2010

Hierbij bied ik u mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie de IGZ-rapportage «Staat van de Gezondheidszorg 2010» (SGZ 2010) aan1. De SGZ 2010 is gewijd aan de publieke gezondheidszorg. De titel van het rapport is: «Meer effect mogelijk van publieke gezondheidszorg: verbetering kwaliteit lokaal gezondheidsbeleid en betere zorg voor kwetsbare groepen».

Inhoud SGZ 2010

De SGZ 2010 bestaat uit twee delen:

Deel 1: Effectief lokaal gezondheidsbeleid

Hierin wordt de kwaliteit van de nota’s gemeentelijk gezondheidsbeleid beoordeeld en de bijdragen van GGD’en aan het lokale beleid geëvalueerd. Het gaat hierbij om de effectiviteit van lokaal gezondheidsbeleid gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl.

Conform de preventiecyclus houdt de IGZ toezicht op de wijze waarop gemeenten in het kader van de Wet publieke gezondheid (Wpg) het lokaal gezondheidsbeleid vormgeven. De bevindingen van de IGZ zijn belangrijke input voor de nieuwe landelijke nota gezondheidsbeleid (preventienota) zoals de Minister van VWS deze ingevolge artikel 13 lid 1 van de Wpg elke vier jaar vaststelt.

Deel 2: Verantwoorde zorg voor kwetsbare groepen

Hierin heeft de IGZ in twee projecten onderzocht of en op welke wijze toezicht een bijdrage kan leveren om de zorg voor kwetsbare groepen te verbeteren. Het eerste project ligt op het terrein van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin en heeft betrekking op gezinnen met geringe sociale redzaamheid. Het project is ontstaan naar aanleiding van de constatering dat de zorg die aan deze gezinnen wordt geboden, vaak beperkt, gefragmenteerd en eenzijdig is. Een gezonde ontwikkeling van kinderen uit deze gezinnen loopt extra risico, zeker als ze extra kwetsbaar zijn vanwege een licht verstandelijke handicap, al dan niet in combinatie met bijkomende gedragsstoornissen. De IGZ heeft dit project samen met de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs uitgevoerd.

Het tweede project ligt op het terrein van het ministerie van Justitie en heeft betrekking op stelselmatige delictplegers met psychische of psychiatrische problematiek. Ook bij deze groep is behoefte aan continue zorg die doorloopt ongeacht de setting waarin de persoon verblijft. In dit project heeft de IGZ samengewerkt met de Inspectie voor de Sanctietoepassing.

Reactie

Ingevolge artikel 13 lid 1 van de Wpg volgt mijn inhoudelijke reactie op deel 1 van de IGZ-rapportage via de landelijke nota gezondheidsbeleid. Deze nota zal naar verwachting eind 2010 verschijnen.

De inhoudelijke reactie van mijn collega’s van Jeugd en Gezin en Justitie op deel 2 van de IGZ-rapportage ontvangt u bij de aanbieding van de landelijke nota gezondheidsbeleid.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven