nr. 118
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2010
Nederland is hard geraakt door de economische crisis. Naast effecten voor
bedrijfsleven en huishoudens, heeft de crisis geleid tot een verslechtering
van de overheidsfinanciën. Een verslechtering die niet van tijdelijke
aard is en alleen via structurele ingrepen te keren is. De regering acht het
daarom noodzakelijk dat er maatregelen worden genomen om de overheidsfinanciën
te verbeteren.
In het Aanvullend Beleidsakkoord van begin vorig jaar is onderkend dat,
gelet op het toenemende aandeel van de curatieve zorg en de zorgtoeslag in
de overheidsfinanciën, ook naar maatregelen in deze sector moet worden
gekeken.
Hierbij is uitgegaan van een te bereiken besparing van 0,4% BBP.
Deze maatregelen maken onderdeel uit van een breder pakket aan houdbaarheidsmaatregelen
zoals afgesproken in het aanvullend beleidsakkoord. Hierbij gaat het naast
de maatregelen in de zorg om de verhoging van de AOW-leeftijd die 0,7%
aan houdbaarheid oplevert en om het niet-indexeren van de grens van het eigenwoningforfait,
wat 0,2% houdbaarheid oplevert.
Recent heeft u de brief Waardering voor Betere Zorg IV ontvangen (Kamerstuk
29 248, nr. 209). In deze brief is uitwerking gegeven aan een aantal
doelmatigheidsmaatregelen. De doelmatigheidsmaatregelen versterken de prikkels
voor verzekeraars om doelmatig kwalitatief hoogwaardige zorg in te kopen en
voor ziekenhuizen om doelmatig kwaliteit te leveren. Er van uitgaande dat
de maatregelen volledig kunnen worden geïmplementeerd, levert dit pakket
volgens het CPB op termijn circa een half miljard euro op, wat overeenkomt
met ca. 0,1% BBP.
In bijgaande concept-amvb (Kamerstuk 32 123 XVI, nr. 116), die ik
u «ter voorhang» aanbied, wordt een maatregel op het gebied van
de zorgtoeslag voorgesteld die 0,3% BBP opbrengst oplevert. Tezamen
met de doelmatigheidsmaatregelen wordt zo 0,4% BBP besparingsopbrengst
gerealiseerd.
De maatregel in de zorgtoeslag die ik voor ogen heb, heeft tot gevolg
dat de voorziene groei van het beroep op de zorgtoeslag voor een deel wordt
afgeremd. De voorziene groei vloeit voort uit de verwachting dat de zorguitgaven
de komende decennia harder zullen blijven groeien dan de lonen, zodat de nominale
premie een toenemend beslag op de inkomens zal gaan leggen. Aangezien de zorgtoeslag
gebaseerd is op een maximum percentage van het inkomen dat huishoudens geacht
worden zelf aan nominale premie voor hun rekening te nemen, zal in de toekomst
aan steeds meer huishoudens, steeds meer zorgtoeslag worden uitgekeerd. De
voorgestelde maatregel voorziet in een zeer geleidelijke verhoging van de
percentages van de nominale premie die elk huishouden geacht wordt voor eigen
rekening te nemen. Bij de vormgeving van de maatregel worden enerzijds de
huishoudens met de laagste inkomens zoveel mogelijk ontzien terwijl anderzijds
het effect op de marginale druk zoveel mogelijk wordt beperkt.
De concrete uitwerking van deze maatregel treft u aan in bijgaande concept
Amvb.
De voorgestelde maatregel heeft over 30 jaar een opbrengst van gemiddeld
circa 70 miljoen euro per jaar. De voorgestelde maatregel levert daarmee cumulatief
in 30 jaar tijd en rekening houdende met de langzame ingroei 1,8 miljard op.
Hiermee heeft de beschreven maatregel een budgettaire opbrengst die overeenkomt
met een houdbaarheidsmaatregel van 0,3% BBP.
Gegeven de zeer beperkte bijstellingen van de percentages die worden voorgesteld
acht het kabinet zowel de inkomenseffecten als de effecten op de marginale
druk acceptabel. Burgers worden ook in de toekomst nog gecompenseerd voor
een stijgende nominale zorgpremie, zij het in iets geringere mate. De jaarlijkse
inkomenseffecten zijn voor alle groepen lager dan 0,05% per jaar en
zijn inpasbaar in het inkomensbeleid. Het effect van de maatregel bedraagt
in euro’s in 2011 naar huidig inzicht 3 euro (op jaarbasis) voor huishoudens
rond het minimum en 7 euro voor huishoudens rond modaal. Op de korte termijn
zijn er geen effecten voor de inkomens duidelijk boven modaal (omdat die nu
geen zorgtoeslag ontvangen). Op de lange termijn worden ook huishoudens met
hogere inkomens door de maatregel getroffen, omdat bij ongewijzigd beleid
het inkomen waarbij men voor zorgtoeslag in aanmerking komt in de toekomst
zou toenemen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink