nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2009
Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de Wet op de bedrijfsorganisatie
informeer ik u jaarlijks over de jaarverslagen van de product- en bedrijfschappen
(hierna: schappen). Alle schappen hebben hun jaarverslag voor 2008 gepubliceerd.
U kunt de jaarverslagen vinden op de websites van de schappen. Een overzicht
van de adressen van de websites is bijgevoegd.1
Zoals gebruikelijk heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) ten aanzien
van de jaarverslagen een «scan» uitgevoerd.1 Daarnaast
voert de SER sinds 2002 een tweejaarlijkse inventarisatie uit van de majeure
externe financiële relaties, die direct verband houden met de taakopdracht
van het schap. De SER heeft deze rapportage voor de eerste maal aan mij aangeboden.
Het betreft de jaren 2008 en 2009. Beide producten treft u hierbij aan.
Hieronder ga ik in op de belangrijkste conclusies uit beide rapporten.
Scan Jaarverslagen 2008
Het algemene beeld is dat de jaarverslagen van 2008 in vergelijking met
2007 op diverse punten zijn verbeterd.
Een nieuw element in de scan over 2008 is de Code goed bestuur product-
en bedrijfschappen. Nu de principes uit de Code goed bestuur per 1 juli
2009 bij Algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, heeft de SER gekeken
of de schappen ook daadwerkelijk in hun jaarverslag 2008 rapporteren over
de desbetreffende onderwerpen uit de principes van goed bestuur. Wat betreft
de rapportage over de uitvoering van de Code goed bestuur is de SER Toezichtkamer
minder positief. De meeste schappen hebben niet over alle principes van goed
bestuur gerapporteerd. Vooral op de punten vergoedingen en activiteiten valt
er nog veel te verbeteren. De Toezichtkamer heeft de schappen hier schriftelijk
uitdrukkelijk op gewezen en hen dringend verzocht om in alle volgende jaarverslagen
juist en volledig te rapporteren over de principes van goed bestuur.
Daarnaast heeft de SER in het bijzonder aandacht besteed aan de aandachtspunten
die specifiek door stakeholders bij het schap van belang worden gevonden.
Het gaat om de volgende zes aandachtspunten:
– Bestuur en organisatie;
– (Financiële) relaties met andere organisaties;
– Doelstellingen/gevoerd beleid;
– Activiteiten;
– Effecten/gevolgen;
– Terugkoppeling van effecten naar beleid.
Stakeholders zijn bijvoorbeeld de ondernemers die onder de werkingssfeer
van het schap vallen of andere overheden.
Uit de scan jaarverslagen blijkt verder nog dat de schappen in hun jaarverslagen
nog onvoldoende aandacht besteden aan het rapporteren over de effecten van
hun beleid. Daarom zal de Toezichtkamer in de komende scan jaarverslagen extra
aandacht hieraan besteden.
Monitor financiële relaties 2008 en 2009
De algemene conclusie van de Toezichtkamer van de SER is dat de schappen
zich voldoende verantwoorden. De Toezichtkamer merkt wel op dat de verantwoording
over de doelmatigheid en doeltreffendheid bij de meeste schappen nog onvoldoende
is. Bij doelmatigheid gaat het om de geleverde prestaties in relatie tot de
ter beschikking gestelde middelen. Doeltreffendheid ziet vooral op de maatschappelijke
effecten en de mate waarin de gestelde doelen bereikt worden. Dit punt ligt
enigszins in het verlengde van wat uit de scan jaarverslagen 2008 blijkt betreffende
het rapporteren over effecten van beleid. De Toezichtkamer heeft de schappen
aangegeven dat dit punt verbeterd moet worden. In de monitor over 2010 en
2011 zal de Toezichtkamer hier extra aandacht aan besteden.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner