32 123 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

C BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2010

Hierbij geef ik u, in reactie op het verzoek van uw Kamer van 2 juli jl. (kenmerk 146686u1), de stand van zaken van de aan uw Kamer gedane toezeggingen.

Toezegging Evaluatie werking beheerplan (31 038) (T01004)

Toezegging: Bij de totstandkoming van de nieuwe integrale natuurwetgeving wordt nagegaan of de werking van beheerplannen verder kan en moet worden geoptimaliseerd.

Toezegging jacht in natuurgebieden (31 038) (T01006)

Toezegging: Bij de integratie van natuurwetgeving komt de jacht aan de orde, evenals de haalbaarheid en wenselijkheid van een wetswijziging die ziet op de introductie van andere roofvogels dan havik en slechtvalk ten behoeve van jacht, beheer en schadebestrijding.

Stand van zaken: Bij brief van 24 juni 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31 536, nr. 10) heb ik de Tweede Kamer het plan van aanpak voor de integratie van de natuurwetgeving toegestuurd. Het aangekondigde voorstel voor een Wet natuur moet voorzien in regels ter bescherming van gebieden, diersoorten, plantensoorten en bossen die voor de praktijk beter hanteerbaar is, zonder de doelen van nationaal en internationaal natuurbeleid overboord te zetten.

In het plan van aanpak is voorzien in indiening van het wetsvoorstel bij het parlement in maart 2011. Door de voortijdige val van het kabinet is deze planning achterhaald.

Ten aanzien van de optimalisering van de werking van het beheerplan wijs ik op de Crisis- en herstelwet. In die wet is, vooruitlopend op de integratie van de natuurwetgeving, een aantal rek- en ruimtemaatregelen opgenomen met betrekking tot de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet). Zo voorziet het nieuwe artikel 19ke van de Nb-wet in de bevoegdheid om, ter uitvoering van de in het beheerplan vastgelegde afspraken, passende maatregelen te treffen om de noodzakelijke reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren.

Ook is verduidelijkt dat projecten met mogelijk significante effecten in het beheerplan kunnen worden opgenomen (artikel 19a, tiende lid, van de Nb-wet). Tot slot is in de wet duidelijk gemaakt tegen welke onderdelen van het beheerplan beroep bij de rechter open staat. Daarmee worden misverstanden voorkomen die anders tot onnodige vertragingen zouden kunnen leiden in het totstandkomingsproces (artikel 39, derde lid, van Nb-wet).

De aanbevelingen uit de evaluatie van de natuurwetgeving om het aantal soorten roofvogels waarmee mag worden gejaagd uit te breiden, en om het algemene verbod om te jagen in bepaalde aangewezen natuurgebieden, zijn in bijlage 1 bij het plan van aanpak gemeld als onderwerpen die bij de totstandkoming van het wetsvoorstel zullen worden uitgewerkt.

Toezegging verfijndere meting van de oppervlaktewaterkwaliteit (31 945) (T01118)

Toezegging: Er zal worden nagegaan of er aanleiding is om het meetnet voor de meting van de oppervlaktewaterkwaliteit verder te verfijnen en of dit meerwaarde heeft voor het beleid dat de regering voor staat.

  • Stand van zaken: toezegging is in uitvoering (beoogde einddatum is 1 januari 2011).

Toezegging achterblijven agrarisch en particulier natuurbeheer (31 038) (T01007)

Toezegging: In het voorjaar van 2009 zullen de resultaten van het onderzoek dat provincies uitvoeren naar het achterblijven van agrarisch en particulier beheer worden toegestuurd.

  • Stand van zaken: Het rapport is niet als zelfstandig document door de provincies gepubliceerd, maar betrokken bij de vorming van het nieuwe Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer. Daarover heb ik de Tweede Kamer op 9 nobember 2009 (Kamerstuknummer 30 825, nr. 52) geïnformeerd.

Toezegging meldingsplicht voor niet-significante verstoringen (31 038) (T01005)

Toezegging: In een nader te bepalen proefperiode en pilotgebied wordt een meldingsplicht in het kader van milieuwetgeving benut om te bezien of in de nieuwe integrale natuurwetgeving een meldingsplicht voor niet-significante verstoring nodig is.

  • Stand van zaken: Deze toezegging is als gevolg van de hiervoor genoemde rek- en ruimtemaatregelen van de Crisis- en herstelwet in een ander daglicht komen te staan. Eén van die maatregelen is de introductie van een bevoegdheid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om een meldplicht in te voeren met betrekking tot handelingen met mogelijk negatieve gevolgen voor een Natura 2000-gebied (artikel 19kc). Het gaat hier om handelingen waarvoor geen vergunningplicht geldt op grond van artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet, en die niet zijn opgenomen in een beheerplan. Daartoe kunnen dus ook mogelijk verstorende handelingen zonder significante effecten behoren. Bij de schriftelijke behandeling van het voorstel voor een Crisis- en herstelwet heeft het kabinet desgevraagd aan uw Kamer gemeld dat, vanwege de mogelijke administratieve lasten die met een meldplicht gepaard gaan, de invoering van een meldplicht is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen (Kamerstukken I 2009/10, 32 127, C, blz. 42).

    Zoals ik eind oktober 2009 aan de Tweede Kamer heb gemeld in mijn brief over de stand van zaken met betrekking tot de integratie van de natuurwetgeving, zullen de rek- en ruimtemaatregelen van de Crisis- en herstelwet, waaronder de invoering van de bevoegdheid tot het opleggen van een meldplicht, ook deel uitmaken van het voorstel voor een integrale natuurwet (Kamerstukken II 2009/10, 31 536, nr. 11). Tegen die achtergrond hoeft niet meer te worden bezien of een meldplicht nodig is in het voorstel voor een integrale natuurwet, en is een pilot overbodig geworden.

    Het kabinet houdt, in goed overleg met de betrokken bevoegde gezagen die beheerplannen vaststellen, een vinger aan de pols. Mocht het nodig blijken dat het kabinet, gelet op de instandhoudingdoelstelling van een Natura 2000-gebied, ten aanzien van activiteiten die met mogelijk verstorend doch niet significant verstorend zijn, over de nodige informatie komt te beschikken, dan neemt het kabinet in overweging om voor de betrokken gevallen een meldingsplicht in te voeren op basis van artikel 19kc van de Nb-wet. Daarbij wordt uiteraard eerst bezien of de betrokken bevoegde gezagen niet via andere wegen over de benodigde informatie kunnen komen te beschikken, en op welke wijze aanvullende administratieve lasten als gevolg van een meldplicht kunnen worden voorkomen of anders zoveel mogelijk worden beperkt.

Toezegging volgend actieprogramma Nitraatrichtlijn (31 945) (T01117)

Toezegging: Ten behoeve van een volgend actieprogramma (Nitraatrichtlijn) zal worden nagegaan hoe meer maatwerk op bedrijfsniveau is te realiseren.

  • Stand van zaken: Het volgende actieprogramma gaat in op 1 januari 2014. De voorbereidingen vinden plaats in 2012 en 2013. In aanloop naar dat nieuwe actieprogramma zullen mogelijkheden voor verdergaande differentiatie worden onderzocht. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met milieugevolgen en administratieve en uitvoeringslasten.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning.

Naar boven