nr. 78
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WAALKENS EN ATSMA
Ontvangen 3 december 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 23 Natuur worden het verplichtingenbedrag
en het uitgavenbedrag verlaagd met € 3 750
(x € 1 000).
II
In artikel 23 Natuur worden het verplichtingenbedrag
en het uitgavenbedrag verhoogd met € 3 750
(x € 1 000).
Toelichting
In Nederland zijn twee gebieden aangewezen als Least Favoured Area (LFA):
de Friese Wouden en het Westerkwartier in respectievelijk de provincies Friesland
en Groningen. In deze gebieden levert de landbouw een belangrijke bijdrage
aan het in stand houden van maatschappelijk belangrijke landschappelijke of
natuurwaarden; tegelijkertijd zijn er in de gebieden natuurlijke restricties
aan landbouwactiviteiten.
In de houtskoolschets heeft de minister van LNV aangegeven te streven
naar een beloningssysteem voor maatschappelijke diensten in maatschappelijk
waardevolle gebieden. De twee LFA-gebieden zijn daarom geselecteerd voor een
pilot met deze vorm van beloning. Daarvoor heeft zij twee gebieden met natuurlijke
restricties aan landbouwactiviteiten aangewezen als gebieden om te experimenteren
met deze vorm van beloning. Met de ophoging van het LFA-budget wil de minster
proberen de agrarische activiteiten in deze gebieden te behouden middels een
hectarevergoeding. Bovendien wil de minister van LNV in deze gebieden verkennen
wat er mogelijk is met behoud van landschap bij de inzet van GLB-gelden en
welke volgende stappen gezet kunnen worden om het toekomstige GLB nog sterker
te verbinden met maatschappelijke waarden.
De Europese Commissie heeft besloten dat het aanmelden van gebieden in
de categorie LFA alleen kan onder het regime van het reguliere
POP 2, waardoor deze onder de standaardverdeling van 50% Europese financiering
en 50% nationale cofinanciering vallen. Voordat de gebieden werden
aangemeld voor deze regeling, werd uitgegaan van cofinanciering van slechts
25%. Waardoor nu een tekort optreedt van 25%. Omdat de minister
heeft aangegeven geen middelen vrij te maken voor de cofinanciering van de
nieuwe LFA-gebieden, dreigen de betrokken provincies de 50% cofinanciering
volledig te moeten dragen. Dit is niet gewenst, omdat de pilots een proeftuin
vormen voor de (mogelijke) LFA inrichting van gebieden verspreid over heel
Nederland.
Met dit amendement wordt beoogd extra uitgaven mogelijk te maken voor
nationale co-financiering ter ophoging van de 25% cofinanciering tot
50%.
Dekking wordt gevonden binnen het Plattelands Ontwikkelings Programma
2, niet uit natuur.
Waalkens
Atsma