nr. 40
MOTIE VAN HET LID JACOBI
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 16 november 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat:
– verdroging een van de belangrijkste knelpunten is voor de instandhouding
en het herstel van de biodiversiteit in Nederland, hetgeen onder meer blijkt
uit de Natuurbalans 2008 en 2009 en diverse analyses in opdracht van de minister
van LNV ten behoeve van de conceptbeheerplannen Natura 2000;
– de Taskforce Verdroging in opdracht van LNV en IPO in 2006 een
advies heeft gegeven voor nagenoeg een volledige aanpak van de verdroging
in een beperkt aantal zogenaamde TOP-gebieden uiterlijk in het jaar 2015;
– de Tweede Kamer met deze TOP-gebiedenaanpak heeft ingestemd, provincies,
waterschappen, landbouworganisaties, natuurbeheerders en drinkwaterbedrijfsleven
dit beleid hebben omarmd en dat de uitvoering is vastgelegd in de ILG-contracten
tussen Rijk en provincies, waarbij die partijen ook de benodigde middelen
ter beschikking hebben gesteld;
constaterende:
– dat de voor de verdrogingsaanpak essentieel veronderstelde vaststelling
van het Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) blijkens de recente
provinciale waterplannen 2010–2015 in veel gevallen nog niet afgerond
zijn, ondanks de afspraak tussen waterschappen, Rijk en provincies dat dit
voor TOP-gebieden eind 2007 al het geval had moeten zijn (Nationaal Bestuursakkoord
Water Actueel, 2008);
– dat de voortgangsrapportage ILG 2009 twijfel oproept of de voortgang
in de aanpak van de TOP-gebieden volgens plan verloopt en daarmee de indruk
ontstaat dat nu forse achterstand in de uitvoering is opgelopen;
– dat onnodig tijdverlies optreedt om de doelen in 2015 te halen
als conclusies en maatregelen pas medio 2010 in de ILG-midterm review worden
vastgesteld;
– dat de uitvoering van het TOP-gebiedenbeleid weliswaar door de
provincies wordt gecoördineerd, maar dat het Rijk eindverantwoordelijk
is voor het natuur- en waterbeleid, onder meer in het licht van de Vogel-
en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water;
roept de regering op om op de kortst mogelijke termijn in overleg te treden
met de provincies om de voortgang in de TOP-gebieden nader te analyseren,
knelpunten te benoemen, nadere actie te ondernemen en hierover voor 1 februari
de Kamer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jacobi