nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2009
Op verzoek van de vaste commissie voor LNV (2009Z19792/2009D52443) informeer
ik u met deze brief over de status van de Natura 2000-beheerplannen voor de
162 gebieden. De commissie vraagt daarbij naar een overzicht van de begeleidende
brieven van de provincies bij de conceptbeheerplannen van 1 september
jl. en mijn reactie daarop.
Status 162 Natura 2000-beheerplannen
Voor 148 van de Natura 2000-gebieden is het beheerplanproces in volle
gang of wordt binnenkort gestart. Daarbinnen zijn, in het kader van de zogenoemde
koppelingsafspraak, voor 71 gebieden conceptbeheerplannen op 1 september
jl. door provincies opgeleverd. Een groot deel van deze plannen zal de eerste
helft van 2010 als ontwerpbeheerplan worden vastgesteld.
Voor twaalf gebieden is het beheerplanproces nog niet gestart: hiervan
ligt voor zeven gebieden het voortouw bij provincies, voor vijf gebieden bij
LNV. Het opstarten van deze beheerplanprocessen is voorzien voor het jaar
2010.
Twee beheerplannen doorlopen momenteel de formele vaststellingsprocedure:
het beheerplan voor het Natura 2000-gebied Voordelta is definitief vastgesteld.
Daarvoor loopt momenteel een beroepsprocedure bij de Raad van State. Voor
het Natura 2000-gebied Oudeland van Strijen is de inspraaktermijn op het ontwerbeheerplan
onlangs verstreken.
Hoewel de beheerplannen wettelijk gezien drie jaar na het definitieve
aanwijzingsbesluit vastgesteld moeten zijn (veelal dus uiterlijk in het jaar
2013), is de praktijk dat hier vaak al parallel wordt opgewerkt met de aanwijzingsprocedure.
Ook voor de 41 Natura 2000-gebieden waar LNV het voortouw heeft. Dit vanwege
de gewenste duidelijkheid en rechtszekerheid die de beheerplannen bieden.
De eerste ontwerpbeheerplannen zal ik naar verwachting begin 2010 vaststellen.
Koppelingsafspraak
Op uw verzoek vindt u bijgevoegd bij deze brief een overzicht van de conceptbeheerplannen
die op 1 september jl. door de provincies per brief bij mij zijn ingediend.1 Naar aanleiding hiervan heb ik per brief naar de betrokken
provincies gereageerd, waarin ik verwijs naar het proces waarlangs ik de ingediende
voorstellen zal beoordelen tegen de achtergrond van de betreffende ontwerpaanwijzingsbesluiten.
Aan de afronding van deze beoordelingen wordt thans nog gewerkt. Voor overige
informatie over deze beheerplannen en over het proces voor het beoordelen
daarvan, verwijs ik u graag naar mijn brief die ik op 28 oktober jl.
aan de Tweede Kamer heb gezonden (Kamerstuk 32 123 XIV, nr. 25).
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg