nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2009
Hierbij deel ik u mede dat ik heb besloten het subsidiepercentage dat
jonge landbouwers kunnen ontvangen bij modernisering van hun bedrijf met ingang
van de openstelling in 2010 te verhogen van 20 procent naar 25 procent. Dit
betekent dat de maximale investeringssubsidie per jonge landbouwer wordt verhoogd
van € 20 000 naar € 25 000.
In het overleg over de invulling van de Health Check op 1 juli heb
ik de Kamer toegezegd vóór de begrotingsbehandeling van LNV
mijn oordeel toe te sturen over een suggestie van het lid Van der Vlies over
het koppelen van ondersteuning van jonge boeren aan de MIA/Vamil-regeling.
Het voorstel van de SGP-fractie was om een extra investeringscategorie in
te voeren, die betrekking heeft op de categorieën die op de MIA/Vamil-lijst
staan. Deze investeringen zouden gesteund kunnen worden met 50% subsidie
van € 140 000 of 40% subsidie van € 175 000,
zodat een maximaal subsidiebedrag bereikt kan worden van € 70 000.
De motivering is dat jonge agrariërs vanwege de bedrijfsovername
door het MIA/Vamil-instrument niet worden gestimuleerd. Zij betalen immers
weinig of geen belasting, omdat hun inkomen laag is door de hoge lasten van
de overname.
Aan dit voorstel van de SGP is een aantal bezwaren verbonden:
• Andere landbouwers die een laag inkomen hebben zouden in een ongelijke
positie komen te verkeren in verhouding tot jonge landbouwers. Ook zij worden
niet gestimuleerd door dit fiscale instrument om duurzaamheidin-vesteringen
te doen.
• Door verhoging van de maximale steun van € 20 000
naar € 70 000 zal het aantal jonge agrariërs dat in aanmerking
komt aanmerkelijk kunnen dalen. Uitgaande van genoemde maxima en een budget
van bijvoorbeeld 8 miljoen euro zou het aantal landbouwers dat van de maatregel
gebruik kan maken afnemen van 400 naar 114. Ophoging van het budget zou vereisen
dat andere maatregelen minder prioriteit krijgen. Ik zie echter geen aanleiding
voor een andere prioritering.
• Deze verandering zal tot aanmerkelijk hogere lasten van de uitvoering
leiden (er komt een maatregel bij, er dient een afstemmingsprocedure te worden
ontwikkeld en toegepast en de uitvoering en controle van een dergelijke maatregel
vergen extra inspanning). Alles overziende heb ik na overleg met het Nederlands
Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) besloten op een andere wijze tegemoet te
komen aan de wens van het lid van der Vlies om een impuls te geven aan investeringen.
Mede door de kredietcrisis is in 2009 het aantal aanvragen voor deze maatregel
aanmerkelijk lager geweest dan in de voorgaande jaren. De impuls is er op
gericht het aantal jongeren dat hun bedrijf moderniseert weer te laten toenemen.
Ik verwacht hiermee ook extra investeringen op het gebied van duurzaamheid
te stimuleren zonder de stimulans daar speciaal op te richten. Immers, een
aantal duurzaamheidsin-vesteringen is weliswaar bovenwettelijk doch op termijn
wel noodzakelijk. Zij vormen dan ook in een aantal gevallen onderdeel van
het investeringsplan van jonge landbouwers.
De verhoging van het steunpercentage kan gefinancierd worden uit het budget
dat is gereserveerd. Ik ga er hierbij van uit dat het budget dat de provincies
voor de maatregel reserveren op hetzelfde niveau blijft.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg