32 123 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

Nr. 218 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2010

De directeur Staatsbosbeheer heeft mij geïnformeerd dat een recente telling van Heckrunderen in de Oostvaardersplassen (OVP) in zijn opdracht aangeeft dat de geregistreerde omvang van de populatie naar beneden moet worden bijgesteld.

De aantallen grote grazers in de OVP worden door Staatsbosbeheer sinds het jaar 2000, naar mij nu blijkt, alleen bijgehouden door registratie van geboorte en sterfte en niet meer door tellingen van de gehele populatie. Bij de totaaltelling van de Heckrunderen is nu gebleken dat met de gekozen werkwijze in de loop der jaren een behoorlijke discrepantie is ontstaan tussen het werkelijke aantal volwassen dieren en de geregistreerde omvang.

Bovenstaande impliceert dat cijfers van Staatsbosbeheer, die ik u eerder heb toegestuurd, voor de Heckrunderen achteraf niet juist blijken. Ik betreur dat zeer. Ik heb Staatsbosbeheer gevraagd het verschil te verklaren.

Voor het bijhouden van de aantallen konikpaarden en edelherten hanteert Staatsbosbeheer dezelfde methode als voor Heckrunderen. Een hertelling van de gehele populatie heeft voor die soorten nog niet plaatsgevonden. Ik heb Staatsbosbeheer gevraagd zo snel mogelijk ook een hertelling van konikpaarden en edelherten te doen.

Staatsbosbeheer heeft de populatietelling van Heckrunderen op 29 juli jl. laten uitvoeren door een onderzoeker van de Zoogdiervereniging en zijn medewerker. Er zijn toen 250 volwassen dieren geteld. Uitgaande van de geregistreerde sterfte zou dit betekenen dat er op 1 januari jl. 406 volwassen dieren waren in plaats van de eerder door Staatsbosbeheer gerapporteerde 548. De telling van 29 juli is vanaf de grond en door twee personen uitgevoerd. Onnauwkeurigheden kunnen niet worden uitgesloten.

Ik zal de gegevens, de gehanteerde methoden en de gerezen onzekerheden nadrukkelijk met Staatsbosbeheer bespreken en bezien welke conclusies daaraan verbonden moeten worden. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomst van die besprekingen.

Tevens vraag ik aan de onafhankelijke Commissie voor de evaluatie van het beheer van grote grazers in de OVP te adviseren over de wijze waarop de populaties geteld zouden moeten worden. In ieder geval zullen er in de toekomst periodiek populatietellingen moeten worden uitgevoerd volgens een methode die zo betrouwbaar mogelijk en wetenschappelijk algemeen aanvaard is. Ook hierover zal ik uw Kamer informeren.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven