Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2010
In de discussie met uw Kamer over het Nederlandse aalbeheerplan is regelmatig gesproken over de visserij op de wolhandkrab.
Deze visserij biedt een aantrekkelijke neveninkomst voor de aalvissers. Echter, omdat de krab gevangen wordt met reguliere
aalvistuigen, en het visverbod wordt geëffectueerd door middel van een generiek verbod op het gebruik van aalvistuigen, is
het niet toegestaan deze visserij met reguliere aalfuiken uit te oefenen in de periode waarin het aalvisverbod van kracht
is.
Om de visserijsector tegemoet te komen, heb ik vorig jaar (brief 32 123 XIV, nr. 20) aangegeven dat deze visserij toch kan
doorgaan, mits er geen aal wordt gevangen, de controleerbaarheid gegarandeerd is, en er geen extra controle en handhavingslasten
zijn voor de overheid. Op basis van deze criteria heb ik ontheffing verleend voor het gebruik van specifieke korven en aangepaste
visfuiken.
Vanuit de visserijsector is aangedrongen op een verruiming van de mogelijkheden om op wolhandkrab te vissen. Daarom heb ik
de afgelopen maanden overleg gevoerd met de Combinatie van Beroepsvissers, IJsselmeervissers, kustvissers en het Productschap
Vis. Kernpunt voor mij bij dit overleg is steeds geweest het voorkomen van aalvangst en een goede handhaving zonder onevenredige
extra controlelasten voor de overheid. Ik ben verheugd u te kunnen melden dat er een oplossing is gevonden.
In de regelgeving wordt een vrijstelling opgenomen van het verbod om in de maanden september tot en met november met aalvistuigen
te vissen voor vissers die een controleovereenkomst met Productschap Vis hebben gesloten en die vissen met aalfuiken waarin
een ontsnappingsmogelijkheid voor aal is aangebracht. Met deze controleovereenkomst geven de vissers het Productschap toestemming
om hun vistuigen te controleren. Ook melden de vissers het aantal en de locatie van de fuiken aan het Productschap. De voorgeschreven
ontsnappingsmogelijkheid in de vistuigen is zowel door de AID, als door IMARES als voldoende beoordeeld.
Productschap Vis huurt onafhankelijke controleurs voor de controle van deelnemende vissers. De inzet van onafhankelijke controleurs
is in het verleden succesvol toegepast bij de controle op visdocumenten. Naast de private controleurs blijft ook de AID te
allen tijde bevoegd om de betreffende vissers te controleren. Het private toezicht door de controleurs van het Productschap
Vis en de reguliere controles van de AID op de krabbenvissers geeft voldoende garantie dat geen aal wordt gevangen.
Zoals hiervoor aangegeven, is één van de voorwaarden dat de wolhandkrabbenvisserij niet tot onevenredige extra controle en
handhavingslasten voor de overheid leidt. Ik ben daarom met het Productschap Vis overeengekomen dat de deelnemende vissers
de helft van de kosten van de inzet van private controleurs voor hun rekening nemen. LNV betaalt de andere helft. Ik zie deze
aanpak als een experiment. Als uit de evaluatie blijkt dat alles naar tevredenheid is verlopen, overweeg ik deze aanpak ook
voor de komende jaren te continueren.
Aalvissers die het afgelopen jaar inkomsten misliepen ten gevolge van het visverbod voortkomend uit de maatregelen van het
Nederlandse Aalbeheerplan, hebben overeenkomstig de daartoe strekkende regeling een tegemoetkoming ontvangen. Hiervoor heb
ik € 1,2 miljoen beschikbaar gesteld. De regeling is uitgevoerd door het Productschap Vis.
Ik ben voornemens om ook voor de komende jaren (tot en met 2012) de aalvissers financieel tegemoet te komen. Hiertoe zal ik
gebruik maken van het Europees Visserij Fonds. Voor deze drie jaar heb ik in totaal € 2,1 miljoen beschikbaar. Ik wil hiervan
voor 2010 € 1,0 miljoen beschikbaar stellen. In 2013 zal het Europese aalbeheer door de Commissie worden geëvalueerd. Het
is nu nog niet duidelijk of de bestaande Europese regelgeving wordt gecontinueerd, dan wel dat er sprake zal zijn van een
aanscherping.
Momenteel wordt nationaal een start gemaakt met het project «business plannen voor de aalvisserij». Vissers krijgen zo meer
inzicht in het toekomstig economisch perspectief van hun bedrijf. Dit kan aanleiding zijn voor vissers om de bestaansbasis
van het bedrijf te verbreden, of om emplooi te zoeken buiten de visserij. Bovendien zal de komende jaren ook blijken in hoeverre
decentraal aalbeheer een werkbaar alternatief vormt voor het huidige visverbod.
Momenteel wordt door een onafhankelijk adviesbureau de laatste hand gelegd aan een onderzoek hiernaar. Ik verwacht over enkele
weken aanbevelingen voor het te voeren decentraal aalbeheer, inclusief voorstellen voor een kleinschalig pilot.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg