nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2009
In het VAO over het aalbeheerplan van 22 september 2009 heb ik met
u gesproken over de handhaving van het aalvisverbod. Met deze brief informeer
ik u over de handhavingsinspanning, en ga ik in op de mogelijkheid die er
is om in de gesloten periode toch vistuigen te gebruiken voor de visserij
op wolhandkrab.
Zoals u weet, is de aalvisserij dit jaar niet toegestaan in de periode
van 1 oktober tot en met 30 november. Dit wordt geëffectueerd
door een verbod op het gebruik van aalvistuigen. De AID is primair verantwoordelijk
voor de handhaving. Daartoe worden de 3 regionale visstroperijteams ingezet
in de kerngebieden waar de visserij (en mogelijk ook stroperij) zich concentreert,
te weten het Friese merengebied, het IJsselmeergebied, en de Hollandse en
Zeeuwse Delta. In de stroperijteams werkt de AID samen met KLPD en regiopolitiekorpsen.
Ook de visserijkundige ambtenaren van LNV zijn betrokken bij de handhaving.
In die gebieden waar de stroperijteams niet actief zijn wordt de controle
uitgevoerd door de regionale politie. Sportvisserij Nederland is betrokken
bij de naleving van de terugzetverplichting die geldt voor de sportvissers.
Naast de reguliere controle op de stroperijbestrijding geeft de AID prioriteit
aan de handhaving van het visverbod door de beroepsvisserij. In de belangrijkste
gebieden is de AID op dit moment continu aanwezig. Verder worden controles
in de overige gebieden mede gestuurd op tips en meldingen. Ik ben van mening
dat deze aanpak op dit moment volstaat.
Veel aalvissers vangen naast paling in toenemende mate de Chinese wolhandkrab.
Dit is een exoot. Vanuit visstandbeheer is er geen aanleiding de bevissing
van deze soort te beperken. Omdat de krab goed verkocht kan worden is het
een aantrekkelijke neveninkomst voor de vissers. Daarom heb ik uw Kamer toegezegd
dat deze visserij ook in de periode dat het aalvisverbod van kracht is, kan
doorgaan mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. geen vangst van aal en een goede controleerbaarheid en handhaafbaarheid
van de ontsnappingsmogelijkheid voor aal
2. geen extra lasten voor de controle en handhaving.
Op basis hiervan heb ik besloten voor het gebruik van specifieke korven
voor de visserij op wolhandkrab ontheffing te verlenen. Daarnaast verleen
ik ook ontheffing voor het gebruik van de «visfuik», mits voorzien
van een controleerbare ontsnappingsmogelijkheid voor de dikke schieraal. De
visfuik verschilt van de aalfuik omdat het een grotere maaswijdte heeft, en
wordt beperkt gebruikt, voornamelijk in de kustwateren. Tot op heden wordt
in de meeste gevallen de wolhandkrabvisserij uitgevoerd met reguliere aalfuiken.
Ik heb echter besloten het gebruik van aalfuiken, zelfs indien deze zijn voorzien
van en ontsnappingsvoorziening voor aal, niet toe te staan voor de visserij
op wolhandkrab. Gezien de grote aantallen fuiken die dan gebruikt gaan worden
is een effectieve handhaving van het aalvisverbod in dat geval niet meer mogelijk.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg