32 123 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

nr. 160
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2010

Graag bied ik u mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 februari 2010 met kenmerk 2010Z02847/2010D07949 inzake verzoek om reactie inzake uitlatingen betreffende Natura 2000-beleid.

Tijdens de bijeenkomst met de parlementaire pers heb ik gesproken over het belang van vroegtijdige, scherpe positiebepaling in het besluitvormingsproces van EU-regelgeving om later in het implementatietraject problemen te voorkomen. Wat betreft natura 2000 doelde ik niet zozeer op «goldplating» (het zetten van nationale koppen op Europees beleid). In de nationale regelgeving omtrent Natura 2000 zijn geen eisen opgenomen die verder gaan dan de verplichtingen uit de Vogelen Habitatrichtlijn. Waar Nederland bij de uitvoering vooral tegenaan loopt, is dat de Europese regelgeving weinig ruimte biedt om met nationale omstandigheden rekening te houden.

Bij de uitvoering van Richtlijn Natura 2000 ondervindt Nederland problemen bij het vinden van een balans tussen ecologische, economische en andere belangen, hetgeen aanleiding was afgelopen juli om dit onder de aandacht te brengen bij de Europese Commissie.

Onder het vorige Kabinet is uitvoerig geanalyseerd hoe we het bedingen van ruimte in Europese regelgeving in de toekomst beter kunnen aanpakken (rapport «Sturing EU-aangelegenheden»). Dit heeft uitgemond in een meer integrale benadering van de Nederlandse inbreng voor Europese regelgeving en een vroegtijdige betrokkenheid ook in het voortraject. Deze nieuwe benadering is mede te danken aan het feit dat de betrokkenheid van de Eerste en Tweede Kamer tijdens het Europese wetgevingstraject flink is toegenomen. Recent nog bij de behandeling van de Richtlijn Energieprestaties Gebouwen is de Kamer nauw betrokken geweest bij het onderhandelingsproces. Een andere verbetering is het vroeg in het proces opstellen van standpuntverkennende notities, waardoor in vroeg stadium een politieke weging gemaakt wordt van waar het Nederlands belang het beste mee is gediend. Hierbij wordt niet alleen het eerst betrokken vakdepartement betrokken, maar het hele Kabinet.

Impact assessments die door de Europese Commissie worden uitgevoerd, brengen de effecten EU-breed in kaart. Nationaleimpact assessments zullen, rekening houdend met de specifieke Nederlandse kenmerken, de gevolgen nationaal moeten inschatten. Het Kabinet stuurt hierover een dezer dagen een brief aan de Commissie om aandacht te vragen voor «territoriale impact assessment» en vroege betrokkenheid van juristen in het proces van Europese wetgeving over gebiedsontwikkeling als middelen om de kwaliteit van deze wetgeving te verbeteren.

Nederland en de EU hebben hoge ambities op economisch, sociaal en milieugebied. Om deze ambities in een steeds complexer stelsel van wetgeving waar te kunnen maken, is het vinden van balans in belangen noodzakelijk. Door het vroegtijdig in kaart brengen van de specifiek Nederlandse situatie, is Nederland steeds beter is staat in Europa de benodigde ruimte te scheppen voor regionale diversiteit,

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Naar boven