nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2009
Naar aanleiding van uw verzoek van 21 september jl. (2009Z16886/2009D44458)
zou ik graag het volgende willen aangegeven.
Alvorens op uw specifieke vragen in te gaan, wil ik u gaarne informeren
over het telefonisch overleg dat ik afgelopen vrijdag 18 september jl.
had met Commissaris Borg. Dit mede naar aanleiding van zijn overleg met een
vertegenwoordiging van het Europees Parlement en de Nederlandse visserijsector.
Commissaris Borg gaf aan dat hij het Europees kader, de procedure en de
Europese besluitvorming aan de sector heeft toegelicht. Daarbij heeft hij
benadrukt de centrale rol die het advies van ICES speelt bij de besluitvorming
door de Europese Commissie.
De Commissaris riep tijdens het telefoongesprek in herinnering dat wij
verschillende malen intensief over dit plan hebben gesproken.
Naar zijn mening heeft Nederland zich niet alleen sterk gemaakt voor het
op basis van het door de Combinatie van Beroepsvissers ingediende plan gewijzigde
Nederlands Aalbeheerplan. Ikzelf heb al het mogelijke gedaan om dit plan bij
de Europese Commissie toe te lichten en te verdedigen, zoals mijn ambtenaren
dat bij de diensten van de Europese Commissie hebben gedaan.
De Commissaris wees daarbij op de door mij ingebrachte elementen, waaronder
het advies van de Commissie Eijsackers, de voorstellen van het door de combinatie
van Beroepsvissers ingediende Plan, de mogelijkheden van decentraal aalbeheer
en het draagvlak bij de betrokken vissers.
Kernpunt voor de Commissie was echter het advies van ICES dat negatief
was. Hij herhaalde dat volgens ICES het Nederlandse streefbeeld voor schieraaltrek
te laag is ingeschat. Door een te laag streefbeeld als uitgangspunt te nemen,
resulteerden de in het aanvankelijk ingediende plan opgesomde maatregelen
in een onvoldoende effect.
Daarbij wees hij wederom op het feit dat ook volgens ICES zeer vergaande
maatregelen nodig zijn om een herstel van het aalbestand te bewerkstelligen.
Dat geldt voor Europa, dus ook voor Nederland. Indien ICES een negatief advies
heeft uitgebracht, dan kan de Europese Commissie ingevolge de Europese regelgeving
een plan niet goedkeuren, aldus Commissaris Borg. Daarbij wees hij tevens
op de sancties indien er geen goedgekeurd plan in een lidstaat is.
In het Algemeen Overleg van vorige week heb ik op vragen van het lid Jacobi
aangegeven de mogelijkheden van een pilotproject voor regionaal beheer voor
volgend jaar te willen bezien, mits deze aan een aantal voorwaarden voldoet
(zie hieronder). Ook dit heb ik met Commissaris Borg besproken.
Hij acht een dergelijk voorstel tot de mogelijkheden behoren mits er nieuwe
data en gegevens kunnen worden overgelegd en ICES daarover positief zou adviseren.
Nadrukkelijk wees hij daarbij op de noodzaak om het huidige Nederlandse Aalbeheer
plan zo spoedig mogelijk te implementeren.
Voorwaarden die ik, gegeven het Europees kader, aan een pilot decentraal
beheer wil stellen zijn:
• Kennis van de locale aalstand en aalvangsten;
• Vergelijkbaar effect als vangstverbod voor 3 maanden;
• Transparantie van het systeem, zodat het plan uitvoerbaar en controleerbaar
is. Evaluaties moeten onderdeel van het plan zijn.
Genoemde voorwaarden dienen door een onafhankelijke organisatie zijn beoordeeld
en met instemming van de leden van de Visstandbeheer Commissie overeengekomen.
Dit is nodig, omdat een pilot moet passen binnen een aangepast nationaal
aalbeheerplan. Daarbij is het met name van belang dat decentraal beheer tot
dezelfde resultaten leidt dan het nu bij de Europese Commissie ingediende
plan.
Met Commissaris Borg heb ik ook gesproken over mogelijke financiële
maatregelen. Hij gaf aan dat het Europees Visserij Fonds (EVF) daartoe onder
voorwaarden mogelijkheden biedt. Hij benadrukte daarbij dat het binnen de
huidige financiële kaders dient te geschieden en dat daar waar reeds
de middelen zijn bestemd, herallocatie mogelijk is, maar dat dit dan ten koste
zou gaan van andere mogelijkheden.
Ik heb met hem afgesproken dat onze medewerkers de mogelijkheden verder
zullen verkennen.
Uit het voorgaande moge blijken dat de Europese Commissie op de hoogte
was en is van niet alleen het plan van de Combinatie van Beroepsvissers maar
ook over mogelijkheden van decentraal aalbeheer. Dat staat niet alleen met
zoveel woorden in het plan, maar is ook in gesprekken met de Europese Commissie
aan de orde geweest. Zoals hiervoor is aangegeven, behoort een pilotproject
zoals voorgesteld door het lid Jacobi voor decentraal aalbeheer tot de mogelijkheden
onder de hiervoor geschetste voorwaarden.
Ten aanzien van het rapport van de Commissie Eijsackers heeft ICES gesteld
dat zij de aanbevelingen daaruit zullen meenemen in hun toekomstig werk. Mij
is niet bekend dat de heer Eijsackers zou hebben aangegeven dat ICES zijn
rapport onjuist zou hebben geïnterpreteerd.
De wijze waarop het advies van ICES tot stand komt valt onder de verantwoordelijkheid
van de Europese Commissie.
Reeds over het eerste Nederlandse aalbeheerplan hebben uitgebreide consultaties
plaatsgevonden. In dit plan was een vangstverbod van twee maanden opgenomen.
Ook over het aangepaste plan op basis van het door de Combinatie
van beroepsvissers ingediende Nederlands Aalbeheerplan is veelvuldig contact
geweest.
Ten aanzien van de goedkeuringsprocedure het volgende. Vandaag zal volgens
planning in het zogenoemde beheerscomité over een drietal nationale
plannen worden gestemd. Naar aanleiding van deze stemming zal de Europese
Commissie het besluit formaliseren en publiceren. Om die reden zie ik dan
ook geen mogelijkheid om op uw verzoek in te gaan om deze besluitvorming uit
te stellen.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg