32 123 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

nr. 123
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID JACOBI TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 40

Voorgesteld 8 december 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– verdroging een van de belangrijkste knelpunten is voor de instandhouding en het herstel van de biodiversiteit in Nederland, hetgeen onder meer blijkt uit de Natuurbalans 2008 en 2009 en diverse analyses in opdracht van de minister van LNV ten behoeve van de conceptbeheerplannen Natura 2000;

– de Taskforce Verdroging in opdracht van LNV en IPO in 2006 een advies heeft gegeven voor nagenoeg een volledige aanpak van de verdroging in een beperkt aantal zogenaamde TOP-gebieden uiterlijk in het jaar 2015;

– de Tweede Kamer met deze TOP-gebiedenaanpak heeft ingestemd, provincies, waterschappen, landbouworganisaties, natuurbeheerders en drinkwaterbedrijfsleven dit beleid hebben omarmd en dat de uitvoering is vastgelegd in de ILG-contracten tussen Rijk en provincies, waarbij die partijen ook de benodigde middelen ter beschikking hebben gesteld;

constaterende:

– dat de voor de verdrogingsaanpak essentieel veronderstelde vaststelling van het gewenste grond- en oppervlaktewater regime (GGOR) blijkens de recente provinciale waterplannen 2010–2015 in veel gevallen nog niet afgerond zijn, ondanks de afspraak tussen waterschappen, Rijk en provincies dat dit voor TOP-gebieden eind 2007 al het geval had moeten zijn (Nationaal Bestuursakkoord Water Actueel, 2008);

– dat de voortgangsrapportage ILG 2009 twijfel oproept of de voortgang in de aanpak van de TOP-gebieden volgens plan verloopt en daarmee de indruk ontstaat dat nu forse achterstand in de uitvoering is opgelopen;

– dat onnodig tijdverlies optreedt om de doelen in 2015 te halen als conclusies en maatregelen pas medio 2010 in de ILG-midterm review worden vastgesteld;

– dat de uitvoering van het TOP-gebiedenbeleid weliswaar door de provincies wordt gecoördineerd, maar dat het Rijk eindverantwoordelijk is voor het natuur- en waterbeleid, onder meer in het licht van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water;

roept de regering op om op de kortst mogelijke termijn in overleg te treden met de provincies om de voortgang in de TOP-gebieden nader te analyseren, knelpunten te benoemen, nadere actie te ondernemen en hierover voor 1 mei de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jacobi

Naar boven