32 123 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2010

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2009

Hierbij doe ik u, mede namens mijn ambtgenoten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Wonen, Wijken en Integratie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat de resultaten toekomen over 2008 van de Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA2)1. De Meerjarenafspraken energie-efficiency is een convenant dat is afgesloten met verschillende sectoren uit de industrie, de voedings- en genotmiddelenindustrie, de dienstensectoren en de vervoersector. Het convenant bestaat al vanaf 1998 en is gericht op het bevorderen van de energie-efficiency bij middelgrote bedrijven. De Meerjarenafspraken zijn onlangs gewijzigd in MJA3 en maken sinds 2008 onderdeel uit van het Sectorakkoord industrie. Dit sectorakkoord is een concretisering van afspraken uit het werkprogramma Schoon & Zuinig en het Duurzaamheidakkoord. Deelnemers aan het convenant zijn de bedrijven, de rijksoverheid en het Bevoegd Gezag Wet Milieubeheer.

Eind 2008 deden ruim negenhonderd bedrijven mee met de MJA, uit bijna dertig sectoren. De energie-efficiency bij de MJA-bedrijven is hoger dan bij niet-deelnemers. Met de grote energie intensieve industrie zijn onderhandelingen gevoerd over het verbeteren van de energie-efficiency. Over de concept-convenanttekst is recentelijk overeenstemming bereikt en volgens planning wordt het MEE-convenant (Meerjarenafspraken Energie-efficiency ETS bedrijven) begin oktober ondertekend.

De brochure MJA 2008 bevat een samenvatting van de monitoringgegevens van alle sectoren. De conclusie die uit het document valt te lezen is dat 2008 gemiddeld over alle sectoren een succesvol jaar was. De totale energie-efficiency bij bedrijven die deelnemen aan de MJA verbeterde met 2,6%. Dit is hoger dan de in het convenant afgesproken 2%. Het langetermijngemiddelde sinds 1991 komt hiermee op 2,3%. Opgesplitst in onderdelen was de energie-efficiency verbetering 0,7% door verbetering van procesefficiency, 1,1% door inzet van duurzame energie en 0,8% door energiezuinige productontwikkeling. De energie-efficiency verbetering door procesefficiency was minder dan het jaar ervoor maar nog steeds van grote invloed. De omvang van de vermeden CO2-emissie bij de MJA-bedrijven nam toe in 2008 met 3,1 Mton ten opzichte van 2007.

Bedrijven die deelnemen aan de MJA maken energiebesparingplannen waarmee in beeld gebracht wordt welke energiebesparingsmaatregelen mogelijk zijn op korte termijn. De bedrijven committeren zich aan het nemen van rendabele maatregelen. In de MJA3 streven branches er bovendien naar om een strategische langetermijnvisie te maken. Dit wordt een routekaart genoemd. Hiermee maken de branches inzichtelijk hoe ze zich op langere termijn kunnen positioneren en een forse hoeveelheid energiebesparing zouden kunnen realiseren. Daarnaast houdt deelname aan de MJA voor bedrijven in dat zij jaarlijks monitoringgegevens aanleveren.

Dit is de laatste maal dat er volgens de MJA2 systematiek (MJA2 periode is 2000 t/m 2008) wordt gerapporteerd. Op 1 juni 2008 is de MJA3 ondertekend en vanaf 2009 geldt de MJA3-systematiek. Uitzonderingen zijn de sector «vervoer», welke nog deelnemer is van MJA1 maar wel de MJA3-systematiek hanteert, en de sector «supermarkten» die nog steeds de MJA1 methodiek hanteert.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven