32 123 XII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2010

nr. 44
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2010

Op 10 februari 2010 heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) laten weten van mening te zijn, dat de door het Crisisberaad Binnenvaart voorgestelde Oplegregeling onvoldoende voldoet aan de bepalingen van de Mededingingswet. Naar de mening van de NMa is de regeling die het Crisisberaad heeft ontworpen in strijd met het kartelverbod. Ook de uitzonderingsbepalingen uit de Mededingingswet zijn volgens de NMa niet van toepassing op de plannen van het Crisisberaad.

Deze afwijzing betekent een forse tegenvaller voor de samenwerkende binnenvaartorganisaties, verenigd in het Crisisberaad. Ik waardeer de inspanningen van het Crisisberaad om tot een robuust plan te komen met als doel om gezonde binnenvaartondernemingen de huidige economische crisis door te helpen; een crisis die ook in de binnenvaartsector hard toeslaat.

Ik betreur dat de NMa tot een negatief oordeel heeft moeten komen. Ik heb eerder ook richting uw Kamer aangegeven in beginsel positief te staan tegenover de plannen van het Crisisberaad, maar heb daaraan steeds de voorwaarde verbonden dat deze plannen NMa-proof moeten zijn.

Direct na de uitspraak van de NMa heb ik het initiatief genomen om met het Crisisberaad de nu ontstane situatie te bespreken. Dit overleg zal nog deze week plaatsvinden. Inzet van dit overleg is om op korte termijn te bezien welke mogelijkheden er zijn om in gezamenlijkheid de gevolgen van de crisis in de binnenvaart te verzachten. Aan dit overleg zal ook het ministerie van Economische Zaken deelnemen.

In dit overleg zal ook de mogelijke rol van de banken aan de orde komen. Zoals ik al in mijn brief aan uw Kamer van 22 december 2009 aangaf (Kamerstuk 30 523, nr. 42), ben ik van mening dat de banken een sleutelrol dienen te spelen bij de aanpak van de crisis in de binnenvaart. Dit geldt niet alleen in het geval van een door de NMa goedgekeurde Oplegregeling, maar ook voor eventuele alternatieve maatregelen om executieverkoop van schepen zoveel mogelijk te voorkomen.

Over mogelijke alternatieve maatregelen zal mijn ministerie tevens op korte termijn, opnieuw samen met het ministerie van Economische Zaken, overleg voeren met de NMa. Ik doe een beroep op de NMa mee te denken over opties die wel voldoen aan de Mededingingswet.

Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van samenwerkingsverbanden. Verordening 169/2009/EG biedt op zich, onder strikte voorwaarden, mogelijkheden voor commerciële samenwerkingsverbanden in de binnenvaart tot 500 000 ton. Op dit moment ben ik bezig, samen met de sector, om de mogelijkheden hiervan in de binnenvaart nader te verkennen en te concretiseren. Daarbij zal ik ook de ervaringen betrekken met de Tijdelijke subsidieregeling samenwerkingsverbanden binnenvaart, zoals die van 1996 tot 1999 heeft gegolden.

Daarnaast ben ik in gesprek met de Europese Commissie met als doel te komen tot passende maatregelen om de crisis in de binnenvaart het hoofd te bieden. Zoals bekend heb ik op 12 november 2009 een brief aan de Eurocommissaris van Transport gestuurd, waarin ik heb betoogd, onder verwijzing naar Richtlijn 96/75/EG, dat naar mijn mening sprake is van een ernstige marktverstoring in de binnenvaart die vraagt om passende maatregelen op Europees niveau. Mijn verzoek kreeg brede steun vanuit het Europees Parlement.

Zoals ik u reeds meldde in mijn brief van 22 december 2009 manifesteert de crisis in de binnenvaart zich niet overal in Europa op dezelfde manier, en wordt daarom de Nederlandse zienswijze niet op voorhand door de andere binnenvaartlanden gedeeld. Dit beeld werd de afgelopen weken opnieuw bevestigd. Desalniettemin ben ik nog steeds in goed gesprek met de Commissie, die speciaal hiervoor een werkgroep in het leven heeft geroepen.

Conform de procedure die is beschreven in Richtlijn 96/75/EG heeft de Commissie maximaal 3 maanden om op mijn verzoek te reageren. Ik verwacht hun reactie derhalve op korte termijn.

Op basis van de resultaten van de gesprekken met o.a. het Crisisberaad, alsmede de reactie van de Europese Commissie op mijn crisismelding, zal ik u over enkele weken, ter voorbereiding van het Algemeen Overleg op 17 maart, nader berichten.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven