32 123 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2010

nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2009

Voor de zomer heeft overleg plaatsgevonden met de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de wijzigingen van de Subsidieregeling Maatschappelijk Organisaties en Milieu 2009 (SMOM) (AO-SMOM op 3 juni 2009 en schriftelijk: kamerstuk 31 700 XI, nr. 87), 09-VROM-B-026 en kamerstuk 31 700 XI, nr. 95).

Over de volgende twee onderwerpen zou ik u nog informeren:

1. De vormgeving van de besteding van het (vrijgevallen) budget van drie miljoen euro dat ter beschikking gesteld wordt aan maatschappelijke organisaties.

2. Mogelijkheden voor onderzoek ten behoeve van maatschappelijke organisaties, waarbij het door het ministerie van Economische Zaken gehanteerde systeem van innovatievouchers betrokken zou worden.

Ik heb de afgelopen periode gebruikt om de besteding van het vrijgevallen budget nader vorm te geven, waarbij gebruik is gemaakt van suggesties die gedaan zijn door een aantal maatschappelijke organisaties.

Vormgeving van de besteding van het budget van drie miljoen euro

In mijn vorige brief (Kamerstuk 31 700 XI, nr. 95) gaf ik aan dat ik de 3 miljoen euro buiten de tender om beschikbaar wilde stellen. Ik heb besloten om dit niet te doen en de drie miljoen euro samen te voegen met het reguliere SMOM-budget. Het totaalbudget verspreid ik over drie tenders per jaar. De doelgroep en beoordelingscriteria voor subsidieverlening blijven gelijk aan die van de tender 2009. De uitvoering blijft belegd bij SenterNovem.

Deze invulling biedt maatschappelijke organisaties drie keer per jaar de gelegenheid een projectvoorstel in te dienen, waardoor zij beter dan nu in staat zullen zijn om in te spelen op actuele ontwikkelingen. Bovendien blijft de regeling eenvoudig van opzet. Dit is wenselijk gezien de brede doelgroep en het past bij de eerdere wijzigingen waarmee de SMOM-regeling is vereenvoudigd.

Het SMOM-budget zal gelijkmatig verdeeld worden over de drie tenders. Omdat ik een budget van € 300 000 wil reserveren voor een prijsvraag, zal het subsidieplafond per tender tegen de 3 miljoen euro zijn.

In februari 2010 wordt de aangepaste regeling gepubliceerd en de eerste tender opengesteld. Bij het bepalen van de sluitingsdatum van deze tender zal ik een redelijke termijn in acht nemen voor het indienen van aanvragen door maatschappelijke organisaties.

Onderzoek ten behoeve van maatschappelijke organisaties door universiteiten en andere kennisinstituten

Naar aanleiding van het verzoek van de SP-fractie tijdens het AO (AO SMOM, 3 juni 2009 kamerstuk 31 700 XI, nr. 93) heb ik onderzocht in hoeverre innovatievouchers ter beschikking gesteld kunnen worden aan maatschappelijke organisaties. Er is bij een aantal maatschappelijke organisaties geïnformeerd naar hun behoefte op dit vlak en zij geven aan geen behoefte aan innovatievouchers te hebben als dit ten koste gaat van het huidige budget voor projecten van maatschappelijke organisaties. Het belangrijkste argument hiervoor is dat de SMOM al in de mogelijkheid voorziet om onderzoek op te voeren als gemaakte kosten. Maatschappelijke organisaties hebben het gevoel dat er anders nog meer geld naar kennisinstituten zou gaan ten koste van het relatief kleine budget voor projecten van maatschappelijke organisaties. Bovendien zou het instellen van dergelijke innovatievouchers aanzienlijke uitvoeringskosten met zich meebrengen. Dit heeft mij doen besluiten om dergelijke innovatievouchers niet in te stellen.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer