32 123 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2010

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2009

Tijdens de behandeling van de begroting van VROM voor 2007 is door het lid Duyvendak (GroenLinks) een amendement ingediend om 1 miljoen euro te verschuiven ten behoeve van het totstandbrengen van een «Google Earth-achtig systeem», gericht op het verbeteren van de mondiale monitoring van natuur en milieu (Kamerstuk 30 800 XI, nr. 24). Mijn voorganger heeft het amendement ontraden, maar wel toegezegd nut en haalbaarheid te zullen onderzoeken en, indien die zouden worden aangetoond, hiervoor de noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen. Het amendement is daarop ingetrokken. Door middel van deze brief licht ik u in over de voortgang bij het uitvoeren van deze actie, zoals ik dit bij diverse gelegenheden aan uw Kamer heb toegezegd.

De grootschalige ontbossing van met name tropische regenwouden is zeer verontrustend. Tropische regenwouden zijn ondermeer belangrijk met het oog op het behoud van biodiversiteit, waterretentie, de groei van hout en andere nuttige producten voor de lokale bevolking en de wereldmarkt, en het vastleggen van koolstof in de bodem en vegetatie. Tegelijk behoren ze tot de meest bedreigde ecosystemen ter wereld. Vele gebieden, waar het tropisch regenwoud verdwenen is, zijn sterk gedegradeerd.

In Nederland is expertise ontwikkeld waarmee landgebruik en veranderingen daarin in de natte tropen in kaart gebracht kunnen worden zonder dat wolken, rook en mist een belemmering vormen. Na een verkenning, en in onderling overleg met de betrokken organisaties, heb ik vastgesteld dat het nodig was de methodiek eerst goed te beschrijven en er internationaal erkenning voor te krijgen (validatie). Ook was het nodig de Nederlandse expertise beter zichtbaar te maken voor de internationale stakeholders, en moest de Nederlandse expertise in internationaal kader blijvend verankerd worden.

Het project «Validatie landgebruikkaarten voor de natte tropen», uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) en Wageningen Universiteit, heeft deze doelen tussen oktober 2008 en juni 2009 gerealiseerd. Het rapport van dit project is bij deze brief gevoegd.1

Er is ondermeer een kaart gemaakt van het landgebruik in 2007 van geheel Borneo met een resolutie van 50 meter. De methodiek is als onderdeel van het project verfijnd en deze is vastgelegd in een rapport en in wetenschappelijke publicaties. Deze resultaten hebben internationaal aandacht getrokken en worden zeer gewaardeerd.

De door Wageningen Universiteit ontwikkelde en gevalideerde Nederlandse expertise is zeer relevant voor ondersteuning van beleidsthema’s zoals klimaat, milieu, biodiversiteit, duurzame biobrandstoffen en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkelingssamenwerking. Met een groot aantal stakeholders is gesproken over de inzet en verankering van dergelijke diensten in een internationaal kader. Deze gesprekken hebben geresulteerd in een formeel verzoek van de Group on Earth Observations (GEO, een intergouvernementele organisatie van 79 landen voortgekomen uit de G8, de Europese Commissie en ondermeer ruimtevaartorganisaties als NASA en ESA) aan de minister van Economische Zaken met het verzoek of Nederland bij zou willen dragen aan het vormgeven en instandhouden van landgebruiksmonitoring. De landen (Australië, Indonesië, Japan) en organisaties (FAO en EC JRC) die al een rol op zich hebben genomen bij het invullen van deze taak, hebben al hun intenties uitgesproken om in de nabije toekomst met Nederland te willen samenwerken bij het ontwikkelen en demonstreren van monitoring en accounting. De eerste resultaten van deze internationale samenwerking zullen mogelijk door GEO op de klimaattop in Kopenhagen gepresenteerd worden.

Het pad naar een duurzame verankering (bijv. bij FAO, EC JRC of EC Kopernikus) begint met een internationale samenwerking in GEO kader. Nederland kan een grote rol spelen in het behalen van de internationaal vastgestelde doelen van de betreffende GEO taak (Forest Carbon Tracking). GEO heeft Nederland verzocht daadwerkelijk te participeren in deze taak. Het is nu aan de Nederlandse overheid om een ambitie en een daarbij passende bijdrage vast te stellen. Tegelijk ziet het kabinet zich ook gesteld voor vergaande bezuinigingen in de komende jaren, die ons dwingen zeer kritisch te zijn met betrekking tot alle uitgaven. Ik zal daarom met de hiervoor relevante collega’s overleggen of en hoe Nederland invulling kan geven aan het verzoek van GEO. Ik zal u over de uitkomsten van dit overleg informeren in een later stadium. Ik heb het Netherlands Space Office (NSO, voorheen het NIVR) en Wageningen Universiteit in de gelegenheid gesteld voorlopig te blijven participeren in de discussie over de Forest Carbon Tracking Service.

Daarnaast heeft GEO bij Wageningen Universiteit gepolst of er mogelijkheden zijn om op zo kort mogelijke termijn een kaart met een resolutie van 15 meter te maken van geheel Borneo gebaseerd op radarsatellietgegevens. Het doel van deze kaart is aan te tonen dat het monitoren van bosdegradatie op een efficiënte manier mogelijk is, terwijl de hoge resolutie ervoor zorgt dat boswegen, die een belangrijke indicatie zijn voor toekomstige ontbossing en bosdegradatie onder alle hoeken zichtbaar zijn. Daarmee wil GEO de onderhandelingen over Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation (REDD) in het kader van een nieuw mondiaal klimaatakkoord stimuleren. Een consortium met daarin de Wageningse partijen zal daartoe een beroep doen op het Fonds Duurzame Biomassa Mondiaal voor Kalimantan (het Indonesische deel van Borneo). Ik heb in de vorm van een opdracht de ontbrekende middelen verschaft om een landgebruikskaart met een resolutie van 15 meter te laten maken voor Maleisisch Borneo door Wageningen Universiteit.

Verder zal ik bezien in hoeverre VROM Wageningen Universiteit en het NSO in staat kan stellen te blijven participeren in de gremia waarin wordt gewerkt aan de Forest Carbon Tracking en aan de vormgeving van de landgebruiksmonitoring.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven