nr. 82
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2009
Inleiding
Tijdens het algemeen overleg van 26 november jl. over het project joint logistiek ondersteuningsschip (Joint logistic Support Ship, JSS) heb ik toegezegd de Kamer nader
te informeren over de exploitatiekosten van het JSS in relatie tot de mogelijkheden
van uitbesteden. Tevens heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de financieringsreeks
van het JSS over de komende jaren.
Exploitatiekosten
Defensie heeft het onderhoud voor alle wapensystemen, waaronder de schepen
van het Commando zeestrijdkrachten, langs dezelfde hoofdlijnen opgezet. Het
onderhoud is verdeeld in drie niveaus. Dit is ten eerste het zogenaamde Organic Level Maintenance (OLM) waarbij het voor de schepen
gaat om de noodzakelijke preventieve en reparatie-onderhoudstaken die worden
uitgevoerd door het scheepspersoneel. Het tweede niveau betreft het Intermediate Level Maintenance (ILM), het tussentijdse
grotere onderhoud in een periode waarin het schip operationeel gereed is,
waarbij in hoofdzaak specialisten van het Marinebedrijf de bemanning ondersteunen
maar indien noodzakelijk ook de industrie. Dit onderhoud heeft niet alleen
plaats in Den Helder, maar ook in het buitenland indien tijdens oefeningen
of tijdens inzet reparaties nodig zijn.
Tenslotte is er nog het Depot Level Maintenance
(DLM). Dit betreft onderhoudstaken die worden uitgevoerd in een vooraf geplande
grote onderhoudsperiode waarbij het schip niet voor operationele inzet beschikbaar
is. Voor het JSS is een vierjaarlijkse grote DLM-onderhoudsperiode voorzien.
Het DLM van het JSS bestaat daarbij voor een groot deel uit werkzaamheden
die alleen kunnen worden uitgevoerd in een droogdok. Defensie heeft geen droogdok
dat groot genoeg is voor het JSS. Daarom zullen hoe dan ook alle werkzaamheden
worden uitbesteed waarvoor een dok nodig is, zoals de conservering
van het onderwaterschip en het onderhoud aan de voorraadtanks, de voortstuwing
en roerinstallatie. Dit is nu ook al het geval bij de huidige bevoorradingschepen
Hr.Ms. Amsterdam en Hr.Ms. Zuiderkruis en de Landing Platform
Dock’s (LPD’s) Hr.Ms. Rotterdam en Hr.Ms. Johan de Witt.
Bij enkele andere systemen waarvoor geen dok nodig is zoals de platformautomatisering,
de liften, de geïntegreerde brug en de dieselgeneratoren is eveneens
voorzien dat het onderhoud bij de industrie wordt belegd omdat dit voor deze
systemen het meest doelmatig is. Daarentegen zal het Marinebedrijf vooralsnog
zelf het onderhoud uitvoeren aan specifiek militaire sensor- en wapensystemen
zoals de Goalkeeper en de sensoren in de geïntegreerde
mast.
Bij de formulering van de specificaties en bij het ontwerp van het JSS
is veel aandacht besteed aan een zo doelmatig mogelijke instandhouding en
daarmee zo laag mogelijke personeels-, brandstof- en onderhoudskosten. Bij
het onderhoud wordt in overeenstemming met het «Sourcingbeleid Defensie»
steeds een weloverwogen keuze gemaakt tussen inbesteden, uitbesteden of samenwerken
met de industrie of met andere landen. Het Jaarverslag over 2008 (Kamerstuk
31 924 X nr. 1) en de Memorie van Toelichting op de defensiebegroting
2010 (Kamerstuk 32 123 X nr. 2) bevatten nadere informatie over het sourcingbeleid.
Defensie zal de keuzes die ten aanzien van het JSS-onderhoud worden gemaakt
gedurende de levensduur van het schip regelmatig herijken. Overigens wordt
zoals nu voorzien het deel van de ILM- en DLM-werkzaamheden van het JSS dat
wordt uitbesteed, niet als één geheel op de markt gezet maar
per afzonderlijke installatie of deelsysteem.
De materiële exploitatiekosten van het JSS bedragen ongeveer € 6,2
miljoen per jaar (prijspeil 2009, inclusief BTW). Ongeveer de helft hiervan
wordt geraamd voor zaken als brandstof en herbevoorradingsartikelen. De andere
helft is geraamd voor het onderhoud. Gerekend over een periode van vier jaar
zal bij het JSS naar schatting gemiddeld ruim € 1 miljoen per jaar
(prijspeil 2009, inclusief BTW) gemoeid zijn met uitbesteding van onderhoudswerkzaamheden
aan de industrie.
Financieringsreeks
Voor het project JSS is de volgende financieringsreeks voorzien:
| t/m 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | Totaal |
---|
Huidige planreeks | 10,0 | 35,9 | 86,6 | 81,0 | 75,0 | 70,4 | 4,6 | 363,5 |
Eerdere planreeks* | 34,4 | 40,0 | 40,9 | 58,0 | 48,0 | 43,0 | 0 | 264,3 |
Verschil | – 24,4 | – 4,1 | 45,7 | 23,0 | 27,0 | 27,4 | 4,6 | 99,2 |
Bedragen in € miljoen
* Stand 2008 voor aanvang onderhandelingen met DSNS
Zoals bekend was het budget van het project JSS in 2006 vastgesteld op € 265
miljoen. Het nu benodigde projectbudget van € 363,5 miljoen leidt
tot en met 2010 tot lagere uitgaven dan aanvankelijk was voorzien, en pas
vanaf 2011 tot hogere uitgaven. De verhoging van het JSS-budget gaat
gepaard met verschuivingen of de herfasering van andere projecten. Elk jaar
wordt het totaal aan projecten opnieuw gepland als gevolg van herijkingen
van de behoeften en van ontwikkelingen in de markt, bij leveranciers of in
het budget.
De defensiebegroting 2010 bevat zoals gebruikelijk een overzicht van de
materieelprojecten in planning. Van dergelijke projecten wordt alleen een financiële bandbreedte weergegeven. In het geval van het project
JSS is die weergegeven als groter dan € 250 miljoen. Hierbij is,
uitgaande van het onderhandelingsresultaat van juli 2009, in de investeringsreeksen
rekening gehouden met de mogelijke verhoging van het projectbudget en de hogere
uitgaven vanaf 2011.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries