nr. 52
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2009
Inleiding
Tijdens het wetgevingsoverleg van 9 november jl. (Kamerstuk 32 123
X, nr. 33) heb ik toegezegd de Kamer nader te informeren over de bezuinigingen
bij het Commando Dienstencentra (CDC) en de Defensie Materieelorganisatie
(DMO) vanaf 2010. Hierbij voldoe ik aan deze toezegging.
Achtergrond
De bezuinigingsmaatregelen zijn onderdeel van het totale pakket aan maatregelen
dat is samengesteld voor de bekostiging van de financiële gevolgen van
het «Aanvullend beleidsakkoord» en de interne ramingbijstellingen.
De maatregelen bij het CDC en de DMO beogen een versobering van de ondersteunende
dienstverlening, zowel kwantitatief als kwalitatief. De maatregelen leiden
vanaf 2012 tot een besparing van € 60 miljoen bij het CDC en € 40
miljoen bij de DMO. De aard en de omvang van de maatregelen zijn nog onderwerp
van studie, maar de maatregelen mogen geen nadelige gevolgen hebben voor de
operationele gereedheid en de inzet van de krijgsmacht.
Specificatie bezuinigingen CDC
Voor het jaar 2010 hebben de bezuinigingsmaatregelen voor het CDC nog
geen gevolgen. Vanaf 2011 hebben de maatregelen een besparing van € 35
miljoen tot gevolg, oplopend tot een bedrag van € 60 miljoen in
2012 en de daarop volgende jaren. De besparingen bij het CDC betreffen vanaf 2012 € 25
miljoen in de interne bedrijfsvoering en € 35 miljoen in de dienstverlening.
De besparing van € 25 miljoen op de interne bedrijfsvoering
wordt behaald door een herinrichting van de CDC-organisatie. Voor een doelmatige
en toekomstgerichte inrichting van de CDC-organisatie wordt een voorstel ontwikkeld.
De samenvoeging van dienstencentra en bedrijfsgroepen voor dienst-marktcombinaties
bevordert een doelmatige structuur en een verbeterde klant-leverancierrelatie
door een toename van de geïntegreerde dienstverlening. Hierbij staan
de integratie van processen en de vermindering van het aantal locaties centraal.
De herinrichting leidt ook tot een vermindering van besturende en ondersteunende
functies bij het CDC.
De aanpassing en de optimalisatie van de dienstverlening, waarmee een
bedrag van € 35 miljoen is gemoeid, worden bereikt door onder meer
de oprichting van het Facilitair Bedrijf Defensie, waarin een aantal diensten
wordt samengevoegd. Dit levert een vermindering op van het aantal functies
en een besparing op de materiële budgetten. Daarnaast leidt het centraal
managen en inkopen van de facilitaire assortimenten tot een besparing van
13 procent van het huidige contractvolume. Tevens wordt bezuinigd op het budget
voor kleine infrastructurele aanpassingen die commandanten nu zelfstandig
kunnen laten uitvoeren. Ten slotte wordt bezuinigd door een vereenvoudiging
van het proces van de levering van producten en diensten.
Specificatie bezuinigingen DMO
Door verdergaande standaardisering en versobering van de dienstverlening
en ondersteuning van de DMO zal in 2010 € 7,5 miljoen worden bespaard.
In 2011 zal € 15 miljoen worden bezuinigd, en dit bedrag zal oplopen
tot € 40 miljoen in 2012 en de daarop volgende jaren. Daarnaast
wordt momenteel onderzocht of met doelmatige behoeftestellingen van de operationele
commando’s de vraag naar de diensten van de DMO kan worden verminderd.
Essentieel is dat de maatregelen geen nadelige gevolgen mogen hebben voor
de operationele inzet van Defensie.
De bezuinigingen behelzen onder meer de volgende maatregelen.
– Ten eerste kunnen door een verbetering van de contractstructuren,
een bundeling van contracten en door grotere afroepovereenkomsten besparingen
worden bereikt.
– In de tweede plaats worden de onderhoudsstructuren aangepast.
Door de verlenging van de periode tussen de preventieve onderhoudsbeurten
en een geringe toename van het aantal correctieve onderhoudsbeurten aan verschillende
wapensystemen is een besparing mogelijk.
– Ten derde worden de kledingpakketten gestandaardiseerd.
– Ten vierde kunnen in een aantal gevallen besparingen worden behaald
door werkzaamheden niet voor langere tijd uit te besteden, maar ze door defensiepersoneel
te laten uitvoeren.
– En in de vijfde plaats beschikken de bedrijven van de DMO over
productiemiddelen die nodig zijn voor de ondersteuning van de operationele
inzet. De bezettingsgraad is echter niet altijd 100 procent. Door deze overcapaciteit
gedoseerd in te zetten voor tweeden en derden kunnen opbrengsten worden gegenereerd.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries