32 123 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2010

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2010

Naar aanleiding van een artikel in HP de Tijd van 22 februari 2008 heeft het lid Van Velzen (SP) vragen gesteld over de deelneming door Nederland aan experimenten met chemische wapens. Ik heb de vragen op 10 maart 2008 beantwoord (Aanhangsel van de Handelingen 3271, 10 maart 2008).

Aangezien het in maart 2008 niet mogelijk was een volledig overzicht te geven van de Nederlandse deelneming aan deze proeven, heb ik het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) gevraagd een uitgebreid onderzoek uit te voeren naar de Nederlandse betrokkenheid bij de ontwikkeling van, de proefnemingen met en de voorbereidingen op oorlogvoering met chemische strijdmiddelen. Deze analyse is als bijlage bij deze brief gevoegd.1

Uit het onderzoek is gebleken dat Nederland aan meer proeven heeft deelgenomen dan bekend was ten tijde van de beantwoording van de vragen van het lid Van Velzen. In totaal heeft Nederland van 1950 tot en met 1968, actief of als waarnemer, aan 25 veldproeven met chemische strijdmiddelen deelgenomen. Een overzicht van deze veldproeven is als bijlage bij deze brief gevoegd. Zoals ook in de antwoorden van 10 maart 2008 is uiteengezet, had de Nederlandse betrokkenheid bij de proeven als oogmerk het vergroten van kennis omtrent (zelf)beschermingsmaatregelen tegen de inzet van chemische wapens (detectie, preventie, bescherming en behandeling).

De eerste proef waar Nederland als waarnemer aan deelnam, werd van 18 tot en met 21 november 1950 uitgevoerd in Algerije. De minister van Oorlog had hiervoor in oktober 1950 toestemming verleend. Zoals vermeld in de antwoorden van 10 maart 2008 heeft de minster van Oorlog op 4 augustus 1951 toestemming gegeven voor de actieve deelneming aan proeven.

In oktober en november 1951 nam Nederland voor het eerst actief deel aan proefnemingen in de Sahara. Ter voorbereiding op deze proeven werden er in juli en oktober 1951 kleinschalige proeven genomen op het Infanterie Schietkamp Harskamp. Later volgden vergelijkbare proeven op het oefenterrein Vliehors op Vlieland en op het vliegveld Deelen.

Nederland nam ook actief deel aan kleinschalige proeven in België (drie maal in Elsenborn en vier maal in Zoersel) en Frankrijk (vijf maal in Mourmelon).

In aanvulling op de antwoorden van 10 maart 2008 kan ik melden dat de laatste proeven in de open lucht in Nederland in september 1956 bij Deelen zijn uitgevoerd. In november 1966 nam Nederland voor het laatst als waarnemer deel aan proeven in de Sahara. Na het stopzetten van de ontsmettingsproeven in Zoersel in 1968 kwam er een einde aan de betrokkenheid van Nederlandse militairen en onderzoekers bij proefnemingen met chemische strijdmiddelen in de open lucht.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven