32 123 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

nr. 99
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2009

Tijdens de bespreking van de Mediabegroting-2010 (30 november jl) (kamerstuk 32 123 VIII, nr. 93) hebben de leden Van Dam (PvdA), Van der Ham (D66) en Peters (GL) een motie ingediend, waarin zij de regering verzoeken, binnen een half jaar mogelijkheden uit te werken die geschreven media met grote multidisciplinaire redacties korting geven op de werkgeverslasten naar analogie van de WBSO en tevens binnen een half jaar aan de Kamer te rapporteren op welke wijze de BTW voor elektronische diensten zou kunnen worden verlaagd binnen de Europese regelgeving.1

In reactie op deze motie heb ik gezegd dat ik dit in het kabinet zou bespreken en de Kamer het oordeel van het kabinet zou laten weten. Dat doe ik bij deze.

Wat het eerste deel van de motie betreft wijzen wij erop dat de afgelopen jaren het streven juist gericht is geweest op reductie van het aantal afdrachtverminderingen; tevens past de voorgestelde uitbreiding niet in het steven naar vereenvoudiging en administratieve lastenverlichting. Wat het tweede deel van de motie betreft wijzen wij erop dat de BTW-richtlijn geen ruimte biedt voor een verlaagd tarief voor elektronische diensten.

Mede namens de minister van Financiën moet ik deze motie dan ook ontraden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123-VIII, nr. 79.

Naar boven