32 123 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

nr. 291
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2009

Conform uw verzoek in de procedurevergadering van 27 oktober jl. (2009Z19739/2009D52206) stuur ik u hierbij het aangevulde antwoord op vraag 1 betreffende een overzicht van de fondsen en subsidieregelingen met een ondersteunende functie bij het onderwijsproces.2

In de bijlage treft u ten eerste het overzicht van organisaties en instellingen met een ondersteunende functie bij het onderwijsproces. Ik heb deze vraag (gelet op uw eerdere verwijzing naar sectororganisaties) iets ruimer geïnterpreteerd. Ik heb het overzicht namelijk niet beperkt tot fondsen maar ook organisaties opgenomen die in opdracht van OCW ondersteunende werkzaamheden verrichten.

Ik teken hierbij aan dat het geld voor deze organisaties slechts in beperkte mate bestemd is voor zgn. bureaukosten van de organisatie zelf. Integendeel, het gaat om het waarmaken van ambities van dit kabinet. Bij voorbeeld om het toekennen van middelen aan scholen voor reken en taalonderwijs bij de PO-raad (PK!) of het platform Bèta Techniek dat bijdraagt aan versterking van het techniekonderwijs.

Ten tweede treft u een overzicht aan van de subsidieregelingen 2010.11 «Ondersteunend aan het onderwijsproces» is een begrip dat verschillend geïnterpreteerd kan worden. Daarom zijn bij het opstellen van dit overzicht de volgende uitgangspunten gehanteerd:

– subsidies maken geen onderdeel uit van de lump sum;

– er zijn géén FES-subsidies opgenomen (want zijn incidenteel en kennen een aparte afrekensystematiek met het ministerie van EZ).

De cijfers zoals opgenomen in de bijlagen zijn gebaseerd op de voorgenomen activiteiten voor 2010. Gedurende de uitvoering is het mogelijk dat deze cijfers nog aangepast worden. Uiteraard worden hierbij de bestaande spelregels rond actualisering van de begroting gevolgd.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Zie voor een correctie van de bijlage van deze brief, de brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 4 november 2009, Kamerstuk 32 123 VIII, nr. 31

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven