nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2009
Het bevorderen van de veiligheid is een verantwoordelijkheid van de overheid.
Het toezicht van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV)
richt zich op de organisaties en besturen die verantwoordelijkheid zijn voor
de openbare orde en veiligheid.1 Hierbij bied
ik u het Werkplan 2010 aan van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Waar
het gaat om toezicht op de politie en het politieonderwijs, is dat mede namens
de minister van Justitie.
Rampenbestrijding en crisisbeheersing
Een van de kabinetsprioriteiten is dat de rampenbestrijding begin 2010
op orde moet zijn. De veiligheidsregio’s moeten dan minimaal voldoen
aan de basisvereisten crisismanagement2. De Inspectie
OOV heeft begin 2009 inzicht gegeven in hoe de regio’s er voor stonden3. Bovendien gaf de Inspectie OOV daarbij aan wat er op
dat moment nog nodig was om de rampenbestrijding begin 2010 in ieder geval
in de kern op orde te hebben. In het algemeen constateerde de Inspectie OOV
dat de regio’s al de nodige inzet toonden om de kwaliteit van de rampenbestrijding
en crisisbeheersing te verbeteren. De Inspectie OOV is de voortgang van de
regio’s blijven monitoren.
Begin 2010 rapporteert de Inspectie OOV of de veiligheidsregio’s
voldoen aan de in het ontwerp Besluit veiligheidsregio’s opgenomen eisen.
Om ook na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel veiligheidsregio’s
de kwaliteit van de voorbereiding op de rampenbestrijding langdurig te borgen,
zal de Inspectie OOV in 2010 en verder een mix van toezichtinstrumenten selectief
en proportioneel inzetten.
Naast rampenbestrijding heeft de Inspectie OOV in 2010 expliciet aandacht
voor crisisbeheersing. De aansluiting van het decentrale op het centrale niveau
is een kritiek punt binnen de crisisbeheersing. Veel van de knelpunten op
decentraal niveau gelden ook voor het centrale niveau. De aspecten
uit de Nationale Risicobeoordeling worden betrokken bij het toezicht op de
voorbereiding op crisisbeheersing.
Tevens worden enkele thematische onderzoeken uitgevoerd zoals grensoverschrijdend
multidisciplinair opleiden en oefenen, tunnelveiligheid en risico- en crisiscommunicatie.
Bovendien wordt thematisch onderzoek verricht naar (de voorbereiding op) operationele
prestaties bij de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR)
en brandweer. Zo wordt onderzoek verricht naar het operationeel presterend
vermogen van de GHOR in de regio’s. Uit eerder onderzoek bleek dat GHOR-bureaus
nog onvoldoende zicht hebben op de operationele prestaties binnen hun regio
(aanrijtijden etc.). Tevens is bij grote incidenten in 2009, zoals de crash
van Turkish Airlines bij Schiphol en Koninginnedag Apeldoorn, gebleken dat
slachtofferregistratie en afspraken met ziekenhuizen knelpunten zijn. Binnen
het domein brandweer verricht de Inspectie OOV onder andere een onderzoek
naar de actualiteit van gegevens voor incidentbestrijding. Uit de risicoanalyse
bleek dat deze gegevens niet up-to-date zijn. Bovendien is dit van groot belang
voor de kwaliteit van de inzet en de veiligheid van hulpverleners bij incidenten.
Politie en politieonderwijs
In het coalitieakkoord heeft het kabinet een heldere ambitie neergelegd
voor de politieorganisatie: de samenwerking en het gemeenschappelijk functioneren
van de politiekorpsen moeten worden verbeterd. Aan het begin van de kabinetsperiode
heb ik samen met de minister van Justitie samenwerkingsafspraken gemaakt met
de korpsbeheerders over welke resultaten eind 2008, respectievelijk eind 2009
behaald moeten zijn. In het najaar van 2008 heeft de Inspectie OOV op ons
verzoek onderzoek verricht naar de stand van zaken van zeven samenwerkingsafspraken1. In de kabinetsreactie samenwerkingsafspraken en politiewet2 werd opgemerkt dat de stand van zaken3 weergeeft dat er grote vooruitgang is geboekt op de weg naar meer
samenwerking en eenheid binnen de politie. In 2010 verricht de Inspectie OOV
een vervolgonderzoek naar de stand van zaken (per januari 2010) bij de politiekorpsen
en de vtsPN ten aanzien van de uitvoering van de eind 2008 nog niet volledig
gerealiseerde samenwerkings-afspraken4. Bovendien
wordt de effectiviteit van de samenwerkingsafspraken onderzocht.
Naast de toetsing van de samenwerkingsafspraken politie verricht de Inspectie
OOV nog een aantal thematische onderzoeken, waaronder het onderzoek naar de
kwaliteit van de opsporing en «Veilige publieke taak». Met betrekking
tot het politieonderwijs verricht de Inspectie OOV onderzoek naar oorzaken
van de ervaren «lichtheid» van de initiële opleidingen. Dit
onderzoek wordt opgepakt naar aanleiding van terugkerende signalen uit korpsen,
eerdere onderzoeken en de uitvoering van de risicoanalyse.
De Inspectie OOV wil met dit werkplan een bijdrage leveren aan het verbeteren
van de veiligheid in Nederland. De toenemende aandacht voor haar rapporten
en de positieve reacties op haar activiteiten sterkt mij in mijn opvatting
dat de Inspectie OOV hier een belangrijke bijdrage aan levert.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
G. ter Horst
XNoot
1Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
XNoot
2Opgenomen in het ontwerp Besluit veiligheidsregio’s.
XNoot
3Tussenrapportage «Rampenbestrijding op orde», Inspectie OOV,
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008–2009, 29 517, nr. 33.
XNoot
1Kamerstukken II, vergaderjaar 2008–2009, 29 628, nr. 110 (bijlage).
XNoot
2Kabinetsstandpunt samenwerkingsafspraken en politiewet, Kamerstukken II,
vergaderjaar 2008–2009, 29 628, nr. 110.
XNoot
3Op basis van de derde voortgangsrapportage van de korpsbeheerders, het
rapport van de Inspectie OOV en de departementale monitoring.
XNoot
4BVH, BVO, BVCM, BlueView en Kenniscentrum personeelsvoorziening.