Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2010
Naar aanleiding van het mondeling overleg van 15 juni jl. schets ik u in deze brief op welke wijze invulling zal worden gegeven
aan mijn toezegging om de Eerste Kamer ten aanzien van prioritaire dossiers aanvullende documenten toe te sturen.
De documenten waarom het gaat:
– hebben betrekking op de door de Eerste Kamer op 8 juni jl. vastgestelde lijst van geprioriteerde dossiers (zie bijlage);
– zijn onderhandelingsdocumenten die als B-punt voorliggen in de Raad;
– zijn openbare documenten;
– zullen in enkelvoud in geprinte vorm aan de Eerste Kamer worden gezonden;
– zullen los van de geannoteerde agenda van de Raad aan de Eerste Kamer worden gezonden.
Ik benadruk dat deze afspraak een experimenteel karakter heeft. Het aantreden van de nieuw samengestelde Eerste Kamer in 2011
vormt een geschikt moment om dit experiment te evalueren.
Op deze manier meen ik tegemoet te zijn gekomen aan uw verzoek om aanvullende documenten toegestuurd te krijgen.
Daarnaast ontvangt u van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties al documenten (zoals BNC-fiches, geannoteerde
agenda’s en verslagen van de Raad) en u ontvangt van de Europese Commissie, het Europees Parlement en het Raadssecretariaat
ook documenten (zoals de voorstellen van de Europese Commissie, de initiatieven van het Europees Parlement en de initiatieven
van een groep van lidstaten).
Zoals besproken is hét moment voor het nationale parlement om invloed uit te oefenen op de standpunten van het kabinet, gelegen
in een vroeg stadium van het Europese besluitvormingsproces. Ik zie ernaar uit om in dat stadium, bij voorbeeld aan de hand
van een BNC-fiche, het gesprek met u te voeren.
De minister van Justitie,
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin