32 123 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

M BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2010

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen in verband met de aanwijzing van de hoofdplaats van het gerechtshof te Arnhem als nevenzittingsplaats van het gerechtshof te Amsterdam voor de behandeling in hoger beroep van strafzaken afkomstig van de rechtbank te Utrecht1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u kortheidshalve naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (art. 59, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 146360.

Naar boven