32 123 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

K
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 maart 2010

De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 26 januari 2010 een overleg gehad met een delegatie uit de Hoge Raad onder voorzitterschap van President Mr G.J.M. Corstens.

Daarbij zijn onder andere plannen tot introductie van de mogelijkheid om een cassatieberoep niet ontvankelijk te verklaren aan de orde geweest en het in de wet regelen van een civiele cassatiebalie conform het advies van de commissie-Neleman. Naar aanleiding daarvan heeft zij een brief gestuurd aan de staatssecretaris van Justitie op 9 februari 2010, waarin geïnformeerd is hoe de stand van de voorbereiding is.

De minister van Justitie heeft op 23 maart 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Den Haag, 9 februari 2010

De vaste commissie voor Justitie heeft op 26 januari 2010 een overleg gehad met een delegatie uit de Hoge Raad onder voorzitterschap van President Mr G.J.M. Corstens.

Op verzoek van de commissie is daarbij van de zijde van de Hoge Raad toelichting gegeven op de plannen tot introductie van de mogelijkheid om een cassatieberoep niet ontvankelijk te verklaren. Naar aanleiding daarvan is ook aan de orde gekomen de vraag hoe het staat met het in de wet regelen van een civiele cassatiebalie conform het advies van de commissie-Neleman. Uit de verkregen informatie heeft de commissie opgemaakt, dat over de wenselijkheid en de vorm ervan inhoudelijk overeenstemming bestaat tussen de Hoge Raad en de Nederlandse Orde van Advocaten, dat dit reeds geruime tijd het geval is, doch dat het wachten is op een wetsvoorstel terzake.

De commissie zou graag vernemen hoe de stand van de voorbereiding is. Dit geldt overigens ook voor het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel met betrekking tot wijziging van de Wet op de rechtelijke organisatie inzake de bevoegdheid om een cassatieberoep niet ontvankelijk te verklaren.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

Mr. R.H. van de Beeten

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2010

Bij brief van 9 februari 2010, kenmerk 145869U, heeft u de toenmalige staatssecretaris van Justitie gevraagd naar de stand van de voorbereiding van het wetsvoorstel tot regeling van de civiele cassatiebalie volgens de lijnen van het advies van de Commissie cassatie-advocatuur onder voorzitterschap van de heer mr P. Neleman, en het wetsvoorstel waarin de mogelijkheid wordt geïntroduceerd tot niet-ontvankelijkverklaring van een cassatieberoep door de Hoge Raad.

Omdat beide onderwerpen strekken tot versterking van de cassatierechtspraak, ben ik voornemens om beide onderwerpen in één wetsvoorstel op te nemen. De ambtelijke voorbereiding van het wetsvoorstel is in een vergevorderd stadium. Naar verwachting kan een concept-wetsvoorstel binnen twee maanden in consultatie worden gezonden.

Overigens onderzoek ik nog of de regeling van de civiele cassatiebalie kan worden uitgebreid tot een algemene regeling van kwaliteitseisen voor advocaten die als procesvertegenwoordiger voor de Hoge Raad optreden.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA), (voorzitter), Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA), (vice-voorzitter), Doek (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), De Vries (PvdA), Duthler (VVD) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven