32 123 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2010

In reactie op het verzoek van het lid Jansen (SP) (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 70) u te informeren over de inspanningen van het Openbaar Ministerie (OM) en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) met betrekking tot de vermeende fraude bij de aankoop van Bouwfonds door ABN-AMRO, bericht ik u dat de kwestie onder de aandacht is gebracht van het OM en de NMa. Gelet op mogelijke verwevenheid met lopend onderzoek en de complexiteit van zaken als deze, heeft het OM mij bericht niet omgaand een zienswijze te kunnen geven. De NMa heeft als voorlopig oordeel gegeven dat de tot nu toe in de pers gepresenteerde feiten naar het zich laat aanzien buiten het bereik van de Mededingingswet vallen en daarom niet door de NMa kunnen worden getoetst. Ik zal u binnenkort nader informeren.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven