32 123 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2010

Bij brief van 23 juni (Kamerstukken II 2008/09, 31 700 VI, nr. 149) zond ik u een afschrift van mijn weigering op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om bepaalde documenten behorende tot het dossier van de Catshuisbrand die bij Justitie berusten, waaronder een tweetal onderzoeksrapporten van de Rijksrecherche, openbaar te maken.

Tegen deze beslissing is bezwaar aangetekend. In het kader van de bestuurlijke heroverweging en met het oog op recente jurisprudentie heb ik besloten tot geanonimiseerde openbaarmaking van de gevraagde onderzoeksrapporten van de Rijksrecherche, zonder onderliggende documentatie. Daarnaast heb ik in geanonimiseerde vorm openbaar gemaakt een e-mail gewisseld tussen het OM Rotterdam en het OM Den Haag inzake het onderzoek van de Rijksrecherche naar de Catshuisbrand en het TNO-rapport uit 2005. Een kopie van de betreffende documenten treft u bijgaand aan.1

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven