32 123 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2010

Hierbij ontvangt u het Jaarbericht van het Openbaar Ministerie over het jaar 2009: de Krant OM Jaarbericht 2009.1 Op internet verschijnen de cijfers Jaarbericht OM 2009 én een uitgebreide beschrijving van het werk van het Openbaar Ministerie in 2009.

Het Openbaar Ministerie laat met de verschillende artikelen in de krant (goed) zien welke bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van de doelstelling van het kabinet «het voorkomen en bestrijden van criminaliteit voor een veiliger samenleving». Het Openbaar Ministerie bouwt daarmee voort op het in 2007 neergelegde fundament voor de aanpak van criminaliteit. Het doel daarbij is maatschappelijk effect sorteren, onder andere blijkend uit de volgende resultaten:

  • sterke stijging in afgenomen crimineel vermogen;

  • in fraudezaken werden hogere straffen opgelegd in 2009 en deze succesvolle trend lijkt in 2010 door te zetten;

  • speciale themazittingen met betrekking tot geweld tegen werknemers met een publieke taak in het Amsterdamse parket;

  • meer dan 800 opgerolde cannabisplantages door samenwerking in de euroregio;

  • goed verloop van het gebruik van snelrecht bij de jaarwisseling 2009–2010;

  • de realisatie van het landelijk dekkend netwerk van 45 veiligheidshuizen;

  • de veiligheidshuizen én de aanpak van huiselijk geweld in Den Helder, Alkmaar, Haarlem en Purmerend;

  • hoopgevende daling van recidive onder jeugd. Tevens is de instroom van het aantal jeugdzaken gedaald met 13,5% ten opzichte van 2008;

  • de opening van het Slachtofferinformatiepunt in Den Haag.

Voorts laat het Openbaar Ministerie zien te willen leren van fouten waar die zijn gemaakt. Het hoofdredactionele commentaar van de voorzitter van het College van procureurs-generaal illustreert dat. De transparantie die het Openbaar Ministerie daarbij nastreeft acht ik uitermate belangrijk.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven