nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2010
Zoals bekend is het gebruik dat de regering jaarlijks aan het parlement
een overzicht verstrekt van tot stand gekomen verdragen, waarbij partij worden
van het Koninkrijk tot de reële mogelijkheden behoort, maar die nog niet
ter goedkeuring zijn ingediend. Een opgave van de stand van zaken met betrekking
tot de voorbereiding van de parlementaire goedkeuring wordt dan eveneens gegeven.
Een en ander geschiedt in het kader van het door parlement en regering
gewenste streven naar een vlottere voorbereiding van de goedkeuring van verdragen.
Bijgaand moge ik u, mede namens mijn ambtgenoten, het negenentwintigste
overzicht, met als peildatum 1 januari 2010, aanbieden.1
Het overzicht betaat uit drie lijsten. Ten eerste een lijst van verdragen
waarvan verwacht wordt dat zij in de loop van 2010 ter parlementaire goedkeuring
worden ingediend (lijst I, 109 verdragen).
Ten tweede, een lijst van verdragen waarvan de indiening ter goedkeuring
eerst op langere termijn te verwachten valt, of ten aanzien waarvan nog geen
beslissing is genomen over de wenselijkheid van partij worden (lijst II, 39
verdragen).
Ten derde, een lijst van verdragen ten aanzien waarvan is besloten dat
partij daarbij worden onder de huidige omstandigheden niet wenselijk is, maar
waarbij onderkend is dat, als de omstandigheden zich zouden wijzigen, heroverweging
van deze beslissing nodig zou kunnen zijn (lijst III, 29 verdragen).
Ik zou het zeer op prijs stellen indien uw Kamer te zijner tijd medewerking
zou willen verlenen aan een voortvarende behandeling van de verdragen van
lijst I.
Van de 70 verdragen die volgens lijst I van de vorige rapportage naar
verwachting in 2009 ter goedkeuring zouden zijn ingediend, is dat geschied
met 48 verdragen.
In 2009 zijn in totaal 67 verdragen bij het parlement ter goedkeuring
ingediend (2005: 116, 2006: 37, 2007: 70 2008: 74). Daarvan bereikten
19 verdragen binnen een jaar na hun totstandkomen de Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen