32 123 B
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2010

32 123 C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2010

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2009

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Financiën, afschriften toekomen van de septembercirculaire 2009 van het gemeentefonds en van het provinciefonds, die ik heb verzonden aan de gemeente- en provinciebesturen.1

Accrescijfers

In de meicirculaire 2009 gemeentefonds en de junicirculaire 2009 provinciefonds zijn gemeenten en provincies geïnformeerd over de accresontwikkeling 2009 tot en met 2013. Over de accresontwikkeling, in het bijzonder over de accressen 2012 en verder, die pm zijn geraamd, is door de Tweede Kamer aandacht gevraagd in het Algemeen overleg van 30 juni 2009 met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstukken II 2008–2009, 31 700 B, nr. 20). Op verzoek van gemeenten heeft daarnaast overleg plaatsgevonden tussen de fondsbeheerders, gemeenten en provincies. De uitkomst van dit overleg heeft geleid tot berichtgeving van de VNG aan haar leden en tot een brief van de fondsbeheerders aan de Tweede Kamer op 6 juli jongstleden (Kamerstukken II 2008–2009, 31 700 B, nr. 19). Het resultaat is in de septembercirculaire 2009 van het gemeentefonds en van het provinciefonds vastgelegd. Over de jaren 2009 tot en met 2011 bevatten de septembercirculaire 2009 van het gemeentefonds en van het provinciefonds geen nieuws. Kernpunt voor de jaren 2012 en verder is (en blijft) het advies van de fondsbeheerders om bij het opstellen van de gemeente- en provinciebegrotingen uit te gaan van een behoedzaam scenario. Dit is door de fondsbeheerders vertaald in een bandbreedte van minimaal 0% nominaal accres en maximaal 0% reëel accres. Deze bandbreedte blijft vooralsnog het uitgangspunt, maar ook hierbij geldt een stevig voorbehoud. In het licht van de nochtans geldende grote onzekerheden geven de fondsbeheerders provincies en gemeenten daarom mee in algemene zin behoedzaam te zijn bij het opstellen van de meerjarige begrotingen.

Gemeentefonds

Naast de algemene mutaties is er in deze circulaire sprake van een aantal taakmutaties vanuit de vakdepartementen. Deze houden vooral verband met de invoering van nieuwe decentralisatie-uitkeringen, het nieuwe instrument dat is geïntroduceerd in verband met het beleid rond de vermindering van het aantal specifieke uitkeringen.

Provinciefonds

De financiële verhouding Rijk-provincies staat in het teken van het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen «Naar een herijking van de financiële verhouding tussen Rijk en provincies». De afgesproken verdiepingsslag is gestart en zal op 1 november 2009 worden afgerond. De uitkomsten van het onderzoek zullen dit najaar bestuurlijk worden besproken. In opdracht van het IPO werkt de commissie Stuiveling daarnaast aan een voorstel voor de verdeling. Dit voorstel zal door de fondsbeheerders worden getoetst aan de uitgangspunten van de Financiële-verhoudingswet. Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat het kabinetsstandpunt rond de jaarwisseling wordt toegezonden.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven