32 123 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2010

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2010

In vervolg op het spoeddebat over de Noord-Zuidlijn van 17 december 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 39, blz. 3808–3826) informeer ik u hierbij over het onderzoek van RWS naar de implementatie van de adviezen van de commissie Veerman alsook over de stand van zaken van de toezeggingen die in dat overleg zijn gedaan.

In het procedureoverleg van 13 januari 2010 heeft de heer Roemer geïnformeerd naar de stand van zaken van de toezeggingen.

Onderzoek implementatie adviezen commissie Veerman

Ik heb RWS opdracht gegeven een toets uit te voeren op de wijze waarop Amsterdam de adviezen van de commissie Veerman heeft geïmplementeerd. Een juiste implementatie van deze adviezen is van belang voor de afbouw van de Noord-Zuidlijn.

Ik verwacht uw Kamer dit voorjaar over de uitkomsten te informeren.

Stand van zaken van de 3 toezeggingen

1) Zorgplicht burgemeester

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is geïnformeerd over het verzoek uw Kamer te informeren over de zorgplicht van de burgemeester.

De Minister van BZK heeft vervolgens op 28 december 2009 (Kamerstuk 32 123 VII, nr. 62) een brief hierover aan uw Kamer gestuurd.

2) Afkopen risico’s bij regionale projecten

De informatie over het rijksbeleid ten aanzien van het afkopen van risico’s bij grote regionale/lokale projecten zal aan uw Kamer worden aangeboden gelijktijdig met de resultaten van de evaluatie van de wet BDU die door het nieuwe kabinet aan uw Kamer zal worden aangeboden. Het afkopen van risico’s kan dan worden bezien in het grotere verband van de totale financiële verhouding en verdeling van verantwoordelijkheden en middelen voor de uitvoering van het verkeer- en vervoerbeleid tussen de rijksoverheid en de decentrale overheden.

3) Ondersteuning bij technische vraagstukken

Op dit moment kunnen regionale overheden, indien gewenst, gebruik maken van de kennis van de rijksprojecten academie. Ik zal in overleg met RWS onderzoeken op welke manier die technische ondersteuning bij grote bouwprojecten kan worden verbeterd.

Ik zal uw Kamer hierover gelijktijdig met de resultaten van het onderzoek van RWS informeren.

De minister van Verkeer en Waterstaat

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven