32 052 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en enkele andere wetten in verband met de versterking van de positie van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht en versnelling van de vreemdelingenrechtelijke procedure (Wet modern migratiebeleid)

I VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 september 2012

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel/ JBZ-Raad¹ heeft in haar vergadering van 11 september 2012 het uitstelbericht van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 4 juli 2012² met betrekking tot het toegezegde onderzoek naar de gelaagdheid van het vreemdelingenrecht, mede in historisch en rechtsvergelijkend perspectief, besproken.³

Naar aanleiding daarvan heeft zij de minister op 11 september 2012 een brief gestuurd.

De minister heeft op 21 september 2012 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Den Haag, 11 september 2012

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel/ JBZ-Raad heeft in haar vergadering van 11 september 2012 uw uitstelbericht van 4 juli 2012 met betrekking tot het toegezegde onderzoek naar de gelaagdheid van het vreemdelingenrecht, mede in historisch en rechtsvergelijkend perspectief, besproken.⁴ De commissie verneemt graag waarom het opleveren van het onderzoek langer duurt dan is toegezegd door de toenmalige minister van Justitie. In het uitstelbericht is ook sprake van een uitbesteding aan een externe partij. De commissie verneemt graag wie deze

externe partij is. Tot slot vraagt de commissie of in afwachting van het eindrapport een tussentijdse rapportage kan worden verstrekt.

De commissie ontvangt uw reactie op bovenstaande vragen graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad, P. L. Meurs

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2012

U heeft mij per brief van 11 september jl. drie vragen gesteld over de uitvoering van het WODC-onderzoek naar de gelaagdheid van de vreemdelingenwetgeving. Deze vragen beantwoord ik hieronder puntsgewijs.

1. Waarom duurt het opleveren van het onderzoek langer dan is toegezegd door de toenmalige minister van Justitie?

De vertraging in de uitvoering van het onderzoek kan worden verklaard door het lange termijn karakter van de onderzoeksvraag in combinatie met de grote urgentie van de destijds geformuleerde ambities van het in 2010 nieuw aangetreden kabinet. Het onderzoek is zorgvuldig aanbesteed, het loopt ook en zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2013 aan de Eerste Kamer worden aangeboden.

2. Bestaat er de mogelijkheid voor een tussentijdse rapportage?

Nee. Dat maakt geen deel uit van de verleende opdracht en kan niet ad hoc worden ingepast.

3. Wat is de identiteit van de partij die het onderzoek uitvoert?

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Onderzoekscentrum SteR/ Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit Nijmegen, door tussenkomst van en begeleiding door het WODC.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers

---

1 Samenstelling:

Holdijk (SGP), Broekers-Knol (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA) (voorzitter), Quik-Schuijt (SP), Strik (GL), Lokin-Sassen (CDA), Scholten (D66), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Schrijver (PvdA), vac. (PVV) (vice-voorzitter), Reynaers (PVV), Popken (PVV), Huijbregt-Schiedon (VVD), Schouwenaar (VVD), Swagerman (VVD)

2 Kamerstukken I, vergaderjaar 2011–2012, 32 052, H

3 Zie toezeggingenregistratie met nummer T01231 op www.eerstekamer.nl.

4 Zie toezeggingenregistratie met nummer T01231 op www.eerstekamer.nl.