32 052 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en enkele andere wetten in verband met de versterking van de positie van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht en versnelling van de vreemdelingenrechtelijke procedure (Wet modern migratiebeleid)

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2010

Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Modern migratiebeleid op 10 februari 2010 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Justitie toegezegd na te zullen gaan of cijfers gegenereerd kunnen worden over het aantal keren dat een aanvraag is afgewezen wegens het niet kunnen aantonen van de duurzaamheid van de relatie, in het bijzonder bij aanvragen om gezinsmigratie van zeevaarders.1 Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Op basis van de huidige IND-registratie is het niet mogelijk cijfers te genereren met betrekking tot de vraag hoe vaak een aanvraag van een echtgenoot/partner om verblijf bij een Nederlandse zeevaarder is afgewezen wegens het ontbreken van een duurzame relatie.

Reden hiervoor is dat hoofdpersonen niet geregistreerd worden naar beroepsgroep. Daarnaast wordt «het ontbreken van een duurzame relatie» niet als afwijzingsgrond in de IND-systemen geregistreerd; hiervoor wordt de algemene afwijzingsgrond «niet voldaan aan de beperking» gebruikt.

Met het nieuwe systeem INDiGO dat in de loop van dit jaar wordt ingevoerd, zal het wel mogelijk zijn «het ontbreken van een duurzame relatie» als afwijzingsgrond te registreren.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Handelingen II 2009/10, nr. 53, blz. 4861-4888.

Naar boven