32 048
Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2011 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de zittingsduur van de gemeenteraden van gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2011 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt voorgenomen te verlengen, teneinde te voorkomen dat in een kort tijdsbestek mogelijk tweemaal verkiezingen van de leden van deze gemeenteraden moeten worden gehouden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt onder herindelingsgemeente verstaan:

a. een gemeente waarvoor in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2009 een voorstel van wet tot wijziging van de gemeentelijke indeling als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene regels herindeling is ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin voor die gemeente is voorzien in een tussentijdse raadsverkiezing als bedoeld in artikel 52 van de Wet algemene regels herindeling; en

b. de gemeenten waarvoor een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd als bedoeld in onderdeel a, genoemd in het voorstel van wet houdende samenvoeging van de gemeenten Abcoude, Breukelen, De Ronde Venen en Loenen (31 840), alsmede de gemeente Maarssen.

Artikel 2

1. De verkiezing van leden van de raad van een herindelingsgemeente, waarvoor de kandidaatstelling op 19 januari 2010 zou plaatsvinden, blijft achterwege.

2. De zittingsduur van de leden van de raad van een herindelingsgemeente wordt verlengd tot 1 januari 2011.

Artikel 3

1. Indien een voorstel van wet als bedoeld in artikel 1 niet tot wet is verheven en in werking is getreden op 17 september 2010, vindt de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de raad van een herindelingsgemeente, genoemd in dat wetsvoorstel, plaats op 12 oktober 2010.

2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, gelden in afwijking van de artikelen G 1 tot en met G 4 van de Kieswet de volgende tijdstippen:

a. de in de artikelen G 1, achtste lid, en G 2, achtste lid, van de Kieswet bedoelde kennisgeving, voorafgaande aan de kandidaatstelling voor de verkiezing van de raad van een herindelingsgemeente vindt plaats op 27 september 2010;

b. de in artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet bedoelde verzoeken tot registratie van aanduidingen van politieke groeperingen voor de verkiezing van de raad van een herindelingsgemeente ingediend na 27 september 2010, blijven voor de daaropvolgende verkiezing van de desbetreffende raad buiten beschouwing;

c. de in artikel G 4, tweede lid van de Kieswet bedoelde beslissing van het centraal stembureau, vindt uiterlijk plaats op 30 september 2010.

3. De op grond van het eerste lid gekozen gemeenteraadsleden treden tegelijk af met de leden van de gemeenteraden waarvoor de verkiezingen op 3 maart 2010 hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven