Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2020
Uit de evaluatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen bleek onder meer dat
veel pensioenfondsen nog geen vrouwelijke of geen jongere bestuurder hebben.1 Naar aanleiding hiervan heeft uw Kamer een motie aangenomen van het lid Van Weyenberg
(D66) waarin de regering wordt verzocht met de sector de mogelijkheid te bespreken
om te monitoren welke vacatures in pensioenfondsbesturen vrijkomen en bij te houden
hoe vaak die vervuld worden door een vrouw of iemand onder de 40 jaar.2 Met deze brief informeer ik u, op basis van het onlangs verschenen nalevingsonderzoek
van de Monitoringscommissie Code Pensioenfondsen3, over de cijfers over 2018.
Uit de rapportage blijkt dat het aantal jongeren en vrouwen in pensioenfondsbesturen
opnieuw is gestegen. Desalniettemin blijven de cijfers nog achter bij de doelstellingen
die de sector zichzelf gesteld heeft in de Code Pensioenfondsen: ten minste één vrouw
en één man, en ten minste één persoon jonger dan 40 jaar en één persoon ouder van
40 jaar in elk pensioenfondsbestuur.
Eind 2018 heeft 72% (2016: 59%, 2017: 64%) van de pensioenfondsen een vrouw en 45%
(2016: 38%, 2017: 38%) van de pensioenfondsen een jongere in het bestuur opgenomen.
Van alle pensioenfondsen heeft in 2018 19% (30% in 2016, 2017: 28%) én geen vrouw
én geen 40-minner in het bestuur. Bij de opvulling van vacatures hebben niet-divers
samengestelde besturen kansen laten liggen om de diversiteit binnen het bestuur te
vergroten (zie tabel 1). In deze besturen werd nog dikwijls een man of een bestuurslid
ouder dan 40 benoemd.
Tabel 1. benoemingen in niet-divers samengestelde besturen (2018)
|
Aantal (percentage) in 2018
|
Benoemingen van vrouwen in besturen zonder vrouw
|
4 vrouwen van de 10 benoemingen (40%)
|
Benoemingen van jongeren in besturen zonder jongere
|
9 jongeren van de 38 benoemingen (24%)
|
Benoemingen binnen besturen zonder vrouwen en zonder jongeren
|
4 jongere mannen van de 19 benoemingen (21%)
2 jongere vrouw van de 19 benoemingen (10,5%)
2 oudere vrouwen van de 19 benoemingen (10,5%)
11 oudere mannen van de 19 benoemingen (58%)
|
Deze gegevens onderstrepen het belang van de stimuleringsmaatregelen om diversiteit
te vergroten die ik in 2018 met de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid
heb afgesproken en die vanaf het einde van dat jaar verder zijn uitgerold4. De effecten van deze maatregelen zijn nog niet zichtbaar in deze cijfers over 2018
en hoop ik in de komende jaren terug te zien. Dit dossier vergt voor langere tijd
en structureel de inzet van alle partijen die bij de benoeming van pensioenfondsbestuurders
betrokken zijn.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees