32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 479 MOTIE VAN DE LEDEN AZARKAN EN VAN BRENK

Voorgesteld 19 juni 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de omvang van het Nederlandse pensioenvermogen is gegroeid van circa 700 miljard in 2007 naar circa 1.450 miljard in 2019;

constaterende dat in dezelfde periode veel pensioenen niet zijn geïndexeerd, en in de komende jaren opnieuw dreigen om niet geïndexeerd te worden;

overwegende dat dit komt doordat toekomstige pensioenverplichtingen worden verdisconteerd tegen een onrealistisch lage rekenrente, die veel lager is dan die welke in de afgelopen 30 jaar is gerealiseerd;

overwegende dat door deze onrealistisch lage rekenrente de pensioenfondsen zich kunstmatig arm rekenen, waarmee de waardevastheid van de pensioenen voor de deelnemers stelselmatig ondermijnd wordt;

verzoekt de regering, om een onderzoek te doen naar een alternatieve, meer realistische manier om de rekenrente vast te stellen, waarin rekening gehouden wordt met de daadwerkelijke beleggingsportefeuille van de pensioenfondsen;

verzoekt de regering tevens, hierover voor 1 april 2020 te rapporteren aan de Kamer, en hierbij een kabinetsappreciatie aan de Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azarkan

Van Brenk

Naar boven