32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 426 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2018

Burgers bouwen elk jaar waarin zij verzekerd zijn geweest voor de AOW, 2% van een AOW-pensioen op. Als er AOW-premie verschuldigd is en die premie wordt verwijtbaar niet betaald, wordt de premieplichtige door de SVB schuldig nalatig verklaard. De burger wordt hierover geïnformeerd. Een schuldig nalatig verklaring heeft tot gevolg dat voor een onbetaalde jaarpremie gedurende de duur van het AOW-pensioen een korting van 2% wordt toegepast. Voor gehuwden komt dit neer op circa € 200 bruto per jaar, voor alleenstaanden circa € 300 bruto per jaar. De Belastingdienst levert aan de SVB de gegevens over burgers die geen premie hebben betaald. De AOW-premie wordt tezamen met de aanslag inkomstenbelasting opgelegd en geïnd door de Belastingdienst.

Op 9 mei 2018 heb ik u het jaarverslag van de SVB over 2017 doen toekomen (Kamerstuk 26 448, nr. 604). In dit jaarverslag wordt door de SVB melding gemaakt van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 13 mei 2016. De uitspraak heeft betrekking op een burger die schuldig nalatig is verklaard nadat hij de aanslag inkomstenbelasting niet had betaald. Naar het oordeel van de CRvB is een deel van de onbetaalde aanslag ten onrechte aan de AOW-premie toegerekend, waardoor betrokkene ten onrechte schuldig nalatig is verklaard. Door de werkwijze rond schuldig nalatig verklaren, was het de verwachting dat er in het verleden vaker burgers schuldig nalatig zijn verklaard, terwijl er geen sprake was van een AOW premieschuld. Daarom heeft de SVB besloten alle zaken die eerder schuldig nalatig zijn verklaard, opnieuw te onderzoeken en zo nodig te herstellen. Het gaat dan om zowel de intrekking van de schuldig nalatig verklaringen, als om het herstel van de daaruit voortvloeiende korting op de AOW. Met deze brief bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, over de voortgang.

De SVB is gestart met de herstelactie, waarbij eerst ten onrechte afgegeven schuldig nalatig verklaringen van na de uitspraak van de CRvB ambtshalve worden ingetrokken. Dit traject is nagenoeg afgerond. Daarnaast onderzoeken de Belastingdienst en de SVB momenteel alle burgers die schuldig nalatig verklaard zijn sinds aanslagjaar 2001, toen de premie- en belastingheffing voor het eerst op aanslag gecombineerd werden. Als er geen sprake is van premieschuld AOW dan is de schuldig nalatig verklaring achteraf in het licht van de uitspraak van de CRvB onterecht en wordt dit ongedaan gemaakt.

Voor burgers die al een AOW-uitkering ontvangen en achteraf bezien onterecht zijn gekort op hun uitkering, zal herstel met voorrang plaatsvinden. Op basis van een eerste analyse wordt geschat dat dit maximaal 1.800 AOW-gerechtigde burgers betreft. Gebruikelijk is dat aan uitspraken van de CRvB werking wordt toegekend vanaf de datum van de uitspraak naar de toekomst toe1. Dit betekent voor de mensen die al een AOW-uitkering ontvangen waarop een korting is toegepast dat zij de onterecht te weinig ontvangen AOW terugbetaald krijgen met terugwerkende kracht tot 13 mei 2016, de datum van de uitspraak van de CRvB. Burgers die een nabetaling ontvangen zullen er op worden gewezen dat deze nabetaling gevolgen kan hebben voor de toeslagen die zij ontvangen. Voor burgers die nog geen AOW ontvangen, zal de achteraf bezien onterechte schuldig nalatig verklaring worden ingetrokken, zodat er in de toekomst geen korting op het AOW-pensioen toegepast zal worden. Omdat laatstgenoemde schuldig nalatig verklaringen nog geen gevolg hebben gehad voor uitbetaalde AOW-uitkeringen betreft het een administratieve correctie van naar verwachting maximaal 50.000 schuldig nalatig verklaringen, die betrekking hebben op maximaal 41.000 personen.

Met het jaarverslag van de SVB over 2018 zult u verder geïnformeerd worden over de afronding van deze herstelactie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Ook aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2014 met betrekking tot de Fraudewet is toepassing gegeven vanaf de datum van de uitspraak.

Naar boven